ECLI:NL:RBZWB:2021:1154
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling van griffierecht
Op 12 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser, wonende te [plaatsnaam], en het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 2 september 2020, waarin werd besloten tot terugvordering van een te veel verstrekte bijstandsuitkering. Dit bezwaar werd door Baanbrekers aangemerkt als een beroepschrift en op 20 november 2020 door de rechtbank ontvangen.
De rechtbank heeft eiser gewezen op de verplichting tot betaling van griffierecht, zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser ontving op 25 december 2020 een aangetekende brief waarin hij werd geïnformeerd dat het griffierecht niet was ontvangen en dat hij dit binnen vier weken moest betalen om ontvankelijkheid van het beroep te waarborgen. Ondanks deze waarschuwing is het griffierecht niet tijdig betaald.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen, waardoor het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan en verklaart het beroep niet-ontvankelijk. Deze beslissing is genomen op basis van de relevante artikelen uit de Awb, die de procedure rondom griffierechten en de gevolgen van niet-tijdige betaling regelen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot verzet tegen deze uitspraak binnen zes weken.