11.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
- verklaart verdachte strafbaar voor het bewezen verklaarde;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van twintig jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- gelast de
terbeschikkingstellingvan verdachte,
met verpleging van overheidswege;
Vordering tenuitvoerlegging
- gelast dat de voorwaardelijke straf die bij vonnis d.d. 20 februari 2018 is opgelegd in de zaak onder parketnummer 02/800104-17
ten uitvoer zal worden gelegd, te weten een
gevangenisstraf van 10 maanden;
-gelast de teruggave aan verdachte van de voorwerpen op de aan dit vonnis gehechte beslaglijst;
Benadeelde partijen en schadevergoedingsmaatregel
[benadeelde partij 1]
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van
€ 536.536,95, waarvan € 476.536,95 ter zake van materiële schade en € 60.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat het toegewezen bedrag ter zake van materiële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 4 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat het toegewezen bedrag ter zake van immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 8 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1] , € 536.536,95 te betalen, waarvan € 476.536,95 ter zake van materiële schade en € 60.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat het bedrag ter zake van materiële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 4 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat het bedrag ter zake van immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 8 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
328 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van
€ 61.105,26, waarvan € 1.105,26 ter zake van materiële schade en € 60.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat het toegewezen bedrag ter zake van materiële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 4 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat het toegewezen bedrag ter zake van de immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 8 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- verklaart de benadeelde partij in het overige gedeelte van de vordering niet-ontvankelijk;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] , € 61.105,26 te betalen, waarvan € 1.105,26 ter zake van materiële schade en € 60.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat het bedrag ter zake van materiële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 4 december 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat het bedrag ter zake van immateriële schade zal worden vermeerderd met de wettelijke rente berekend vanaf 8 april 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling
37 dagen gijzelingkan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Breeman, voorzitter, mr. Froger en mr. De Brouwer, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Balemans en mr. De Haas, griffiers, en is uitgesproken ter openbare zitting op 4 december 2020.
mr. Balemans is niet in de gelegenheid om te tekenen.
hij op of omstreeks 8 april 2019 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer] (geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats] ) opzettelijk en met voorbedachten rade,
althans opzettelijkvan het leven heeft beroofd, door genoemde [slachtoffer] met (een) brandbare stof(fen) te overgieten en/of te besprenkelen en/of vervolgens die [slachtoffer] in brand te steken ten gevolge waarvan die [slachtoffer] is overleden;
(art 289 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 287 Wetboek van Strafrecht).
Wanneer hierna wordt verwezen naar een proces-verbaal, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een proces-verbaal van het eindproces-verbaal van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, Dienst Regionale Recherche, TGO Howe, onderzoeksnummer ZB3R019036 - HOWE, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1244, hierna: PV1.
1. Proces-verbaal bevindingen camerabeelden [adres 3] te Breda, pagina 448 t/m 477inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op camerabeelden gemaakt van de [straat] is te zien dat op 8 april 2019 omstreeks 20:09 uur een Mercedes Citan komt aangereden bij het pand [adres 2] te Breda. Te zien is dat een man aan de bestuurderszijde uitstapt en een aan de passagierskant. Beiden gaan via de kleine deur naar binnen. Om 20:16:12 uur komt een persoon via de kleine toegangsdeur naar buiten. Om 20:16:16 uur staat deze persoon aan de rechterzijde van de Mercedes. Er is een geluid hoorbaar. Het lijkt alsof aan de rechterzijde van de Mercedes een schuifdeur wordt geopend en dat deze deur niet meer wordt gesloten. Te zien is dat de Mercedes aan de achterzijde iets uit de veren komt. Deze verticale beweging van het voertuig komt overeen met de beweging van een voertuig waarvan het gewicht in de laadruimte wordt verminderd. Om 20:16:24 uur gaat de persoon via de kleine toegangsdeur het pand weer in. Een tweede persoon is niet op de beelden te zien. De twee mannen komen om 20:21 uur weer naar buiten en rijden weg in de Mercedes.
