ECLI:NL:RBZWB:2021:1360

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
19 maart 2021
Publicatiedatum
22 maart 2021
Zaaknummer
02-038768-20
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
  • mr. J. Dekker
  • mr. M. Froger
  • mr. F. Fleskens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor meervoudige diefstal, afpersing en vrijheidsberoving via dating-app

Op 19 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die betrokken was bij een reeks gewelddadige diefstallen en afpersingen. De verdachte, geboren in 2000, werd beschuldigd van het in vereniging plegen van diefstal met geweld, (poging tot) afpersing, vrijheidsberoving en vernieling. De feiten vonden plaats tussen september 2019 en februari 2020, waarbij slachtoffers via de dating-app Grindr werden benaderd en onder valse voorwendselen naar afgelegen locaties werden gelokt. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan alle tenlastegelegde feiten, gebaseerd op getuigenverklaringen, forensisch bewijs en de verklaringen van medeverdachten. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vijf jaar op, waarbij rekening werd gehouden met de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers. De slachtoffers ervoeren ernstige psychische gevolgen van de gebeurtenissen, waaronder angst en trauma. De rechtbank wees ook schadevergoedingen toe aan de benadeelde partijen, die de financiële gevolgen van de misdrijven trachtten te verhalen op de verdachte.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
parketnummer: 02/038768-20
vonnis van de meervoudige kamer van 19 maart 2021
in de strafzaak tegen
[Verdachte]geboren op [Geboortedag] 2000 te [Geboorteplaats]
wonende op [Adres verdachte]
raadsman mr. A.S. van der Biezen, advocaat te ’s-Hertogenbosch.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de zitting van 5 maart 2021, waarbij de officier van justitie, mr. De Graaf, en de verdediging hun standpunten kenbaar hebben gemaakt.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat verdachte, samen met een ander,
  • in de nacht van 6 op 7 februari 2020 in Loon op Zand de heer [Slachtoffer 1] van zijn vrijheid heeft beroofd door hem te bedreigen, vast te tapen en in de kofferbak van zijn eigen auto te stoppen, waarna zijn telefoon, portemonnee en pinpas, waarmee direct daarna in Merksplas (België) geld werd gepind, werden weggenomen.
  • op 4 februari 2020 in Raamsdonk een pet van de heer [Slachtoffer 2] heeft weggenomen nadat deze van achteren bij zijn nek werd vastgepakt.
  • op 30 januari 2020 in Biezenmortel de heer [Slachtoffer 3] van zijn vrijheid heeft beroofd door hem te bedreigen, vast te tapen en in de kofferbak van zijn eigen auto te stoppen, waarna zijn telefoon, portemonnee en pinpas, waarmee direct daarna in Udenhout geld werd gepind, werden weggenomen.
  • op 27 september 2019 in Dongen een telefoon van de heer [Slachtoffer 4] heeft gestolen nadat deze met een stok op zijn achterhoofd werd geslagen.
  • op 25 september 2019 in Raamsdonksveer een portemonnee, telefoon en pincode van de heer [Slachtoffer 5] heeft gestolen nadat deze van zijn fiets werd getrokken en met een tak tegen zijn hoofd werd geslagen, waarna er met de buitgemaakte pinpas in Waspik geld werd gepind
  • op 23 september 2019 in Raamsdonk geprobeerd heeft de heer [Slachtoffer 6] te beroven, waarbij hem een klap op het achterhoofd werd gegeven.
  • op 21 september 2019 in Kaatsheuvel een telefoon, pinpas en pincode heeft gestolen van de heer [Slachtoffer 7] , waarbij deze werd geschopt en bedreigd, waarna er met de buitgemaakte pinpas in Tilburg werd gepind.
  • op 2 augustus 2019 in Loon op Zand geld en een jas heeft gestolen van de heer [Slachtoffer 8] , waarbij deze werd geduwd en geslagen, en hij de auto van [Slachtoffer 8] heeft beschadigd.

