10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om
die diefstal gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd op de openbare weg
en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2:afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 3:medeplegen van opzettelijk iemand van de vrijheid beroven en beroofd houden;
feit 4:diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te
nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels;
feit 5:opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander
toebehoort, onbruikbaar maken;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 18 maanden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Vordering tenuitvoerlegging
- wijst de vordering tot tenuitvoerlegging af, maar verlengt de proeftijd met één jaar;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer] van
€ 4.972,98, waarvan € 1.972,98 ter zake van materiële schade en € 3.000,00 ter zake van immateriële schade en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 3 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] , € 4.972,98 te betalen en vermeerderd met de wettelijke rente, berekend vanaf 3 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 59 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Sterk, voorzitter, mr. Speekenbrink en mr. Ides Peeters, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Van Krevel, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 maart 2021.
Mr. Ides Peeters en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
Bijlage I: De tenlastelegging
1
hij op of omstreeks 3 juli 2020 te Tilburg, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten Baden Powelllaan, en/of in een personenauto, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een portemonnee/portefeuille (met inhoud onder andere een bankpas)
en/of een telefoon en/of airpods en/of een rugzak (met inhoud) en/of een Applewatch, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), onder andere, meermalen:
- die [slachtoffer] (gezeten op zijn fiets) tot stilstand heeft/hebben gedwongen, en/of
- op (zeer) korte afstand van die [slachtoffer] is/zijn gaan staan, en/of
- die [slachtoffer] bij zijn arm heeft/hebben vastgepakt, en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn lichaam heeft/hebben geduwd, en/of
- vervolgens een auto ingeduwd/ingesleurd, en/of
- ( op dwingende wijze) aan die [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd hoeveel geld hij bij zich had, en/of
- die [slachtoffer] meermalen in/op diens gezicht/hoofd heeft/hebben geslagen, en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij zijn familie zouden pakken als hij aangifte zou gaan doen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
(art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht, art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
2
hij op of omstreeks 3 juli 2020 te Tilburg, althans in Nederland, op de openbare weg, te weten Baden Powelllaan en/of in een personenauto, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [slachtoffer] heeft gedwongen tot afgifte van onder andere een portemonnee/portefeuille (met inhoud, met onder andere een bankpas) en/of een telefoon en/of airpods en/of een rugzak (met inhoud) en/of een Applewatch en/of het ter beschikking stellen van gegevens, te wetende pincode van de bankpas ( [bank] ), in elk geval enig goed en/of enige gegevens, geheel of ten dele toebehorende aan die [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan
verdachte, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s), onder andere, meermalen:
- die [slachtoffer] (gezeten op zijn fiets) tot stilstand heeft/hebben gedwongen, en/of
- op (zeer) korte afstand van die [slachtoffer] is/zijn gaan staan, en/of
- die [slachtoffer] bij zijn arm heeft/hebben vastgepakt, en/of
- die [slachtoffer] tegen zijn lichaam heeft/hebben geduwd, en/of
- vervolgens een auto ingeduwd/ingesleurd, en/of
- ( op dwingende wijze) aan die [slachtoffer] heeft/hebben gevraagd hoeveel geld hij bij zich had, en/of
- die [slachtoffer] meermalen in/op diens gezicht/hoofd heeft/hebben geslagen, en/of
- tegen die [slachtoffer] heeft/hebben gezegd dat zij zijn familie zouden pakken als hij aangifte zou gaan doen, althans woorden van soortgelijke dreigende aard of strekking;
(art 312 lid 2 ahf/sub2 Wetboekvan Strafrecht, art 317 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 317 lid 3 Wetboek van Strafrecht)
3
hij op of omstreeks 3 juli 2020 te Tilburg, althans in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [slachtoffer] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door die [slachtoffer] meermalen in/op zijn gezicht/hoofd te slaan en/of vervolgens die [slachtoffer] (op de achterbank) in een auto te duwen en/of die [slachtoffer] —gedurende een aantal uren - in die auto mee te nemen/te vervoeren;
(art 282 lid 1 Wetboek van Strafrecht, art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht)
4
hij op of omstreeks 3 juli 2020 te Tilburg en/of Rotterdam, althans in Nederland en/of België, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, meermalen met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft/hebben weggenomen een geldbedrag (circa 1100 euro), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), terwijl verdachte en/of zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf
heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen hoeveelheid geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten een (met behulp van geweld) gestolen ( [bank] )bankpas en/of pincode.
