12.Bijlage II
De bewijsmiddelen
02/159036-19
Aangezien verdachte ten aanzien van het tenlastegelegde feit een bekennende verklaring heeft afgelegd en ter zake daarvan geen vrijspraak is bepleit, zal worden volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen als bedoeld in artikel 359, derde lid, van het Wetboek van Strafvordering en acht de rechtbank dat feit wettig en overtuigend bewezen, gelet op:
- het proces-verbaal van bevindingen van 3 juli 2019, pagina 23 van het eindproces-
verbaal;
- het proces-verbaal aangetroffen wapen en munitie van 30 juli 2019, pagina’s 24 en
25 van het eindproces-verbaal;
- de bekennende verklaring van verdachte ter terechtzitting van 4 december 2020.
02/035162-20
primair
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer wordt daarmee, tenzij anders vermeld, bedoeld een paginanummer van het eindproces-verbaal met documentnummer [document] van Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant, Districtsrecherche De Markiezaten, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 t/m 1436.
1. Het proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 1] , pagina’s 43 en 44. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020, omstreeks 0:10 uur, kreeg ik, verbalisant [verbalisant 1] , de opdracht om te gaan naar het [adres] in Bergen op Zoom. Om 00:16 uur kwam ik ter plaatse. Op de kruising van het [adres] met de Artilleriestraat zag ik dat een man ineengedoken tegen een lantaarnpaal aanzat. Ik zag dat de man, naar later bleek [slachtoffer] , volledig onder het bloed zat en dat hij geen schoenen droeg. Bij deze man zag ik twee andere mannen zitten. Dit bleken te zijn: [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik zag dat zij ook bloed aan hun handen en kleding hadden. Daarnaast zag ik dat de handen van [medeverdachte 1] rondom zijn knokkels gezwollen waren en dat zijn knokkels rood verkleurd waren.
Ik zag dat het gezicht van [slachtoffer] ernstig verwond was. Ik zag dat beide ogen ernstig waren gezwollen en dat hij deze niet kon openen. Ik zag dat er boven zijn linker wenkbrauw een snee van ongeveer vier centimeter zat. Ik zag dat er zich op het achterhoofd van [slachtoffer] een open wond bevond van ongeveer twee centimeter lengte. Ik zag dat er twee rode striemen parallel aan elkaar diagonaal over zijn rug liepen. Deze striemen lagen ongeveer drie centimeter uit elkaar en waren ongeveer 25 centimeter lang. Ook zag ik dat het slachtoffer een open wond op zijn rechter scheenbeen had, deze wond was ovaal van vorm en had een diameter van ongeveer vijf centimeter.
Ik hoorde dat [slachtoffer] tegen het ambulancepersoneel zei dat hij ruzie had gehad met zijn broer.
2. Het proces-verbaal van bevindingen van 8 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 2] , pagina’s 63 en 64. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020 omstreeks 00:10 uur kreeg ik, verbalisant [verbalisant 2] , van de meldkamer het verzoek te gaan naar het [adres] te Bergen op Zoom. Omstreeks 0:15 uur kwam ik ter plaatse. Ik zag een manspersoon zeer bebloed op de stoep zitten. Hij was onder behandeling bij ambulancepersoneel. Ik zag er een tweetal andere mannen er omheen staan, later bij mij bekend geworden als zijnde [verdachte] en [medeverdachte 1] . Ik hoorde een mij verder onbekend gebleven manspersoon mij melden dat hij had gezien dat de bebloede man door de twee mannen op de locatie was gelegd waar wij hem nu troffen. Ik hoorde de man vervolgens verklaren dat hij had gezien dat de mannen die de bebloede man naar buiten had gedragen, die twee mannen waren die nu om hem heen stonden. De onbekend gebleven man bedoelde hiermee [verdachte] en [medeverdachte 1] .
Ik zag op de stoep en de galerij bij de woning [adres] een compleet sleepspoor liggen van een rood bruine vloeistof, waarvan ik ambtshalve inschat dat dit bloed was. Ik zag in dat sleepspoor hier en daar ook plasjes met bloed.
Ik zag duidelijk dat er verschillende verdikkingen zaten op de gewrichten van de handen van [verdachte] . Ook zag ik dat er meerdere bloedvlekken zaten op de handen van [verdachte] en op zijn linkervoet.
