Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
strafvan acht jaren of meer is gesteld, te weten diefstal met geweld in vereniging en/of afpersing in vereniging (artikel 312 en/of 317 Wetboek van Strafrecht), opzettelijk een personenauto (Audi) en pepperspray en op vuurwapens gelijkende voorwerpen, bestemd tot het begaan van dat misdrijf, voorhanden heeft gehad.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan feit 1;
een gevangenisstraf van 12 (twaalf) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
9.Bijlage I
met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en deze poging diefstal te doen voorafgaan, te doen vergezellen en/of te doen volgen van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] en/of een of meer anderen, te plegen met het oogmerk om die voorgenomen diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf en/of andere deelnemer(s) aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, die [slachtoffer] en/of een of meer anderen een of meer doorgeladen vuurwapens heeft/hebben getoond, en/of die [slachtoffer] en/of een of meer anderen onder schot heeft/hebben gehouden en/of vervolgens met die vuurwapen(s) op/in de richting van die [slachtoffer] en/of een of meer anderen heeft/hebben geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
heeft gemaakt tot het plegen van een ripdeal;
10.Bijlage II
(onderzoek Ryoliet)van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 2067.
Om 20:05 uur vroeg [medeverdachte 1] hoe het ervoor stond. [naam 3] antwoordde dat het pas de volgende dag werd. Om 20:41 uur schreef [naam 3] “Je kan [naam 11] ”. [medeverdachte 1] vroeg om een foto. [naam 3] schreef dat [medeverdachte 1] nu kon komen en vroeg of hij opgehaald kon worden in Zierikzee. [medeverdachte 1] zei dat hij nu ging., waarna [naam 3] een foto stuurde met daarop hennep afgebeeld. [medeverdachte 1] vroeg om een locatie en vroeg of die man naar [naam 12] kon komen op de parkeerplaats bij de [bedrijf] . Om 20:52 uur vroeg [medeverdachte 1] aan [naam 3] of hij hem niet ging nakken, waarop [naam 3] antwoordde dat hij dat natuurlijk niet zou doen. [naam 3] had ook problemen met die [naam 1] . [medeverdachte 1] vroeg of die man met de wieri (wiet) komt, waarop [naam 3] antwoordde dat die man dacht dat hij zelf kwam.
[medeverdachte 1] dacht dat die man niet alleen naar buiten zou komen. [naam 3] zei dat hij dat ook niet zou doen voor een halve liter (kilo). De man had aan [naam 3] aangegeven dat hij met nog iemand kwam. [medeverdachte 1] vroeg of ze konden afspreken bij de parkeerplaats bij de [bedrijf] . [naam 3] antwoordde dat de man niet met een zak wiet op die parkeerplaats wilde staan in verband met camera’s. Voor die flat was een parkeerplaats. [medeverdachte 1] moest niet stressen, want wat kon er gebeuren. Die man ziet het nooit aankomen. [naam 3] moest doorgeven dat het een uur later werd. [naam 3] gaf aan dat [medeverdachte 1] op die parkeerplaats moest doorrijden tot achter en dan staat die man daar misschien al voor die tijd. [naam 3] vroeg in wat voor een auto [medeverdachte 1] reed, die aangaf in een grijze Audi te rijden. [naam 3] zei dat de man in een rode golf 3 kwam. [naam 3] had die man nog nooit uit die man zijn buurt gezien. Ze spraken altijd daar af. Om 22:14 uur gaf [medeverdachte 1] aan dat hij er over 10 minuten zou zijn. [naam 3] moest zeggen dat [naam 3] met iemand anders was die reed. En als hij vraagt waarom je iemand anders had gestuurd, moest [naam 3] zeggen dat het zijn neef was. Want [medeverdachte 1] wilde zeker