Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam verzoeker] , te [woonplaats] , verzoeker,
de burgemeester van de gemeente Breda, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
verzoeker zelf herhaaldelijkde
openbare ordeheeft verstoord. In de door de burgemeester aan dit besluit ten grondslag gelegde bestuurlijke rapportage van 24 december 2020 ziet de voorzieningenrechter ook geen concrete aanwijzingen die duiden op een leidende rol van verzoeker bij de door de burgemeester genoemde verstoring van de openbare orde tijdens de jaarwisseling 2019-2020 en bij de door hem gevreesde verstoring van de openbare orde tijdens de komende jaarwisseling. De burgemeester verwijt verzoeker dat hij niet de-escalerend is opgetreden. Ter zitting heeft verzoeker erkend dat hij vorig jaar tijdens de jaarwisseling in de wijk aanwezig was, maar volgens hem was hij toen wel degelijk de-escalerend bezig. Hij heeft benadrukt dat hij weet dat hij als jongerenwerker een voorbeeldfunctie vervult en hij begrijpt de wens van de burgemeester dat hij de komende dagen beter niet de straat (en zeker niet de wijk Hoge Vucht) op kan gaan. Hij respecteert die wens ook omdat hij niet tegenover de gemeente wil komen te staan, aldus verzoeker. Voor verzoeker is dit ook mogelijk omdat hij zijn werkzaamheden als jongerenwerker tijdelijk heeft stopgezet.
Beslissing
- wijst het verzoek toe;
- schorst het bestreden besluit;
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 178,-- aan verzoeker te vergoeden;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 1.050,--.