Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
(gevoegd ttz.)
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- te slaan tegen het lichaam en
- te schoppen tegen het been.
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De benadeelde partijen
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan feit 1 ten laste gelegd onder parketnummer 02/158822-20;
een gevangenisstraf van 14 (veertien) maanden, waarvan 6 (zes) maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 (twee) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
bijzondere voorwaarden:
10.Bijlage I
- (met een honkbalknuppel) te slaan tegen de knie en/of het gezicht en/of het lichaam, en/of
- te schoppen en/of te trappen tegen het been en/of het lichaam;
- die [Slachtoffer 2] (met een honkbalknuppel) te slaan tegen zijn knie en/of het lichaam, en/of
- die [Slachtoffer 3] (met een honkbalknuppel) te slaan op/in het gezicht en/of het lichaam, en/of
- die [Slachtoffer 3] te schoppen en/of trappen tegen het been en/of het lichaam.
11.Bijlage II
(onderzoek Ryoliet)van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 2067.
Om 20:05 uur vroeg [Medeverdachte 1] hoe het ervoor stond. [Naam] antwoordde dat het pas de volgende dag werd. Om 20:41 uur schreef [Naam] “Je kan [Naam] ”. [Medeverdachte 1] vroeg om een foto. [Naam] schreef dat [Medeverdachte 1] nu kon komen en vroeg of hij opgehaald kon worden in Zierikzee. [Medeverdachte 1] zei dat hij nu ging., waarna [Naam] een foto stuurde met daarop hennep afgebeeld. [Medeverdachte 1] vroeg om een locatie en vroeg of die man naar [Naam] kon komen op de parkeerplaats bij de [Bedrijfsnaam] . Om 20:52 uur vroeg [Medeverdachte 1] aan [Naam] of hij hem niet ging nakken, waarop [Naam] antwoordde dat hij dat natuurlijk niet zou doen. [Naam] had ook problemen met die [Slachtoffer 1] . [Medeverdachte 1] vroeg of die man met de wieri (wiet) komt, waarop [Naam] antwoordde dat die man dacht dat hij zelf kwam.
[Medeverdachte 1] dacht dat die man niet alleen naar buiten zou komen. [Naam] zei dat hij dat ook niet zou doen voor een halve liter (kilo). De man had aan [Naam] aangegeven dat hij met nog iemand kwam. [Medeverdachte 1] vroeg of ze konden afspreken bij de parkeerplaats bij de [Bedrijfsnaam] . [Naam] antwoordde dat de man niet met een zak wiet op die parkeerplaats wilde staan in verband met camera’s. Voor die flat was een parkeerplaats. [Medeverdachte 1] moest niet stressen, want wat kon er gebeuren. Die man ziet het nooit aankomen. [Naam] moest doorgeven dat het een uur later werd. [Naam] gaf aan dat [Medeverdachte 1] op die parkeerplaats moest doorrijden tot achter en dan staat die man daar misschien al voor die tijd. [Naam] vroeg in wat voor een auto [Medeverdachte 1] reed, die aangaf in een grijze Audi te rijden. [Naam] zei dat de man in een rode golf 3 kwam. [Naam] had die man nog nooit uit die man zijn buurt gezien. Ze spraken altijd daar af. Om 22:14 uur gaf [Medeverdachte 1] aan dat hij er over 10 minuten zou zijn. [Naam] moest zeggen dat [Naam] met iemand anders was die reed. En als hij vraagt waarom je iemand anders had gestuurd, moest [Naam] zeggen dat het zijn neef was. Want [Medeverdachte 1] wilde zeker weten dat die man de wiet bij zich had. [Naam] vroeg waarom, waarop [Medeverdachte 1] zei dat hij eerst iemand die wiet liet bekijken. [Naam] zei dat [Medeverdachte 1] niet zo moest stressen, omdat die man dacht dat [Naam] kwam, dus die had sowieso de wiet bij zich. Om 22:22 uur gaf [Medeverdachte 1] aan dat hij er stond en dat hij er heen zou lopen. Om 22:26 uur schreef [Medeverdachte 1] dat die man er niet stond. Hij had de auto geparkeerd en was er lopend heen gegaan. Hij zag geen Golf. [Medeverdachte 1] vroeg waar die man stond. [Naam] schreef dat de man helemaal achterin de parking stond in zijn auto. Het was de laatste auto, een rode Golf. [Medeverdachte 1] zei dat er geen rode Golf stond. [Naam] schreef dat die man reageerde dat het een rode Swift was. [Naam] vroeg of [Medeverdachte 1] daar nog was, waarop [Medeverdachte 1] antwoordde dat hij was weg gereden. Om 22:33 uur schreef [Medeverdachte 1] dat hij weer terug ging. [Medeverdachte 1] zei dat die man naar de busstation moest komen, want misschien stond die man daar wel met zijn bradda (broer). [Naam] schreef “ja en dan ze hebben dan toch wellou guns bij. Er is niks om te stressen die man denkt dat ik kom". [Medeverdachte 1] zei dat hij die man niet zag. [Naam] zei dat hij toch mee had moeten gaan en vroeg om een foto waar [Medeverdachte 1] stond. [Medeverdachte 1] stuurde een foto van de garageboxen en zei dat hij bij die garages was. [Naam] zei dat de man gewoon achter op die parkeerplaats staat. “Maar faka man hij staat daar gwn je hebt kaulo 2 straps gek. Wat kan er mis gaan”. Kaulo strap betekend in straattaal tering geweren. [Naam] moest doorgeven dat die man naar [Medeverdachte 1] moest komen, omdat hij hem wilde verrassen. Om 22:43 uur stuurde [Medeverdachte 1] nog een foto van de garageboxen waar hij stond. [Naam] gaf aan dat de man wilde dat er opgeschoten moest worden,, anders ging die man zo weg. [Medeverdachte 1] moest bij die man komen anders geen wiet. Om 22:49 uur stuurde [Medeverdachte 1] een en vroeg of het deze flat was. [Naam] zou wel een foto sturen van de locatie. [Medeverdachte 1] moest de [Adres] op en dan op de parkeerplaats helemaal naar achteren rijden. Zo simpel was het. Om 22:54 uur schreef [Naam] als laatste “Kil”.
