ECLI:NL:RBZWB:2020:6418

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
17 december 2020
Zaaknummer
AWB- 20_9711PKV VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om proceskostenveroordeling in bestuursrechtelijke zaak betreffende Noodverordening COVID-19

In deze zaak heeft verzoekster, een BV gevestigd te [plaatsnaam], op 23 november 2020 bezwaar gemaakt tegen een e-mailbericht van de (loco)burgemeester van 20 oktober 2020. Dit bericht bevatte een uitleg van de Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant, die voorschriften bevatte ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19. Verzoekster heeft de voorzieningenrechter op dezelfde datum verzocht om een voorlopige voorziening te treffen. Echter, op 27 november 2020 heeft verzoekster haar verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, maar verzocht om verweerder te veroordelen in de proceskosten.

Verweerder, de burgemeester van de gemeente Roosendaal, heeft op 2 december 2020 gereageerd op het verzoek. De voorzieningenrechter heeft besloten om de behandeling van het verzoek ter zitting achterwege te laten, conform artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). In zijn overwegingen stelt de voorzieningenrechter dat op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb, in samenhang met artikel 8:84, vijfde lid, van de Awb, de voorzieningenrechter kan besluiten tot proceskostenvergoeding indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener.

De voorzieningenrechter oordeelt echter dat er in dit geval geen sprake is van tegemoetkomen door verweerder aan verzoekster. De uitleg van de Noodverordening door verweerder was feitelijk van aard en niet gericht op rechtsgevolg. Hierdoor is niet voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van de gemaakte proceskosten. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af. Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, voorzieningenrechter, en openbaar gemaakt op 11 december 2020.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/9711 VEROR VV
uitspraak van 11 december 2020 van de voorzieningenrechter op het verzoek om veroordeling in de proceskosten in de zaak tussen

[naam BV] , te [plaatsnaam] , verzoekster,

gemachtigde: mr. I.M. van den Heuvel
en

de burgemeester van de gemeente Roosendaal, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft op 23 november 2020 bezwaar gemaakt tegen het e-mailbericht van de (loco)burgemeester van 20 oktober 2020 waarin een uitleg is gegeven van de Noodverordening van de voorzitter van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant houdende voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID-19 (hierna: de Noodverordening).
Zij heeft de voorzieningenrechter op dezelfde datum verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op 27 november 2020 heeft verzoekster het verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken, met het verzoek verweerder te veroordelen in de proceskosten.
Verweerder heeft op 2 december 2020 gebruik gemaakt van de gelegenheid hierop te reageren.
De voorzieningenrechter heeft, met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een behandeling van het verzoek ter zitting achterwege gelaten.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:75a, eerste lid, van de Awb in samenhang bezien met artikel 8:84, vijfde lid, van de Awb, kan de voorzieningenrechter, indien het verzoek om voorlopige voorziening wordt ingetrokken omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het verzoekschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan veroordelen in de proceskosten.
2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter is hier geen sprake van geheel of gedeeltelijk tegemoetkomen door verweerder aan verzoekster. Verweerder heeft een uitleg gegeven van de Noodverordening met de strekking dat het [naam BV] van verzoekster gesloten moest blijven. Verzoekster heeft haar verzoek om voorlopige voorziening ingetrokken onder de mededeling dat verweerder aan het bezwaar tegemoet is gekomen. Op 25 november 2020 heeft verzoekster van verweerder een nieuwe uitleg gekregen met een voor haar gunstiger strekking. Onder omstandigheden kan de uitleg van een wettelijke bepaling aangemerkt worden als een appellabel rechtsoordeel waartegen bezwaar gemaakt kan worden, te weten als het onredelijk bezwarend is voor de eisende partij om te moeten wachten op (in dit geval) een handhavingsbesluit. Daargelaten of het voor verzoekster in dit geval onredelijk bezwarend was een appellabel besluit uit te lokken, moet worden vastgesteld dat de door verzoekster gewraakte uitleg in ieder geval niet op rechtsgevolg gericht is omdat de (loco)burgemeester van Roosendaal daartoe niet bevoegd is. Onder omstandigheden zou een uitleg van de Noodverordening door de voorzitter van de veiligheidsregio Midden- en West-Brabant een appellabel besluit kunnen opleveren. De uitleg van verweerder is een mededeling van feitelijke aard.
3. Dit betekent dat geen sprake kan zijn van tegemoetkomen in vorenbedoelde zin. Omdat niet is voldaan aan de voorwaarden voor vergoeding van gemaakte proceskosten zal het verzoek daartoe worden afgewezen.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om proceskostenveroordeling af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. E.J. Govaers, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier op 11 december 2020 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier E.J. Govaers, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.