In de woning zag ik eveneens bloedsporen, te weten in de hal, de keuken en de woonkamer. Op het aanrecht in de keuken zag ik twee messen liggen, met daarop bloedsporen. Daarnaast zag ik op het aanrecht een lege wijnfles staan met op de buitenzijde op het etiket bloedsporen.
3. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 4] van 8 februari 2020, pagina 133 en 134. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Ik stond beneden bij de trap, toen ik zag dat er een man uit een woning op de bovenverdieping naar buiten werd getrokken. Twee mannen hielden de man vast en legden hem voor de deur. Ik zag dat de man aan schouders en voeten van de trap af werd gedragen. Vervolgens liep ik naar de deur van mijn woning. Ik hoorde toen een vreemd geluid, alsof er iets van de trap rolde. Ik keek om de hoek van het balkon om te kijken wat er gebeurde. Ik zag dat het slachtoffer door één van de mannen bij de voeten werd vastgehouden. Ik zag dat de andere man hem man nog een beetje bij de schouders vasthield. Ik weet niet of het slachtoffer met zijn hoofd de grond raakte. De kale man sleurde hem aan zijn voeten mee. Ik zag dat het slachtoffer helemaal onder het bloed zat en dat hij door de mannen op de grond werd neergelegd bij de lantaarnpaal. Hierna gingen de mannen weer naar boven, waarna ze weer terug naar beneden kwamen. Ik hoorde dat zij aan de inzittenden van een voorbijrijdende bus vroegen wat er was gebeurd.
Ik zag dat de man met de baard helemaal onder het bloed zat. Zijn armen waren rood. De man had geen schoenen aan. Eén voet was bloot en daar zat ook bloed aan.
Nadat de ambulance is weggegaan heeft de politie met de twee mannen gesproken.
De man met de baard had eerst een zwart t-shirt aan en droeg later een grijsachtig t-shirt. De kale man had een donker trainingspak aan en droeg dit ook nog toen de politie er was.
4. Het proces-verbaal forensisch onderzoek plaats delict ( [adres] te Bergen op Zoom) van 10 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 3] , pagina’s 146 en 147 (en pagina’s 13 en 14 van het aanvullend procesdossier FO). Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020 werd mij, verbalisant [verbalisant 3] , verzocht om de foto’s te beoordelen die door de politie waren gemaakt omstreeks 00:33 uur naar aanleiding van het aantreffen van een zwaar gewonde man op de locatie [adres] te Bergen op Zoom.
Aan de hand van de foto’s stel ik vast dat de sleepsporen op de trap en op de galerij vanuit de richting van de voorliggende bovengelegen trap(pen) kwamen en dat deze sleepsporen in de richting van de lager gelegen trap(pen) gingen. De contactsporen en sleepsporen eindigden op het trottoir onderaan de trappen van de galerij onderaan de woning [adres] te Bergen op Zoom.
5. Het proces-verbaal forensisch onderzoek woning ( [adres] te Bergen op Zoom) van 29 juni 2020, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , pagina’s 491 t/m 509 (en pagina 16 t/m 34 van het aanvullend procesdossier FO). Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020 kwamen wij, verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] , voor een forensisch onderzoek aan op de locatie [adres] te Bergen op Zoom.
In de woonkamer zagen wij, staand in de richting van de beige lederen hoekbank, aan de bovenzijde en de linkerzijde van de poef, meerdere bloedspoorpatronen in de vorm van bloedspatten en bloedstroompatronen, welke door de verschijningsvorm geïnterpreteerd zou kunnen worden als een impactpatroon. Door ons werden drie bemonsteringen van bloed op de poef met behulp van een wattenstaafje bemonsterd en veiliggesteld (SIN AAKY5802NL, AAKY5803NL en AAKY5804NL).
Ook zagen wij meerdere bloedspatjes op de rugzijde van de lederen hoekbank en de achterkant van de bank.
Onder de bank werden bebloede schoenen en bebloede witte sportsokken aangetroffen.
In de stapel kleding die voor de badkamerdeur op de grond lag, troffen wij eveneens twee witte sportsokken aan, die bebloed waren.
