Het proces-verbaal van aangifte van [naam 3] , pagina 22 van proces-verbaal 1, inhoudende:
Ik ben werkzaam als wijkagent voor de politie-eenheid Zeeland-West-Brabant voor het basisteam Roosendaal. Ik doe aangifte tegen, [verdachte] , woonachtig op het adres, [adres 1] te St. Willebrord.
Hij heeft op meerdere datums, tijdstip(pen) in of omstreeks de periode omstreeks 27
maart 2019 opzettelijk de eer en/of goede naam van mij aangerand. Hij deed dat met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door middel van kopieën/ geschriften te verspreiden op de voor alle publiek toegankelijke plaatsen en/of openbare weg.
Eind maart 2019 werd ik geïnformeerd door medewerkers van de gemeente Rucphen en mijn politie-collega, [naam 16] [naam 4] . Er waren op 27 maart 2019 rondom het gemeentehuis van Rucphen een aantal beschreven A4 papieren vellen aangetroffen. Deze waren aangetroffen buiten op de voor een ieder openbaar toegankelijke weg. Het gemeentehuis is gevestigd op het adres, [adres 4] te Rucphen.
De dader die dit gedaan zou hebben stond op de beveiligingscamera's van de gemeente Rucphen. Ik heb de opgeslagen beveiligingsbeelden bekeken en stelde vast dat ik de persoon die de papieren vellen rondom het gemeentehuis rondstrooide betrof te zijn: [verdachte] , geboren [geboortedag] 1955 te [geboorteplaats] en woonachtig op het adres, [adres 1] .
In de periode 2015 t/m 2018 heb ik veelvuldig persoonlijk met hem te maken gehad in mijn functie en taak als wijkagent van St. Willebrord.
Tevens heb in de voornoemde periode heel vaak door hem zelf handgeschreven affiches, borden, posters en brieven gezien en gelezen. Ik herkende ook het specifieke blokkerige handschrift dat grammaticaal herkenbaar was aan eerdere geschreven teksten van en door [verdachte] .
Op de brieven die aangetroffen werden en door [verdachte] verspreid werden op
het terrein van het gemeentehuis stonden verschillende teksten welke aan mij
refereerden. De teksten/citaten die erop stonden en die onder andere op mij betrekking hadden waren als volgt:
"Ambtenaren Handhaving BMW en de twee Wijksnuffelaars [naam 5] en [naam 6] hebben jaren een crimineel verslaafde stinkende vette darm geholpen met het slopen van mijn farm. Dank u rothonden" en
"Wijksnuffelaars [naam 7] het sprekend paard op de stal en [naam 5] twee hebben
klanten hen gezien in Groningen met een natte snee".
(Bijlagen 4 t/m 7)
Ik begreep van medewerkers van de gemeente Rucphen en politiecollega, [naam 4]
, dat, [verdachte] , nadien soortgelijke brieven en/of kopieën met
aanvullingen, op 5 april 2019 heeft achtergelaten cq verspreid op het terrein van het
gemeentehuis Rucphen. Op 18 april 2019 werden deze brieven in de brievenbus van het gemeentehuis aangetroffen.
Dezelfde soort en/andere soortgelijke brieven werden ook aangetroffen op de openbare weg verspreid in de verschillende kerkdorpen van de gemeente Rucphen. o.a in Sprundel.
Mijn politiecollega, [naam 20] , maakte mij kenbaar dat omstreeks de periode 27 maart 2019 zij rondom het politiebureau Roosendaal gevestigd op het adres, Nieuwstraat 6, dergelijke voornoemde papieren had aangetroffen. Ze had ze gelezen. Ze had deze zien liggen op de oprit naar de ingang/sluis voor de voertuigen. Dit betreft ook een voor alle publiek toegankelijke plaats op de openbare weg.
Ik voel mij door de teksten beschreven op de brieven die [verdachte] heeft opgesteld en verspreid in mijn goede naam en eer aangetast en wordt mijn naam
aangetast door onware smaad en laster feiten.