Op 12 januari 2020 om 21:18 uur schreef [Medeverdachte 1] dat er in Hulst mensen zijn met zuen (wiet) en dat hij ze wilde rippen. [Medeverdachte 1] vroeg “Ben je aan”, waarop [Naam] reageerde “Ja tog maar Ben [Naam] . [Medeverdachte 1] kwam hem halen en [Naam] moest [Naam] contacten. [Naam] moest aan [Naam] vragen of die een halve liter (kilo) kon fiksen. [Naam] wilde het telefoonnummer hebben. [Medeverdachte 1] schreef “ik neem je nu mee OP. Een ganga.” [Naam] wist dit. [Medeverdachte 1] schreef dat hij “ [Slachtoffer 1] ga ik nakken van halbe liter zuen”. [Medeverdachte 1] kwam naar hem toe, waarop [Naam] vroeg hoe laat [Medeverdachte 1] er zou zijn. [Medeverdachte 1] stuurde zijn locatie naar [Naam] (zie punt 1 bij GPS). [Medeverdachte 1] zei dat [Naam] zich warm moest aankleden, omdat ze ergens gingen wachten tot ze die persoon konden pakken. [Naam] vroeg of dat ding zeker was. Om 21:26 uur stuurde [Medeverdachte 1] het bericht dat hij bij de tol stond en schreef dat [Naam] die [Naam] moest connecten. [Naam] moest paraat staan. Om 21:50 uur schreef [Medeverdachte 1] dat [Naam] moest komen.
Op 12 januari 2020 om 13:09 uur stuurde [Medeverdachte 2] dat hij dadelijk een mannetje ging voegen op
snapchat en dat hij met die man ging praten. Misschien dat deze man wel te lokken was. Maar deze man accepteerde het nog niet in ieder geval. [Medeverdachte 2] had er twee gevoegd. [Medeverdachte 1] schreef dat hij er ook eentje had via wikr. Om 15:43 uur vroeg [Medeverdachte 1] waar [Medeverdachte 2] was, die aangaf bij zijn oma te zijn. Hij bleef daar eten. Om 17:12 uur schreef [Medeverdachte 1] “ik heb paar opties. We gaan 2mans ff aanpakken”. [Medeverdachte 1] stuurde een schermafbeelding van een WhatsApp gesprek dat [Medeverdachte 1] tussen 17:07 uur en 17:10 uur gehad heeft met het contact [Naam] schreef in dat gesprek dat hij genoeg mensen kende die zij konden racen. [Medeverdachte 2] vroeg “Waar”, waarbij [Medeverdachte 1] schreef “overkant”. [Medeverdachte 2] schreef dat hij [Medeverdachte 1] na het eten zou komen ophalen. Om 17:49 uur vroeg [Medeverdachte 2] of het nog door ging. [Medeverdachte 1] schreef om 18:04 uur “miss 2 races. 1 in zzee. 2de in terri. Allebei halve liter. Dus liter intotaal”. [Medeverdachte 2] ging kijken of er geen politiecontroles waren. [Medeverdachte 1] zei dat ze met zijn tweeën gingen. Om 18:25 uur schreef [Medeverdachte 1] “neem spray mee”. [Medeverdachte 2] vroeg “Balharen of gwn normale g?" [Medeverdachte 1] antwoordde “ene dave”. [Medeverdachte 1] stuurde een foto van een zakje met hennep. Om 18:34 schreef [Medeverdachte 1] “ik Ben echte nak aan het regelen.” [Medeverdachte 2] zei dat hij er honger van kreeg. Om 18:45 uur stuurde [Medeverdachte 1] en audio bericht over zijn handschoenen die nog in de auto van [Medeverdachte 2] lagen. Om 19:09 uur schreef [Medeverdachte 1] dat hij de man zijn nummer naar [Medeverdachte 2] stuurde, omdat de man het niet vertrouwde. Om 19:15 uur stuurde [Medeverdachte 2] een bericht dat hij bijna klaar was en dan het ding pakken en daar wat weg zetten. [Medeverdachte 1] vroeg welk ding, waarop [Medeverdachte 2] antwoordde met “spray”. [Medeverdachte 1] schreef dat zze (Zierikzee) morgen was en dat Terneuzen zo dadelijk was. Om 19:56 uur schreef [Medeverdachte 2] dat hij er was, waarop [Medeverdachte 1] antwoordde dat hij erana kwam. Om 22:24 uur schreef [Medeverdachte 1] “en??”.
