Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
[naam eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Feiten
Wettelijk kader
Omvang geding
Beoordeling rechtbank
1. Een welke diagnose is aan de orde omstreeks 13.-01-2019?
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 24 februari 2020, wordt de aanvraag van eiseres voor een Wajonguitkering behandeld. Eiseres, geboren op 13 januari 2001, had op 6 november 2018 een aanvraag ingediend, die door het UWV op 13 december 2018 werd afgewezen. Het UWV stelde dat eiseres geen arbeidsvermogen had, maar dat er mogelijk in de toekomst wel arbeidsvermogen zou kunnen ontstaan. Eiseres maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar het UWV verklaarde dit bezwaar ongegrond in een besluit van 25 juli 2019. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank bespreekt de feiten en overwegingen rondom de aanvraag en de afwijzing door het UWV. De rechtbank stelt vast dat er een gebrek aan onderzoek en motivering is in de besluitvorming van het UWV. De rechtbank benadrukt dat het UWV de situatie van eiseres moet beoordelen volgens een vastgesteld stappenplan, dat niet is gevolgd. De rechtbank geeft het UWV de gelegenheid om de geconstateerde gebreken binnen zes weken te herstellen. Eiseres heeft aangevoerd dat zij blijvend geen arbeidsvermogen heeft en dat de behandeling niet gericht is op verbetering van haar situatie, maar op stabilisatie.
De rechtbank concludeert dat het UWV onvoldoende heeft onderbouwd dat er geen duurzaam ontbreken van arbeidsvermogen is. De rechtbank past de bestuurlijke lus toe, wat inhoudt dat het UWV de kans krijgt om de gebreken in de besluitvorming te herstellen. De rechtbank zal pas een einduitspraak doen na het herstel van het besluit door het UWV.