ECLI:NL:RBZWB:2020:6063

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
3 december 2020
Publicatiedatum
4 december 2020
Zaaknummer
AWB- 20_8589
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling in proceskosten na intrekking beroep inzake boete op grond van de Participatiewet

In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 december 2020 uitspraak gedaan in een verzoek om veroordeling in de proceskosten. De verzoekster, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. V.M.C. Verhaegen, had beroep ingesteld tegen een besluit van het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren, dat op 10 augustus 2020 een boete van € 1.668,- had opgelegd op basis van de Participatiewet. Na herziening van het besluit op 22 oktober 2020, verlaagde Orionis de boete naar € 635,-. Hierop trok de verzoekster haar beroep in, maar verzocht de rechtbank om veroordeling van Orionis in de proceskosten.

De rechtbank heeft, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten. De rechtbank overwoog dat, gezien het herziende besluit van Orionis, deze gedeeltelijk tegemoet was gekomen aan de verzoekster. Op grond van artikel 8:75a van de Awb heeft de rechtbank Orionis veroordeeld in de proceskosten die de verzoekster heeft gemaakt, vastgesteld op € 525,- voor de beroepsmatige rechtsbijstand.

Daarnaast merkte de rechtbank op dat Orionis op basis van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 48,- aan verzoekster dient te vergoeden, waardoor een aparte veroordeling hiervoor niet nodig was. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/8589 PW
uitspraak van 3 december 2020 van de enkelvoudige kamer op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam verzoekster] , te [plaatsnaam] , verzoekster,

gemachtigde: mr. V.M.C. Verhaegen,
en

het dagelijks bestuur van Orionis Walcheren, verweerder.

Procesverloop

De gemachtigde van verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van 10 augustus 2020 (bestreden besluit) van Orionis inzake het opleggen van een boete van € 1.668,- op grond van de Participatiewet.
Bij besluit van 22 oktober 2020 heeft Orionis het bestreden besluit herzien en de boete verlaagd naar € 635,-.
Vervolgens heeft de gemachtigde van verzoekster het beroep ingetrokken, met het verzoek Orionis te veroordelen in de proceskosten. Orionis heeft bij brief van 17 november 2020 aangegeven bereid te zijn de proceskosten te vergoeden.
De rechtbank heeft, met toepassing van artikel 8:54, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb kan de rechtbank, indien het beroep wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit het besluit van 22 oktober 2020 dat Orionis, in ieder geval gedeeltelijk, aan verzoekster is tegemoetgekomen. Hierin ziet de rechtbank aanleiding Orionis te veroordelen in de door verzoekster gemaakte proceskosten.
Deze kosten stelt de rechtbank op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 525,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 525, en wegingsfactor 1).
3. De rechtbank overweegt ten overvloede dat Orionis op grond van artikel 8:41, zevende lid, van de Awb het griffierecht van € 48,- aan verzoekster dient te vergoeden, zodat een veroordeling daartoe niet nodig is.
Beslissing
De rechtbank veroordeelt Orionis in de proceskosten van verzoekster tot een bedrag van € 525,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 3 december 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij de rechtbank.