A= Gewoon. Ik dacht dat hij misschien wel wat wilde gaan verdienen.
A= Of hij mee wou.
V= Vervolgens schreef jij “ [Slachtoffer 1] ga ik nakken van een halve liter zuen”, waarop [Verdachte] antwoordde met “Oooh” (bijlage 25, bladzijdes rechts onderin 1180 en 1181). Wie werd er hier met [Slachtoffer 1] bedoeld?
A= [Slachtoffer 1] .
V= Wat betekent het woord “nakken”?
A= Af pakken.
A= Zoals ik al zie, misschien wilde hij wat bij verdienen.
V= Maar jullie waren al onderweg met zijn tweeën. Als je dan een derde erbij haalt, dan moetje de buit toch door meer mensen verdelen?
A= Dat gun ik hem toch.
V= Wie bedoelde jij met “driver”?
A= [Medeverdachte 2] .
A= Dat ik twee pistolen op zijn hoofd zou zetten en dan alles zou pakken.
V= Op wie zijn hoofd?
A= Op [Slachtoffer 1] natuurlijk.
A: Ik was de chauffeur. We zijn toen naar daar gegaan. We kwamen aan. Er was niets. We waren alweer onderweg naar huis.
A: Ik dacht snel een graantje mee te pikken.
V: Van wat?
A: Ik wilde iets mee pikken van wiet.
V: Hoe dan?
A: Oneerlijk.
V: Wat bedoel je daarmee?
A: Door het mee te nemen zonder te betalen.
V: Wie had jou benaderd om mee te gaan dan?
A: Ik heb er zelf om gevraagd.
V: Aan wie?
A: Ik had dat aan [Medeverdachte 1] gevraagd.
V: Maar als jij het niet aan [Medeverdachte 1] had gevraagd, hoe zou hij anders dan naar Terneuzen zijn gegaan.
A: Dat weet ik niet.
V: maar hoe kwam [Medeverdachte 1] dan bij jou?
A: Ik had een paar dagen van te voren al een balletje opgegooid.
V: Waarom had jij dat balletje opgegooid.
A: Ik kon dat goed gebruiken.
V: Wat is “dat”?
A: Geld
A: Ik had zelf aangeboden om dat mee te nemen. Dat heeft niemand mij gevraagd.
V: Maar waarom had jij dat mee, als jij alleen moest chauffeuren?
A: Iets van veiligheid. Je weet maar nooit.
A: Minimaal 200,- euro. Dit kon ik wel gebruiken.
V: Wie had jou dat aangeboden?
A: Ik zou dat van hun krijgen.
A: Ik wist het al, voordat ik vertrok.
V: Van wie dan?
A: De enige met wie ik contact had, was [Naam] .
Wij zijn met zijn drieën over het parkeerterrein naar deze mannen toegelopen. Zonder iets te zeggen werd ik plotseling geslagen Ik voelde hierdoor veel pijn waardoor ik door mijn benen zakte en op de grond viel
.Ik zag dat [Naam] de honkbalknuppel in zijn rechterhand vasthield. Nadat ik was geslagen, zag ik dat [Slachtoffer 3] tevoorschijn kwam. Ze hebben mij gelaten en ik zag en hoorde daarna dat ze zich botvierden op [Slachtoffer 3] . Ik zag dat
[Slachtoffer 3]op het hoofd en gezicht werd geslagen. Ik heb nog steeds veel pijn aan mijn been.
,zagen een persoon [Slachtoffer 3] , geboren op [Geboortedag slachtoffer 3] -1978 te [geboorteplaats slachtoffer 3] , met verwonding in het gezicht. Wij zagen dat er op de linkerwang van [Slachtoffer 3] een wond zat.
:Wie is [Slachtoffer 3]
?A
:Ik heb deze jongen geslagen. Hij rende naar mij toe met zijn handen naar mij toe en toen heb ik hem geslagen met de vlakke hand.
A
:Ik heb hem alleen een kopstoot gegeven
.