Omstreeks 21:03 uur wordt de garagedeur een beetje geopend en weer gesloten. Er is een startende (auto-)motor hoorbaar en lichtschijnsel binnen in de loods. Om 21:04:07 uur is een bewegend lichtschijnsel waarneembaar. Het motorgeluid stopt. Te horen is dat waarschijnlijk de handrem van het voertuig wordt aangetrokken en te zien is dat het lichtschijnsel in de loods verdwijnt om 21:04:41. Om 21:04:15 uur is in de loods onder de deuren door een lichtschijnsel te zien dat dooft te 21:04:54. Om 21:04:27 uur is te zien en te horen dat het rolluik van de loods en klein stuk omhoog gaat en daarna wordt gesloten te 21:04:31 uur. Om 21:08:50 uur is onder het rolluik door, en onder de toegangsdeur door, te zien dat in de loods een lichtschijnsel waarneembaar is. Om 21:08:56 uur is een heftig lichtschijnsel waarneembaar in de loods. De onderzijde van het rolluik komt een gedeelte naar buiten. Om 21:08:59 uur is een knal te horen en is een heftig lichtschijnsel waarneembaar in de loods. Om 21:09:06 uur is een geluid hoorbaar dat gelijkt op het geluid van een dichtslaand autoportier. Om 21:09:08 uur is het geluid van een startende (auto-) motor te horen. Om 21:09:11 uur is te horen dat de motor meer toeren gaat maken. In de loods is fel licht waarneembaar. Om 21:09:12 uur is te zien dat vanuit de binnenzijde van de loods een voertuig dwars door het rolluik naar buiten rijdt. Om 21:09:15 uur verdwijnt het voertuig rechts uit beeld. Te horen en te zien is dat het voertuig met hoge snelheid wegrijdt. Te zien is dat binnen in de loods nog een heftig lichtschijnsel waarneembaar is.
Om 21:10:32 uur is te zien dat door de zijkant van het rolluik een persoon vanuit de loods naar buiten komt. Te horen is dat deze persoon een kreet slaakt. Te zien is dat het lichaam van deze persoon, dan wel de door deze persoon gedragen kleding, op dat moment nog in brand staat. Om 21:10:59 uur is te horen dat deze persoon zegt: “ [verdachte] jonge, gewoon in brand gestoken”. Om 21:11:19 uur is te horen dat het slachtoffer zegt “ [verdachte] jonge".
2. Proces-verbaal van bevindingen verbalisant [verbalisant 1] , pagina’s 60 en 61,inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 8 april 2019 was ik werkzaam in de incidentafhandeling te Breda. Ik werd hierbij vergezeld door een collega. Omstreeks 21:15 uur hoorde ik via de portofoon dat wij, samen met enkele andere eenheden, werden gestuurd naar de [straat] te Breda. Hier zou een man in brand staan. Ter plaatse gekomen werden wij door diverse personen aangesproken dat het slachtoffer in een woning onder de douche zou staan. Ik zag ook dat er veel mensen op straat stonden. Ik zag dat zij wezen naar woning nummer [nummer] op de [straat] . Ik liep de woning in. Dit was omstreeks 21:18 uur. Ik zag dat een spoort van zwart verbrand materiaal de trap op liep naar de eerste verdieping. Op de overloop zag ik aan de rechter kant een deur naar de badkamer welke open stond. Ik zag dat hier brandweerlieden bezig waren met het slachtoffer. Ik zag dat er een man onder de douche stond. Ik zag dat hij over vrijwel heel zijn lichaam brandwonden had. Het slachtoffer was [slachtoffer] , geboren op [geboortedag] 1969 te [geboorteplaats]
3. Proces-verbaal bevindingen verhoor slachtoffer [slachtoffer] via bodycam, pagina 80 t/m 91inhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] had een afspraak gemaakt met twee personen voor 8 april 2019 om 20:00 uur bij zijn pand om auto-onderdelen op te halen. Omstreeks 20:00 uur arriveerde een witte Mercedes Citan met twee personen bij zijn pand. Deze personen hebben hem vastgebonden op een stoel met tie wraps en ducktape. Ze plakten zijn ogen af met tape. Nadat beide personen zijn weggegaan, heeft hij [verdachte] gezien. Die haalde het tape van zijn ogen en begon met hem te praten. [verdachte] zei tegen hem dat hij [slachtoffer] in brand zou gaan steken en zich zou gaan melden bij Mijkenbroek en dat het hem niks stikte als hij 20 jaar kreeg. [verdachte] overgoot hem steeds een beetje met wasbenzine. [verdachte] ging vervolgens zitten en op zijn gemak een sigaret roken en een biertje drinken. [verdachte] goot ook wasbenzine in het kantoor. Op een gegeven moment is [verdachte] naar achteren gelopen en heeft daar het voertuig van [slachtoffer] gepakt. [verdachte] heeft vervolgens een getaped bundeltje met lucifers aangestoken en naar het slachtoffer gegooid. [verdachte] stond te kijken hoe [slachtoffer] in brand stond. Door de warmte knapten de tie wraps en is [slachtoffer] gaan lopen. [verdachte] stond nog gewoon op het binnenterrein te wachten en toen liep [slachtoffer] naar de brandslang en heeft [slachtoffer] die aangezet. Toen reed [verdachte] van voren naar achteren heel de deur eruit en is weggereden met de VW Caddy van [slachtoffer] .