(art 310 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht, art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht)
5
hij op of omstreeks 30 augustus 2020 te Tilburg, opzettelijk en wederrechtelijk een politiecel (nr. 408) en/of een intercom, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander, te weten aan de Politie Eenheid Zeeland-West-Brabant toebehoorde, heeft vernield,
beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
(art 350 lid 1 Wetboek van Strafrecht)
Bijlage II: De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer 2020173141 / ZB4R020089 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 579. Alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1. Het proces-verbaal van verhoor van de Belgische politie d.d. 3 juli 2020 (pg. 115), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Op 03/07/2020 omstreeks 03:00 uur ben ik bij mijn vriend vertrokken met de fiets. Hij woont in Nederland, Tilburg. Ik ben met de fiets vertrokken naar huis. In de Baden Powelllaan in n Tilburg ben ik tegengehouden.
Ik heb verwondingen aan mijn rechteroog en neus.
Nadat ik uit de auto gezet was, ben ik beginnen wandelen omdat ik wilde aanbellen bij een woning. Ik zag toen een politieauto op mij afrijden en ben beginnen liften. Vervolgens zijn jullie gekomen.
2. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 5 juli 2020 (pg. 131), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
A: Ik reed met mijn fiets over de Lage Witsiebaan in de richting van de bocht naar het Paletplein. in de richting van de Baden Powelllaan. Ik bemerkte toen dat zij al achter mij aan reden met hun auto. Op de hoek van de Vlierlaan en de Lage Witsiebaan hebben ze toen geprobeerd mij klem te rijden. Ik kon hun toen ontwijken en zag dat hun een klein stukje de Vlierlaan in reden. Ik ben vervolgens doorgefietst. Toen ik vervolgens over de Baden Powelllaan reed zag ik dat ik werd ingehaald door die zelfde auto. Ik zag dat de auto vervolgens net voorbij de Wijnruitweg langs de kant ging staan. Ik was er toen ongeveer 20 a 30 meter vandaan. Een van de jongens die sprong voor mijn fiets en dwong mij te stoppen. Ik werd gedwongen om mijn fiets op slot te zetten. Ik werd door die andere jongen bij mijn arm gepakt.
V: Wie is er uit de auto gestapt om drinken te halen?
A: Dat was de jongen die eerst bestuurder was en daarna bijrijder was.
3. Het proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 24 juli 2020 (pg. 135), voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
A: Eén van de mannen die achterin zit, die later in het midden zat, stapte toen uit en kwam achter mij staan. De bijrijder, die voor mij stond, die vroeg of ik geld bij had en hoeveel geld ik bij me had. Onder dwang pakte ik mijn portemonnee. Ik liet zien, en ik zei dat er niet veel in zat. Toen heeft de bijrijder de portemonnee uit mijn handen gepakt. Ik heb daarna mijn portemonnee niet meer gezien. Ik moest de rest van mijn zakken legen. Toen ik mijn telefoon pakte, namen ze deze af. Ik had ook airpods in mijn oren.
De bijrijder, die voor mij stond, riep iets over mijn pinpas en geld. Op dat moment werd ik in de auto geduwd. Via de kant van de bijrijder moest ik langs een opgeklapte stoel achterin plaatsnemen. Er zat toen al iemand rechts achter in de auto achter de bijrijdersstoel. Daar moest ik langs af. Ik werd links in de hoek geduwd, achter de bestuurder. De man die mij in de auto duwde kwam toen naast mij zitten, in het midden. De bestuurder zette toen zijn stoel zover naar achter dat ik niet meer kon bewegen. Ik zat toen nog rechtop in de auto. De bijrijder begon toen tegen mij te praten. Hij begon over mijn pincode en dergelijke. Nog voordat ik antwoord kon geven kreeg ik al twee of drie klappen tegen mijn hoofd en oog. Ze hadden iets gezegd over pinnen in Rotterdam, ik zei dat dat dan toch ook hier kon. Toen kreeg ik nogmaals klappen tegen mijn gezicht. Toen heb ik mijn pincode gegeven.
Toen zijn ze gaan rijden. Toen hebben ze mijn rugzak van mijn rug gepakt en afgenomen. Ik zag op een gegeven moment ook de Erasmusbrug. Niet lang hierna, ik denk 5 minuten ofzo, hebben ze aan een persoon gevraagd of er een 24-uurs pintautomaat was. Daar zijn ze gewisseld van bestuurder. De bijrijder is de bestuurder geworden, en de bestuurder werd hier bijrijder. Ik had mijn applewatch toen nog om, en hierna moest ik deze ook afgeven.