In de badkamer zagen wij onder een gevulde vuilniszak een slagwapen liggen, in de vorm van een honkbalknuppel. Wij zagen dat het uiteinde van de honkbalknuppel bebloed was. Door ons werd de honkbalknuppel zo veiliggesteld dat het
handvat en het uiteinde van de knuppel elkaar niet zouden kunnen contamineren (SIN
AAKY5774NL). Voor de deuropening van de badkamer zagen wij op de vloer een stapel met kleding en handdoeken. Wij zagen dat het bovenste kledingstuk een blauwe
joggingbroek betrof. Op de joggingbroek zagen wij diverse donker gekleurde vlekken. Met behulp van de tetrabasetest zagen wij dat deze vlekken zeer waarschijnlijk
bloed betrof.
In de hal zagen zij aan de onderzijde van de deurkozijn van de voordeur een bloedspoorpatroon. Aan de hand van de verschijningsvorm zagen wij dat het een bloedcontactspoor betrof. Wij zagen dat het spoor een uitgaande richting had in de richting van de galerij. Onder de doorloopmat welke direct achter de voordeur op de vloer lag troffen wij meerdere bloedsporen aan. Op de deurbel naast de voordeur van de woning werd geen bloed aangetroffen.
Tegen de linkerzijde van de kast troffen wij een zwarte vuilniszak aan. Nadat wij de vuilniszak hadden geopend troffen wij hierin een witte bebloede sportsok aan.
Op basis van het forensisch onderzoek in de woning gelegen aan het [adres] in Bergen op Zoom kan worden geconcludeerd dat hier een geweldincident heeft plaatsgevonden. Aan de hand van het sporenbeeld in de woning is het aannemelijk dat het incident zich in de woonkamer ter hoogte van de poef van de beige lederen bank heeft plaatsgevonden. Hierbij is, gezien het bloedspattenpatroon, veel kracht gebruikt. Het is aannemelijk dat de aangetroffen slagwapen in de badkamer, in de vorm van een honkbalknuppel, gebruikt is om geweld op het slachtoffer uit te oefenen.
Aan de hand van het bloedspattenpatroon in de hal van de woning, de deurpost van de voordeur en de trappengalerij, is het zeer waarschijnlijk dat het slachtoffer naar
een lager gelegen etage is verplaatst. Er zijn geen aanwijzingen dat het slachtoffer bebloed de trappengalerij naar boven is gegaan.
6. Het proces-verbaal van bevindingen van 13 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 4] , pagina’s 513 en 514 (en pagina’s 140 en 141 van het aanvullend procesdossier FO). Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 9 februari 2020 werd door mij, verbalisant [verbalisant 4] , een onderzoek verricht in de woning aan het [adres] te Bergen op Zoom. In de keuken van voornoemde woning zag ik op de deur van het linker kastje en de deur van het tweede kastje van links onder kleine bloedspatten. Op basis van interpretatie concludeer ik dat deze sporen zeer waarschijnlijk zijn ontstaan als gevolg van een uitgeoefende kracht.
7. Het rapport van The Maastricht Forensic Institute van 26 mei 2020, opgesteld door forensisch DNA-deskundige, dr. P.J. Herbergs, pagina’s 523 t/m 526 (en pagina’s 191 t/m 194 van het aanvullend procesdossier FO). Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
Van het slagwapen zijn het bloed op het uiteinde (AAKY5774NL#01) en het handvat (AAKY5774NL#02) bemonsterd met een wattenstaafje. Ook is de bloedspat op de poef gemonsterd (AAKY5804NL). In deze bemonsteringen is met behulp van de tetrabasetest bloed aangetoond.
De opgestelde DNA-profielen zijn vergeleken met de DNA-profielen van [verdachte] (RAAL2762NL), [medeverdachte 1] (RAAS9606NL) en [slachtoffer] (REP262).
Als resultaat is naar voren gekomen dat het DNA-profiel van het bloed op het uiteinde van het slagwapen (AAKY5774NL#01) van een man afkomstig is. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van slachtoffer [slachtoffer] .
Daarnaast betreft het DNA-profiel van het celmateriaal op het handvat van het slagwapen (AAKY5774NL#02) een DNA-mengprofiel, afkomstig van celmateriaal van minimaal vier donoren, van wie zeker één man.