4. NFI pathologieonderzoek naar aanleiding van een mogelijk niet-natuurlijke dood van 4 juli 2019, opgesteld door dr. H.H. de Boer, arts en patholoog, pagina 102 t/m 108, met bijbehorende bijlageinhoudende, zakelijk weergegeven:
[slachtoffer] , geboren op 20 juni 1969 in [geboorteplaats] , is overleden in het [ziekenhuis] op 9 april 2019 omstreeks 06.25 uur.
Bij sectie werden ernstige huidafwijkingen vastgesteld. Deze zijn bij leven ontstaan door de externe inwerking van hitte (thermisch trauma, brandwonden). Het letsel betrof met name 3e-graads brandwonden en tenminste 60% van het lichaamsoppervlak. Een dusdanige mate van letsel geeft aanleiding tot ernstig vochtverlies en een zeer ernstige algemene ontstekingsreactie (severe inflammatory response syndrome - SIRS), met onder andere ontregeling van tal van belangrijke lichaamsfuncties tot gevolg, met hierdoor een tekort aan circulerend volume en verstoring van de bloedsamenstelling ('burn shock'). Het overlijden wordt hiermee volledig verklaard.
5. Proces-verbaal forensisch onderzoek bedrijf ( [adres 2] Breda), opgenomenin het proces-verbaal forensisch onderzoek van de politie, BVH: 2019081544, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, pagina 36 t/m 53inhoudende, zakelijk weergegeven:
In de kantoorruimte van het bedrijfspand is op de vloer een bierblikje van het merk Jupiler aangetroffen, voorzien van SIN AAJF0674NL. Tevens werd op de vloer een opgerookte filtersigaret aangetroffen, voorzien van SIN AAJF0655NL.
Op de vloer in de kantoorruimte zijn restanten van een bureaustoel aangetroffen, die sterk door de inwerking van hitte en vuur was aangetast en waarvan enkel het metalen frame van de bureaustoel was overgebleven. In de brandresten van deze bureaustoel zagen de onderzoekers twee metalen gespen liggen, voorzien van gesmolten oranje kunststof restanten. Gelet op de verschijningsvorm waren deze gespen waarschijnlijk van een spanband. In het bedrijfspand zijn verder meerdere flessen wasbenzine aangetroffen en meerdere bundels lucifers met grijze tape.
In de kantoorruimte werden minimaal vijf primaire brandhaarden aangetroffen, waarvan één ter hoogte van de bureaustoel. Gezien het brandbeeld kan gesteld worden dat de brandhaarden in verschillende ruimten van het pand, separaat van elkaar zijn ontstaan en gewoed hebben. De brandhaarden zijn allemaal getypeerd als primaire brandhaarden, een plaats van waaruit de eerste vuurverschijnselen ontstaan. Kijkend naar de feiten en omstandigheden, de verschillende brandhaarden en de goederen welke aanwezig waren om met opzet brand te stichten, kan gesteld worden dat de brand is ontstaan door het opzettelijk bijbrengen of achterlaten van open vuur, in combinatie met het al dan niet bijbrengen van een ontbrandbare (vloei)stof.
6. NFI rapport van 12 juli 2019 Onderzoek naar biologische sporen en DNA onderzoek naar aanleiding van een levensdelict gepleegd in Breda op 8 april 2019, pagina 854 t/m 870inhoudende zakelijk weergegeven:
Het DNA-profiel slachtoffer [slachtoffer] AALI2498NL (geboren op [geboortedag] 1969) en van verdachte [verdachte] RAB06819NL (geboren op [geboortedag] 1968) zijn vergeleken met de DNA-profielen van de bemonsteringen.