Hierna zijn we richting een tankstation gereden. Daar zijn we op een parkeerplaats bij de vrachtwagens gestopt. De bestuurder en bijrijder stapten uit. De bijrijder is toen volgens mij drinken gaan halen. Hij had toen een mondkapje op. Daar ben ik ook kort uit de auto geweest om te mogen plassen in de berm. De man die naast mij zat, in het midden achterin, die stapte ook uit. Ik stapte hierna via de bijrijderskant uit. Ook de bestuurder kwam bij ons staan zodat ik niet weg kon. Toen zijn we nog ergens gestopt waar ze daadwerkelijk het geld hebben kunnen pinnen. De bijrijder stapte hier uit. Wij zijn toen een stukje gaan rijden. Voor mijn gevoel stapte de bijrijder pas na 10 minuten of langer pas weer in de auto. De bijrijder zei dat hij geld van mijn rekening had gehaald, iets van 1100 euro dacht ik.
We zijn hierna doorgereden en een goede 20 of 30 minuten later werd ik uit de auto gezet. Ik moest op de grond gaan liggen met mijn capuchon op en mijn handen vooruit.
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 augustus 2020 (pg. 141), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Door ons werd aangever [slachtoffer] nader gehoord. Hem werden tijdens dit verhoor vier foto's getoond.
Foto 1: [medeverdachte 2] , geboren [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats]
Foto 2: [medeverdachte 1] , geboren [geboortedag] 2000 te [geboorteplaats]
Foto 3: [medeverdachte 3] , geboren [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
Foto 4: [verdachte], geboren [geboortedag] 1997 te [geboorteplaats]
A: Nummer drie (3) heeft de hele rit naast mij gezeten.
V: Hoe is dat gegaan? Wie heeft wat gezegd en wie heeft wat gedaan?
A: Twee (2) is voor mijn fiets gaan staan. Persoon twee(2). En persoon drie (3) is half naast slash achter mij gaan staan. Zodat ik niet weg kon.
En toen ben ik door nummer drie (3) mee in de auto geduwd en is daarna meteen naast mij gaan zitten zodat ik niet meer weg kon.
V: Zijn er ook dingen van jou afgepakt?
A: Uhm... nou ja, ik had op een gegeven moment mijn rugzak nog om toen ik de auto ingeduwd werd dus die hebben ze uiteindelijk half achter mijn rug af werd getrokken zeg maar.
A: En ik had airpods in en die probeerden ze ook uit mijn oor te trekken maar ik was net iets sneller dan in dit geval persoon nummer drie (3) die dat probeerde en toen hebben ze die ook gepakt.
V: Ik las in jouw verklaring dat er wordt gesproken over verbale bedreigingen met betrekking tot een mes en eventueel een vuurwapen waarvan jij zegt ik heb die niet gezien?
A: Correct.
V: Ik lees hier ook dat jouw familie bedreigd werd als je aangifte zou doen. Klopt dat?
A: Correct.
V: Wie heeft dat gezegd?
A: Volgens mij zowel de persoon op foto een (1) als twee (2). Als ik aangifte zou doen dan zouden ze achter mijn familie aankomen.
V: En wanneer hebben ze dat gezegd?
A: Net voordat ze los hebben gelaten, nadat het geld gepind is. Tussen zeg maar het moment van geld pinnen en mij loslaten in hebben ze dat gezegd. Meerdere malen overigens hoor. Het is geen een keer geweest onderweg maar eigenlijk een paar keer, dat stukje.
5. Het geschrift, te weten de rekeningafschriften van rekeningnummer [rekeningnummer] t.n.v. [slachtoffer] in de periode van 2 juli 2020 tot en met 5 juli 2020 (pg. 155), voor zover inhoudende:
Datum
Naam/omschrijving
Bedrag af
03-07
[tankstation] BREDA
Betaalautomaat 06:31 pasnr. 006
12,80
03-07
[tankstation] BREDA
Betaalautomaat 06:32 pasnr. 006
20,00
03-07
Geldmaat [adres] Zundert
Geldautomaat 07:06 pasnr. 006
300,00
03-07
Geldmaat [adres] Zundert
Geldautomaat 07:07 pasnr. 006
300,00
03-07
Geldmaat [adres] Zundert
Geldautomaat 07:08 pasnr. 006
300,00
03-07
Geldmaat [adres] Zundert
Geldautomaat 07:09 pasnr. 006
300,00
03-07
Geldmaat [adres] Zundert
Geldautomaat 07:19 pasnr. 006
40,00
6. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 14 oktober 2020 (pg. 564), voor zover inhoudende als verklaring van [verdachte] :
A: [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] zijn uitgestapt en zijn naar het slachtoffer gegaan. Ik hoorde dat [medeverdachte 1] zei, kom rijden. Ik hoorde dat hij dat zei tegen [medeverdachte 2] en die is toen achter het stuur gaat zitten. [medeverdachte 1] ging toen als bijrijder zitten en [medeverdachte 3] zat naast mij tussen mij en het slachtoffer.