weten dat die man de wiet bij zich had. [naam 3] vroeg waarom, waarop [medeverdachte 1] zei dat hij eerst iemand die wiet liet bekijken. [naam 3] zei dat [medeverdachte 1] niet zo moest stressen, omdat die man dacht dat [naam 3] kwam, dus die had sowieso de wiet bij zich. Om 22:22 uur gaf [medeverdachte 1] aan dat hij er stond en dat hij er heen zou lopen. Om 22:26 uur schreef [medeverdachte 1] dat die man er niet stond. Hij had de auto geparkeerd en was er lopend heen gegaan. Hij zag geen Golf. [medeverdachte 1] vroeg waar die man stond. [naam 3] schreef dat de man helemaal achterin de parking stond in zijn auto. Het was de laatste auto, een rode Golf. [medeverdachte 1] zei dat er geen rode Golf stond. [naam 3] schreef dat die man reageerde dat het een rode Swift was. [naam 3] vroeg of [medeverdachte 1] daar nog was, waarop [medeverdachte 1] antwoordde dat hij was weg gereden. Om 22:33 uur schreef [medeverdachte 1] dat hij weer terug ging. [medeverdachte 1] zei dat die man naar de busstation moest komen, want misschien stond die man daar wel met zijn bradda (broer). [naam 3] schreef “ja en dan ze hebben dan toch wellou guns bij. Er is niks om te stressen die man denkt dat ik kom". [medeverdachte 1] zei dat hij die man niet zag. [naam 3] zei dat hij toch mee had moeten gaan en vroeg om een foto waar [medeverdachte 1] stond. [medeverdachte 1] stuurde een foto van de garageboxen en zei dat hij bij die garages was. [naam 3] zei dat de man gewoon achter op die parkeerplaats staat. “Maar faka man hij staat daar gwn je hebt kaulo 2 straps gek. Wat kan er mis gaan”. Kaulo strap betekend in straattaal tering geweren. [naam 3] moest doorgeven dat die man naar [medeverdachte 1] moest komen, omdat hij hem wilde verrassen. Om 22:43 uur stuurde [medeverdachte 1] nog een foto van de garageboxen waar hij stond. [naam 3] gaf aan dat de man wilde dat er opgeschoten moest worden,, anders ging die man zo weg. [medeverdachte 1] moest bij die man komen anders geen wiet. Om 22:49 uur stuurde [medeverdachte 1] een en vroeg of het deze flat was. [naam 3] zou wel een foto sturen van de locatie. [medeverdachte 1] moest de [adres 2] op en dan op de parkeerplaats helemaal naar achteren rijden. Zo simpel was het. Om 22:54 uur schreef [naam 3] als laatste “Kil”.
weten. [naam 5] kwam nog met de naam [naam 6] , maar deze persoon deed [medeverdachte 1] niet, omdat [naam 6] een klant van hem was.
Op 12 januari 2020 om 21:18 uur schreef [medeverdachte 1] dat er in Hulst mensen zijn met zuen (wiet) en dat hij ze wilde rippen. [medeverdachte 1] vroeg “Ben je aan”, waarop [naam 5] reageerde “Ja tog maar Ben [naam 16] . [medeverdachte 1] kwam hem halen en [naam 5] moest [naam 7] contacten. [naam 5] moest aan [naam 7] vragen of die een halve liter (kilo) kon fiksen. [naam 5] wilde het telefoonnummer hebben. [medeverdachte 1] schreef “ik neem je nu mee OP. Een ganga.” [naam 5] wist dit. [medeverdachte 1] schreef dat hij “ [naam 1] ga ik nakken van halbe liter zuen”. [medeverdachte 1] kwam naar hem toe, waarop [naam 5] vroeg hoe laat [medeverdachte 1] er zou zijn. [medeverdachte 1] stuurde zijn locatie naar [naam 5] (zie punt 1 bij GPS). [medeverdachte 1] zei dat [naam 5] zich warm moest aankleden, omdat ze ergens gingen wachten tot ze die persoon konden pakken. [naam 5] vroeg of dat ding zeker was. Om 21:26 uur stuurde [medeverdachte 1] het bericht dat hij bij de tol stond en schreef dat [naam 5] die [naam 7] moest connecten. [naam 5] moest paraat staan. Om 21:50 uur schreef [medeverdachte 1] dat [naam 5] moest komen.