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het DNA-profiel van verdachte [verdachte] RAB06819NL en DNA-profiel AAJF0655NL#01 (uiteinde van het filter van de sigarettenpeuk) is aangenomen dat bemonstering AAJF0655NL#01 DNA bevat van één persoon.
Onder deze aanname zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 1: De bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte]
Hypothese 2: De bemonstering bevat DNA van één willekeurige onbekende persoon
Het verkregen DNA-profiel AAJF0655NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 1 waar is, dan wanneer hypothese 2 waar is.
Ten behoeve van het berekenen van de bewijskracht van de overeenkomsten tussen het
DNA-profiel van verdachte [verdachte] RAB06819NL en DNA-profiel AAJF0674NL#01 (drinkopening van een bierblik) is aangenomen dat bemonstering AAJF0674NL#01 DNA bevat van één persoon.
Onder deze aanname zijn de resultaten van het DNA-onderzoek beschouwd onder het volgende hypothesepaar:
Hypothese 3: De bemonstering bevat DNA van verdachte [verdachte]
Hypothese 4: De bemonstering bevat DNA van één willekeurige onbekende persoon
Het verkregen DNA-profiel AAJF0674NL#01 is meer dan 1 miljard keer waarschijnlijker wanneer hypothese 3 waar is, dan wanneer hypothese 4 waar is.
7. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] , pagina 987 en 988,inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op dinsdag 09 april 2019 omstreeks 17:10 uur was ik werkzaam op de Mijkenbroek te Breda. Ik hoorde de DAP-coördinator zeggen dat zij nu een medewerker van de receptie aan de telefoon had en dat een verdachte, genaamd [verdachte] , zich kwam melden. Hierop ben ik met twee collega's naar de balie van de Mijkenbroek gelopen. Daar wees de receptioniste naar een persoon die buiten om het bankje zat voor de ingang. Buiten sprak collega [verbalisant 3] de man op het bankje aan, met de woorden: "Wat kunnen we voor je doen?" Ik hoorde de man zeggen, ik kom me melden voor vannacht, voor dat geval op de [straat] van gisteravond. Ik herkende ambtshalve de man als [verdachte] , welke twee jaar geleden betrokken was bij een incident waarbij hij gedreigd had zichzelf en zijn auto op te blazen op de [straat] te Breda.
8. Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 4] , pagina 986,inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik was op 9 april 2019 aan het werk op de Mijkenbroek 31 te Breda. Omstreeks 17.10 kreeg de afdeling DAP de Baronie telefonisch een melding van de balie. Daar werd in doorgegeven dat een verdachte genaamd [verdachte] zich was komen melden. Hierop ben ik samen met collega [verbalisant 2] en een andere collega naar de balie gelopen om [verdachte] aan te houden. Mij was bekend dat hij als verdachte werd gezocht voor het incident aan de [straat] te Breda. Aangekomen bij de balie zag ik, verbalisant, [verdachte] buiten het gebouw op een bankje zitten. Ik herkende [verdachte] vanwege het feit dat ik van hem na onze middagbriefing een foto had gezien. Ik verbalisant heb [verdachte] medegedeeld dat hij was aangehouden voor het incident aan de [straat] te Breda.
Lopend naar de afdeling A&V wees de verdachte ons een voertuig, VW Caddy, voorzien van het kenteken [kenteken] . Hierover hoorde ik hem zeggen dat dit niet zijn voertuig was. De sleutel van dit voertuig had hij volgens zeggen afgegeven aan de balie.
9. Proces-verbaal van bevindingen ANPR-hit 5-VTR-13, pagina 637 en 638,inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op maandag 08 april 2019 omstreeks 21:10 uur kregen politieambtenaren de melding van het Operationeel Centrum dat er een aan de [adres 2] te Breda een persoon in brand zou staan. Ter plaatse werd een persoon aangetroffen die ernstig verbrand bleek te zijn.
De verdachte was weggereden in de personenauto van het slachtoffer, een grijze Volkswagen Caddy met kenteken [kenteken] .