A: Ik weet wel dat [medeverdachte 2] ging pinnen.
V: Maar had hij ook geld gepind?
A: Ja, hij had geld, hield dat bij zich en zijn gaan rijden.
7. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 oktober 2020 (pg. 573), voor zover inhoudende als verklaring van [verdachte] :
Dus wij waren onderweg. [medeverdachte 1] hij remt. Hij remt hard, hij stopt en meteen hij ging uitstappen van de auto. Hij is uitgestapt en toen, ik zat achter, voor mij zat [medeverdachte 2] en naast mij zat [medeverdachte 3] , dus [medeverdachte 3] hij was ook uitgestapt. Hun waren allebei uitgestapt. Zij hebben die slachtoffer gepakt. En toen is die slachtoffer naar binnen gegaan, [medeverdachte 3] is ook naar binnen gegaan. [medeverdachte 3] , die slachtoffer zat tussen ons en toen ze [medeverdachte 1] tegen [medeverdachte 2] , “Kom rijden, kom rijden, kom rijden”.
En toen hij is weer teruggekomen met drinken voor iedereen, ook voor het slachtoffer. Hij zei, ik ga pinnen. Hij is weggegaan en toen hij is teruggekomen, [medeverdachte 1] ging besturen, hij ging die auto rijden, op die moment snap je. En [medeverdachte 1] ging beetje verderop, verderop rijden, dus hij zei tegen die slachtoffer, “stap uit, stap uit”. Dus die slachtoffer, ging uitstappen, hij is uitgestapt en hij zei niet terugkijken, ga daar gewoon liggen, dus die slachtoffer ging liggen en [medeverdachte 1] ging van daar wegrijden.
8. Het proces-verbaal aangifte d.d. 31 augustus 2020 (pg. 200), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 3] namens politie Zeeland-West-Brabant:
Gisteren, zondag 30 augustus 2020, tussen 17:00 - 20:00 uur, zat genoemde verdachte
[verdachte] ingesloten in cel 408. Op het moment dat een collega arrestantenverzorger, [naam 1] , het luik open deed, zag zij dat verdachte [verdachte] zijn gehele cel had besmeurd.
Vanochtend, maandag 31 augustus 2020, omstreeks 09:00 uur werd geconstateerd dat ook
de intercom van cel 408 onbruikbaar was. In deze intercom was een hoeveelheid voedsel
gepropt, waardoor deze niet meer functioneerde en gerepareerd moet worden door een
externe instantie.
Cel 408, gelegen in het Regiokantoor van de Politie-eenheid Zeeland-West-Brabant aan
de Ringbaan-West 232 te Tilburg, is in de periode tussen 30 augustus 2020, 17:00 uur,
en 30 augustus 2020, 20:00 uur, alleen gebruikt door verdachte [verdachte]
. Genoemde cel is daarna buiten werking
gesteld en hierin heeft dus geen andere persoon gezeten tussen 31-08-2020, 20:00 uur, en 31-08-2020, 09:00 uur.
9. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2020 (pg. 210), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Op zaterdag 29 augustus 2020 omstreeks 13.18 uur werd in het cellencomplex aan de
Ringbaan-west 232 te Tilburg een arrestant genaamd [verdachte] ingesloten. Hij werd ingesloten in cel 8.
Zondag 30 augustus rond 18.30 uur arrestant zijn cel (zo goed als mogelijk) laten
schoonmaken omdat hij zijn deur en luikje besmeurd had met etenswaar die hij even
hiervoor had gekregen. Rond 20.00 uur belde arrestant weer en klonk zijn intercom helemaal dof en belemmerd. Collega's [naam 1] en [naam 2] gingen kijken wat er aan de hand was met de intercom. De intercom van cel 8 was zodanig vernield door het te
besmeuren met eten, dat er aangifte van vernieling door politie is gedaan.
10. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 september 2020 (pg. 543), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
De verdachte geeft uiteindelijk toe dat hij dingen op de muren heeft gesmeerd en de camera heeft dicht gesmeerd.