Op 12 januari 2020 om 13:09 uur stuurde [verdachte] dat hij dadelijk een mannetje ging voegen op
snapchat en dat hij met die man ging praten. Misschien dat deze man wel te lokken was. Maar deze man accepteerde het nog niet in ieder geval. [verdachte] had er twee gevoegd. [medeverdachte 1] schreef dat hij er ook eentje had via wikr. Om 15:43 uur vroeg [medeverdachte 1] waar [verdachte] was, die aangaf bij zijn oma te zijn. Hij bleef daar eten. Om 17:12 uur schreef [medeverdachte 1] “ik heb paar opties. We gaan 2mans ff aanpakken”. [medeverdachte 1] stuurde een schermafbeelding van een WhatsApp gesprek dat [medeverdachte 1] tussen 17:07 uur en 17:10 uur gehad heeft met het contact [naam 3] schreef in dat gesprek dat hij genoeg mensen kende die zij konden racen. [verdachte] vroeg “Waar”, waarbij [medeverdachte 1] schreef “overkant”. [verdachte] schreef dat hij [medeverdachte 1] na het eten zou komen ophalen. Om 17:49 uur vroeg [verdachte] of het nog door ging. [medeverdachte 1] schreef om 18:04 uur “miss 2 races. 1 in zzee. 2de in terri. Allebei halve liter. Dus liter intotaal”. [verdachte] ging kijken of er geen politiecontroles waren. [medeverdachte 1] zei dat ze met zijn tweeën gingen. Om 18:25 uur schreef [medeverdachte 1] “neem spray mee”. [verdachte] vroeg “Balharen of gwn normale g?" [medeverdachte 1] antwoordde “ene [naam 4] ”. [medeverdachte 1] stuurde een foto van een zakje met hennep. Om 18:34 schreef [medeverdachte 1] “ik Ben echte nak aan het regelen.” [verdachte] zei dat hij er honger van kreeg. Om 18:45 uur stuurde [medeverdachte 1] en audio bericht over zijn handschoenen die nog in de auto van [verdachte] lagen. Om 19:09 uur schreef [medeverdachte 1] dat hij de man zijn nummer naar [verdachte] stuurde, omdat de man het niet vertrouwde. Om 19:15 uur stuurde [verdachte] een bericht dat hij bijna klaar was en dan het ding pakken en daar wat weg zetten. [medeverdachte 1] vroeg welk ding, waarop [verdachte] antwoordde met “spray”. [medeverdachte 1] schreef dat zze (Zierikzee) morgen was en dat Terneuzen zo dadelijk was. Om 19:56 uur schreef [verdachte] dat hij er was, waarop [medeverdachte 1] antwoordde dat hij erana kwam. Om 22:24 uur schreef [medeverdachte 1] “en??”.
A= Nee.
V= Hoezo niet?
A= Ik ben niet vaak met hem op pad gegaan.
V= Hoe vaak dan wel?
A= Dat hij zin had om te rijden twee keer.
A= Een echt vuurwapen.
A= Ik had maar een balletjespistool toch. Dus ik zei dat ik een echte ging regelen. Toen zei [verdachte] dat dit nog beter was.
V= Dus [verdachte] wist dat het om een echt vuurwapen ging?
A= Dat denk ik wel. Ik weet niet.
A= Gewoon. Ik dacht dat hij misschien wel wat wilde gaan verdienen.
A= Of hij mee wou.
V= Vervolgens schreef jij “ [naam 1] ga ik nakken van een halve liter zuen”, waarop [naam 8] antwoordde met “Oooh” (bijlage 25, bladzijdes rechts onderin 1180 en 1181). Wie werd er hier met [naam 1] bedoeld?
A= [slachtoffer] .
V= Wat betekent het woord “nakken”?
A= Af pakken.
A= Zoals ik al zie, misschien wilde hij wat bij verdienen.
V= Maar jullie waren al onderweg met zijn tweeën. Als je dan een derde erbij haalt, dan moetje de buit toch door meer mensen verdelen?
A= Dat gun ik hem toch.
V= Hoeveel zou [naam 8] krijgen dan?
A= Gewoon, wat ik ook krijg.
V= En dat was hoeveel?
A= Geen idee.
V= En hoeveel zou [verdachte] krijgen?
A- Dat weet ik niet.
V= Wie bedoelde jij met “driver”?
A= [verdachte] .
A= Dat ik twee pistolen op zijn hoofd zou zetten en dan alles zou pakken.
V= Op wie zijn hoofd?
A= Op [slachtoffer] natuurlijk.
V= Hoe vaak heb jij [slachtoffer] voor de schietpartij al geript?
A= Drie keer.
A= Toen [medeverdachte 1] aan kwam rijden bij mijn woning. Toen zag ik dat ding voor het eerst.
A= Ik zou de bewaker zijn. Ik ben een grote jongen. De chauffeur zou zogenaamd gaan kopen. Wij zouden dan in actie gaan komen.
A= [medeverdachte 1] zou met die geweer komen en ik zou die zak wiet pakken.