Om een uitspraak te doen over het mogelijke donorschap van celmateriaal van [verdachte] in de bemonstering van het handvat van het slagwapen (AAKY5774NL#02) is de likelihood-ratio (LR) methode toegepast. Daarbij worden de resultaten bezien in het licht van twee, elkaar uitsluitende hypothesen.
Hypothese 1: de bemonstering van het spoor bevat DNA van verdachte [verdachte] en drie onbekende, niet verwante personen.
Hypothese 2: de bemonstering van het spoor bevat DNA van vier onbekende, niet verwante personen.
De resultaten van het onderzoek zijn veel waarschijnlijker wanneer hypothese 1 juist is dan wanneer hypothese 2 juist is.
Ook is gebleken dat DNA-profiel van het bloed op de poef van een man afkomstig is. De frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Het DNA-profiel matcht met het DNA-profiel van slachtoffer [slachtoffer] .
8. Het proces-verbaal forensisch onderzoek betreffende [verdachte] (Mijkenbroek 31 Breda) van 27 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 6] , pagina’s 150 t/m 152 van het aanvullend procesdossier FO. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020 werd [verdachte] in het cellencomplex onderzocht. Door de forensisch arts, S. Drijver, werd bij hem letsel aan de knokkels en handrug van de buitenzijde van de rechterhand geconstateerd. Ik, verbalisant [verbalisant 6] , zag dat de huid hier paars verkleurd en gezwollen was.
9. Het proces-verbaal forensisch onderzoek betreffende [medeverdachte 1] (Mijkenbroek 31 Breda) van 10 februari 2020, opgesteld door verbalisanten [verbalisant 7] en Van [verbalisant 8] , pagina’s 161 en 162 van het aanvullend procesdossier FO. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 8 februari 2020 werd [medeverdachte 1] in het cellencomplex onderzocht door forensisch arts, F. van Waterschoot. Wij, verbalisanten [verbalisant 7] en Van [verbalisant 8] , zagen dat er een zwelling was rondom de knokkels van de linkerhand, een verkleuring van de knokkels van de rechterhand en drie kleine huidverkleuringen/oppervlakkige huidbeschadigingen op de linkerwreef.
10. De medische verklaring betreffende [slachtoffer] van het [ziekenhuis] van 8 februari 2020, opgestelde door SEH-arts, [arts 1] , p. 393-396 van het aanvullend procesdossier FO. Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
Er is sprake van fors traumatisch letsel bij [slachtoffer] :
1. Pneumothorax links met minimaal spoortje pleuravocht links en thoraxdrain links in situ.
2. Ribfractuur costa 5 en 6 links lateraal met dislocatie.
3. Fractuur os temporalis rechts met sub/epiduraal hematoom rechts temporaal (20 mm) met forse pneumocephalie rechts temporaal.
4. Tevens subduraal hematoom links temporaal en langs tentorium links.
5. Uitgebreide forse aangezichtsfracturen (LeFort gecombineerde type 2 en 3 beiderzijds).
Het letsel aan zijn ogen is niet te beoordelen door de zwelling. Er is gezien LeFort 3, een hersenletsel, noodzaak voor intubatie.
[slachtoffer] zal worden overgeplaatst naar het EMC voor neurochirurgie en kaakchirurgie.
11. De medische verklaring betreffende [slachtoffer] van het [ziekenhuis] van 8 februari 2020, pagina’s 388 t/m 392 van het aanvullend procesdossier FO. Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
Tijdens het consult op de SEH zijn bij [slachtoffer] neurotrauma en aangezichtsfracturen geconstateerd, onder andere een LeFort3 fractuur waarvoor OK is geïndiceerd.
De volgende diagnose is gesteld: open wond onderbeen, traumatische pneumothorax, acuut trauma met ISS.
Door de SBH-arts zijn hechtingen geplaatst.
De patiënt zal worden opgenomen op de IC. Hij is aangemeld voor ORIF middengezichtsfracturen, fractuur op niveau LeFort 2-3 met geringe dislocatie en mobiele maxilla. Op 8 februari 2020 zal de patiënt hieraan worden geopereerd.
Daarna zal de patiënt neurologisch worden gevolgd. Gedurende de eerste dag neurocontroles à 1 uur.
