ECLI:NL:RBZWB:2021:1249
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor de bouw van een kas in strijd met bestemmingsplan en provinciaal beleid
Op 11 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres, een agrarisch bedrijf dat snijbloemen kweekt, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. De eiseres had een omgevingsvergunning aangevraagd voor de bouw van een glazen tuinbouwkas van 70 bij 72 meter. Het college verleende aanvankelijk de vergunning, maar na bezwaar van een concurrent, [naam bedrijf], werd deze vergunning op 7 april 2020 alsnog geweigerd. De rechtbank moest beoordelen of het college op goede gronden de omgevingsvergunning had geweigerd.
De rechtbank constateerde dat de aanvraag voor de omgevingsvergunning in strijd was met het bestemmingsplan en de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant, die kassenbouw in het gebied waar de kas zou komen, verbiedt. De rechtbank oordeelde dat het college terecht had geoordeeld dat de vergunning geweigerd moest worden, omdat de belangen van de ruimtelijke ordening zwaarder wogen dan de belangen van de eiseres. De rechtbank benadrukte dat het college de provinciale regelgeving in zijn belangenafweging had moeten meenemen, en dat het niet onredelijk was om het provinciale verbod op kassenbouw in de groenblauwe mantel als zwaarwegend te beschouwen.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van de eiseres ongegrond, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 11 maart 2021, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.