ECLI:NL:RBZWB:2020:7138
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Proces-verbaal
- M. Fleskens
- A. Wijffels
- J. Hoekstra
- Rechtspraak.nl
Ontnemingsvordering in strafzaak tegen veroordeelden met betrekking tot wederrechtelijk verkregen voordeel
Op 25 augustus 2020 vond een openbare zitting plaats bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant in Breda, waar de ontnemingsvorderingen van de officier van justitie werden behandeld. De vorderingen betroffen het wederrechtelijk verkregen voordeel van twee veroordeelden, aangeduid als veroordeelde 1 en veroordeelde 2. De rechtbank werd voorgezeten door mr. M. Fleskens, bijgestaan door mr. A. Wijffels en mr. J. Hoekstra. De griffier was mr. Bles en de officier van justitie was mr. Massier. Beide veroordeelden waren niet aanwezig, maar hun raadsman, mr. Doesburg, was wel aanwezig en nam waar voor mr. van ’t Landt in de zaak van veroordeelde 2.
De officier van justitie presenteerde de vorderingen, waarbij werd aangegeven dat de bedragen nog konden wijzigen door onderhandelingen over een schikking. De bedragen voor veroordeelde 1 en veroordeelde 2 werden respectievelijk gesteld op € 757.897,41 en € 7.425.132,45. De rechtbank merkte op dat het dossier beperkt was, omdat de ontnemingsdossiers nog niet beschikbaar waren. De raadsman van veroordeelden gaf aan dat er een geheimhoudingsplicht was met betrekking tot de onderhandelingen, maar dat er mogelijk een buitengerechtelijke schikking kon worden bereikt.
De rechtbank besloot om de zaak van veroordeelde 2 voor regie naar de rechter-commissaris te verwijzen, zodat de onderzoekswensen helder konden worden besproken. Voor veroordeelde 1 werd een richtdatum van 1 oktober 2020 afgesproken om de deal rond te krijgen. De rechtbank schorste het onderzoek ter terechtzitting voor onbepaalde tijd en stelde de stukken in handen van de rechter-commissaris. De voorzitter gaf aan dat de oproeping van de veroordeelden en hun raadslieden zou plaatsvinden tegen het tijdstip waarop het onderzoek ter zitting zou worden voortgezet.