12. De medische verklaring betreffende [slachtoffer] van het [ziekenhuis] van 13 februari 2020, opgesteld door revalidatiearts, [arts 2] pagina’s 406 en 407 van het aanvullend procesdossier FO. Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
[slachtoffer] is gezien in consult op de afdeling neurologie vanwege traumatisch hersenletsel (o.a. sub/epiduraal hematoom rechts temporaal en subduraal hematoom links temporaal en langs tentorium links). Patiënt is nog verminderd belastbaar en er zijn aanwijzingen voor cognitieve problemen als traagheid/verminderd initiatief tevens balansproblemen. Hij wordt vooralsnog beperkt op gebied van mobiliteit, zelfverzorging en uitvoering dagelijkse activiteiten.
Patiënt wordt aangemeld voor klinische revalidatie met als doelen optimaliseren lopen, opbouwen conditie, in kaart brengen cognitie/psycho-educatie/aanleren compensatiestrategieën en hervatten dagbesteding als huishoudelijke taken, zorg voor kinderen en ter zijner tijd werkhervatting.
13. Het proces-verbaal van bevindingen van 10 maart 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 9] , pagina 831. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Uit de verkregen gegevens van de mobiele telefoon van [slachtoffer] met IMEI nummer: [imeinummer] stelde ik, verbalisant [verbalisant 9] , vast dat deze telefoon zich op
7 februari 2020 om 21:23 uur bevond onder het dekkingsgebied van het basisstation aan de Burgemeester Stulemeijerlaan te Bergen op Zoom.
14. Het proces-verbaal van bevindingen van 21 juli 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 10] , pagina 1102. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Uit de gegevens van de onder het slachtoffer [slachtoffer] inbeslaggenomen telefoon
stelde ik, verbalisant [verbalisant 10] , vast dat er op 7 februari 2020 een chatgesprek plaatsvond via Instagram tussen het account [slachtoffer] en het account [naam 2] . In deze chat staat het volgende:
- [naam 2] : “gap maak je nie druk beweeg je kont deze kant”
- [slachtoffer] : “Ik ben er max10”
- [slachtoffer] : “Loop stulemeier
- [slachtoffer] : “Beter doe deur open ben er”.
15. Het proces-verbaal van bevindingen van 21 juli 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 10] , pagina’s 950 en 951. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Uit de gegevens van de inbeslaggenomen telefoon van het merk Huawei type Kirin 710 stelde ik, verbalisant [verbalisant 10] , vast dat er op 7 februari 2020 via Instagram het volgende chatgesprek plaatsvond:
- 7-2-2020/21:19:29 uitgaand : “gap maak je nie druk beweeg je kont deze kant”
- 7-2-2020/21:24:01 inkomend : “Ik ben er max10”
- 7-2-2020/21.26.31 inkomend : “Loop stulemeier”
- 7-2-2020/21.32.41 Inkomend : “Beter doe deur open ben er”.
16. Het proces-verbaal van bevindingen van 22 april 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 10] , pagina’s 528 t/m 530. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
In het kader van het onderzoek kreeg ik een video-opname ter beschikking met een totale duur van 1:06 minuten. Ik zag en hoorde hierop het volgende:
- Ik zie dat op het telefoonscherm een man in beeld komt, die op de grond ligt en een bebloed gezicht heeft;
- Ik zie dat rechts naast deze man een persoon staat van wie alleen een sok met een blauw teenstuk en een deel van een lichtblauwe broek te zien is;
- Ik zie op de vloer enkele strepen bloed liggen;
- Ik zie dat de linkerhand van degene die filmt iets overgeeft aan de persoon met de sokken met de blauwe teenstukken;
- Terwijl de camera op en neer zwenkt, zie ik een kort moment aan de linkerzijde, een persoon van wie alleen een broek met daarop drie witte strepen en witte schoenen zichtbaar zijn;
- Ik zie dat degene die filmt een witte sok draagt, die slechts een kort moment in beeld komt;
- Ik zie dat hierna de man op de grond weer in beeld verschijnt. Hij heeft een bebloed gezicht en bebloede handen;
- Ik zie dat tegen de rechterhals van de man op de grond een voorwerp wordt gedrukt;
Bij de stemmen die te horen zijn onderscheid ik een man met een wat hogere stem (HS) die goed te verstaan is en een man met een lage stem (LS) die minder goed verstaanbaar is. Dit heeft vermoedelijk te maken met het feit dat de man met de wat hogere stem de ontvanger is van de video-opname op zijn telefoon. Ik hoor dat de mannen het volgende zeggen:
Gebelde HS: “Zeg die man moet betalen.” … “Zeg nou die man moet betalen.” “Hij hoeft niet dood, hij moet betalen maat. Ik zeg jou toch.” … “Bro, hij hoeft niet dood maat.”
