4.1Schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel
Dat betrokkene het bewezenverklaarde heeft begaan blijkt uit de bewijsmiddelen die de rechtbank ten grondslag heeft gelegd aan haar vonnis van heden in de zaak van betrokkene onder hetzelfde parketnummer. De rechtbank is op grond van die bewijsmiddelen van oordeel dat betrokkene door middel van het illegaal telen en bewerken van hennepplanten een voordeel als bedoeld in artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht heeft gehad.
Uit het dossier en hetgeen ter zitting naar voren is gekomen, is namelijk het volgende gebleken.
Op 10 oktober 2018 is onder het tuinhuis bij de woning waar betrokkenen destijds woonachtig was een in werking zijnde hennepkwekerij aangetroffen met daarin in totaal 275 hennepplanten. Betrokkene heeft verklaard dat de hennepkwekerij van hem was. Betrokkene heeft verklaard dat er oogsten zijn mislukt, maar dat het telen wel was gelukt nadat hij was gestopt met het gebruiken van CO2. Anders dan de officier van justitie van mening is, is de rechtbank met de verdediging van oordeel dat onvoldoende is komen vast te staan dat sprake is geweest van meerdere gelukte oogsten. De rechtbank leidt uit de verklaringen van verdachte af dat er in ieder geval sprake is geweest van één geslaagde oogst, voordat de hennepkwekerij werd ontdekt.
Bij de bepaling van het wederrechtelijk genoten voordeel hanteert de rechtbank de volgende uitgangspunten:
- het proces-verbaal van bevindingen met daarin de berekening van het wederrechtelijk verkregen voordeel, welke berekening is ontleend aan:
- het onderzoeksrapport “wederrechtelijk verkregen voordeel hennepkwekerijen bij binnenteelt onder kunstlicht” van het Bureau Ontnemingswetgeving Openbaar Ministerie (BOOM) zoals dat luidt na de update van 1 juni 2016.
Naar het oordeel van de rechtbank kan op grond van deze uitgangspunten worden vastgesteld dat:
- in de hennepkwekerij van betrokkene 275 planten stonden;
- bij de hennepkwekerij, zoals die bij betrokkene werd aangetroffen, de opbrengst per hennepplant gemiddeld (28,2 gram per plant x € 4,07 per gram) € 114,77 bedraagt.
Op grond hiervan bedraagt de totale opbrengst van de hennepkwekerij van betrokkene € 31.562,85,=.
De kosten die hierop in mindering moeten worden gebracht bedragen in totaal € 5.666,45 en bestaan uit:
* de afschrijvingskosten, bij een aantal planten van 275 vastgesteld op € 200,= per oogst;
* de inkoopprijs van de stekken (€ 3,81 per stek) van in totaal € 1.047,75;
* de variabele kosten (stekken, kweekmedium, water, voedingsstoffen), geschat op € 3,88 per plant, in totaal € 1.067,=;
* elektriciteitskosten, in totaal € 3.351,70. Ter zitting heeft betrokkene verklaard de vordering van [naam] betaald te hebben.
Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank het bedrag waarop het wederrechtelijk verkregen voordeel wordt geschat, vast op € 25.896,40,=.