ECLI:NL:RBZWB:2020:6027
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake toelating tot opleiding gezondheidszorgpsycholoog
Op 2 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeksters, vertegenwoordigd door mr. K.J. Breedijk, een voorlopige voorziening vroegen tegen de Stichting Regionaal Instituut voor Nascholing en Opleiding in de Geestelijke Gezondheidszorg in Zuid Nederland (RINO Zuid). De verzoeksters hebben op 9 november 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van RINO Zuid van 24 maart 2016, waarin werd besloten om tot 1 november 2017 geen nieuwe opleidingsdeelnemers voor de opleiding tot gezondheidszorgpsycholoog toe te laten. De rechtbank heeft het beroep doorgezonden naar RINO Zuid ter behandeling als bezwaarschrift en het verzoek om voorlopige voorziening als hangende bezwaar aangemerkt.
De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De verzoeksters vroegen om ten minste drie psychologen toe te laten tot de opleiding in het voorjaar van 2021. De voorzieningenrechter twijfelt echter of RINO Zuid als bestuursorgaan kan worden aangemerkt en of de brief van 24 maart 2016 als appellabel besluit kan worden beschouwd. Tevens wordt opgemerkt dat de termijn voor het indienen van bezwaar ruim vier jaar is overschreden, wat niet zonder meer verschoonbaar is.
Uiteindelijk concludeert de voorzieningenrechter dat, gezien de twijfels over de bevoegdheid en ontvankelijkheid, het verzoek om voorlopige voorziening te verstrekkend is. Daarom wordt het verzoek afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 2 december 2020 en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.