Beller LS: “Ja, ja, dat doe ik niet. Hij leeft, hij leeft.”
Gebelde HS: “Laat zijn gezicht eens zien. Wat heb je gedaan? Je hebt hem goed behandeld, hè maat.” “Zeg ‘m, laat maar, laat maar, laat maar zien wat je hebt aangericht.”
17. Het proces-verbaal van bevindingen van 10 februari 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 11] , pagina 150. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Ik ben als hulpofficier van justitie aanwezig geweest bij de doorzoeking van de woning aan het [adres] te Bergen op Zoom, te weten de woning van [verdachte] en [medeverdachte 2] . Ik heb de in het onderzoek ter beschikking gestelde video-opname bekeken en ik herken de locatie van waar de video-opname is gemaakt als voornoemde woning. Ik zag dit aan de houtkleurige laminaatvloer, het gordijn voor het deurgat, de looproute en de indeling van het huis, de witte keukenkastjes en de Ajax vlag/sjaal aan de muur. Daarnaast herken ik de gewonde man in de video-opname als [slachtoffer] .
18. Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam 6] van 3 april 2020, pagina’s 565 t/m 568. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op de video-opname, die [naam 5] heeft doorgestuurd, herken ik de stemmen van [verdachte] en [naam 5] .
19. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [naam 5] van 7 april 2020, pagina’s 1417 t/m 1425. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Naar aanleiding van de video-opname kan ik verklaren dat ik werd gevideobeld door [verdachte] . Toen ik opnam zag ik dat er een jongen werd mishandeld. Hij werd in elkaar geslagen. Degene die op de video-opname spreek over betalen, dat ben ik. De andere persoon is [verdachte] . Toen hij de camera naar zich toedraaide, zag ik zijn gezicht. Ook zag ik de woning van [verdachte] en [medeverdachte 2] in beeld.
20. Het proces-verbaal van bevindingen van 9 maart 2020, opgesteld door verbalisant [verbalisant 12] , pagina’s 414 t/m 425. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 18 februari 2020 hoorde ik, verbalisant [verbalisant 12] , [slachtoffer] in het [ziekenhuis] in Bergen op Zoom. Hij verklaarde het volgende:
Ik weet nog dat ik naar Bergen op Zoom langs een vriend ging. Die vriend is [verdachte] . Wij noemen elkaar ook wel broer. Ik weet nog dat ik daar ben aangekomen. Ik ben op de bank gaan zitten en ik kreeg van [verdachte] bier. Voor de rest weet ik dat ik wakker werd in het ziekenhuis. Het zal denk ik bij [verdachte] binnen gebeurd moeten zijn, dat ik gewond ben geraakt, want daar ben ik die avond geweest.
21. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [verdachte] van 14 februari 2020, pagina’s 1246 t/m 1252. Dit proces-verbaal houdt, zakelijk weergegeven, in:
Op 7 februari 2020 was ik samen met mijn vriendin [medeverdachte 2] in mijn woning aan het [adres] te Bergen op Zoom. [medeverdachte 1] was er ook. Later kwam [slachtoffer] langs. Ik heb hem samen met [medeverdachte 1] naar beneden gedragen. [slachtoffer] zat toen onder het bloed.
22. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 9 februari 2020, pagina’s 1284 t/m 1289. Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
Ik zat bij [verdachte] en [medeverdachte 2] thuis een biertje te drinken. Op enig moment kwam er iemand aan de deur. [verdachte] en ik hebben de man naar beneden gedragen.
23. Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [medeverdachte 1] van 1 mei 2020, pagina’s 1301 t/m 1305. Deze verklaring houdt, zakelijk weergegeven, in:
Ik droeg die avond volgens mij zwarte sokken met gekleurde strepen erop.