3.De voorvragen

De dagvaarding is geldig.
De rechtbank is bevoegd.
De officier van justitie is ontvankelijk in de vervolging.
Er is geen reden voor schorsing van de vervolging.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte alle tenlastegelegde feiten heeft gepleegd. Hij baseert zich daarbij onder andere op de aangiftes, de bekennende verklaring van medeverdachte [Medeverdachte] , de appgesprekken tussen verdachten onderling, de gesprekken met [Naam 1] en [Naam 2] , de mastgegevens van de onder (mede)verdachte in beslag genomen telefoons, de gegevens die gevonden zijn op de onder (mede)verdachte in beslag genomen telefoons en de ANPR gegevens van de auto van verdachte.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging is van mening dat de rechtbank niet tot een bewezenverklaring kan komen en wijst daarbij op het alternatieve scenario dat door verdachte is geschetst, namelijk dat hij zijn auto en telefoon regelmatig uitleende. Nu het dossier geen direct bewijs bevat voor betrokkenheid van verdachte kan dit scenario niet worden uitgesloten, wat maakt dat verdachte moet worden vrijgesproken. Telefoonmast-, en ANPR-gegevens bewijzen niets ten aanzien van de aanwezigheid van verdachte. Ook het aantreffen van gesprekken op telefoons levert geen bewijs voor het sturen van die berichten door verdachte. Verdachte is nooit herkend en er heeft met geen van de aangevers een fotoconfrontatie plaatsgevonden. Verdachte dient dan ook integraal te worden vrijgesproken.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
4.3.1
De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen zijn in bijlage II aan dit vonnis gehecht.
4.3.2
De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Door de verdediging is betoogd dat er geen enkel bewijs voorhanden is waaruit zou blijken dat het verdachte is geweest die bij de feiten zoals vermeld op de tenlastelegging betrokken is geweest. De rechtbank overweegt in dat verband als volgt.
Blijkens de aangiftes die zijn gedaan door de diverse slachtoffers werd in alle gevallen door de daders gebruik gemaakt van eenzelfde specifieke werkwijze. Zij hebben namelijk allemaal via de dating-app “ [Naam 3] ” een afspraak gemaakt met een jongen. De naam die daarbij door de dader werd gebruikt wisselde. De jongen stelde zich voor als ‘ [Naam 4] ’, ‘ [Naam 5] ’, ‘ [Naam 6] ’ ‘ [Naam 7] ’, ‘ [Naam 8] ’, ‘ [Naam 9] ’ en ‘ [Naam 10] ’. Deze jongen stelde in alle gevallen een afgelegen ontmoetingsplek voor, waar de aangevers telkens door twee personen werden opgewacht. Geld, telefoons, pinpassen en pincodes werden aangevers afhandig gemaakt, waarbij geweld niet werd geschuwd. Aangevers werden door één van de twee daders aangesproken terwijl zij door de tweede dader van achteren werden aangevallen. Ze werden vast gegrepen, geduwd, geschopt, geslagen (al dan niet met een stok of tak) en in twee gevallen vastgebonden en vervoerd in de kofferbak van hun eigen auto, zodat de daders konden gaan pinnen. Eenmaal is het bij een poging gebleven omdat het slachtoffer wist te ontkomen. Tijdens het pinnen werd meerdere malen een dader gezien met een jas van The North Face.
De vraag is of verdachte één van de twee daders is geweest. In zijn algemeenheid stelt de rechtbank vast dat blijkens de bewijsmiddelen zoals in bijlage II opgenomen er meerdere concrete aanwijzingen zijn dat verdachte bij meerdere feiten betrokken is geweest. In ieder geval kan worden vastgesteld dat de auto van verdachte bij meerdere feiten is gebruikt en dat zijn telefoon ook meerdere malen heeft aangestraald op masten die binnen het bereik van de plaats delict vielen en die passen bij de route die door de daders zou zijn afgelegd.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte zijn auto en zijn telefoon met regelmaat uitleent aan derden. De rechtbank stelt met betrekking tot dat verweer voorop dat er van de verdediging meer mag worden verwacht dan de enkele stelling dat verdachte de bij de feiten betrokken auto en telefoon niet gebruikte. Zeker wanneer het gaat om een veelvoud aan feiten, waarbij verdachte telkens betrokken lijkt te zijn, vraagt dit bewijs om meer dan een ontkenning. Daar komt bij dat er ook ander bewijs voorhanden is op basis waarvan verdachte als één van de daders kan worden aangemerkt.
Zo werden onder verdachte verschillende telefoons in beslag genomen waarop de applicatie [Naam 3] stond. Op deze toestellen werden ook profielfoto’s en namen aangetroffen die overeen kwamen met de profielfoto’s en namen die bij het maken van de afspraken met de slachtoffers op [Naam 3] werden gebruikt. Daarnaast verklaart medeverdachte [Medeverdachte] over een aantal feiten die hij samen met eenzelfde mededader heeft gepleegd. Uit de verklaring zoals [Medeverdachte] die heeft afgelegd en de overige stukken in het dossier kan naar het oordeel van de rechtbank worden vastgesteld dat [Medeverdachte] daarbij doelt op verdachte. Immers, [Medeverdachte] verklaart onder andere dat de auto van zijn mededader werd gebruikt bij de feiten, dat hij een aantal feiten met dezelfde persoon heeft gepleegd en dat de mededader de afspraken en de telefoons regelde. De verklaring van [Naam 1] , de goederen die zijn aangetroffen onder verdachte en het technisch bewijs ondersteunen de verklaring van [Medeverdachte] en maken dat de rechtbank ervan uitgaat dat daar waar [Medeverdachte] het heeft over de mededader hij over verdachte spreekt.
Op het moment dat er, vlak voor de aanhouding, een nieuwe afspraak werd gemaakt met een “pipo uit Raamsdonksveer”, stond verdachte ook in contact met [Medeverdachte] . Hij geeft aan dat hij er “weer een heeft”, en direct nadat het beoogde slachtoffer zijn woonplaats doorgeeft, appt verdachte dit door aan [Medeverdachte] . Dat het verdachte is die zijn eigen telefoon op dat moment in bezit heeft, blijkt uit het feit dat hij op dat moment ook onder observatie stond; de verbalisanten die hem observeren zien dat hij alleen in de auto stapt.
De vraag is vervolgens bij welke feiten verdachte betrokken is geweest.
Feiten 14 en 15
Op 2 augustus 2019 werd de auto van verdachte gezien bij het wegrijden van de plaats delict en werd het kenteken doorgegeven. Er ging een burgernet melding uit, en een alerte buurman zag twee mannen naar binnengaan in de woning van [Naam 1] die voldeden aan het signalement. [Naam 1] verklaart dat dit verdachte en [Medeverdachte] waren, en geeft aan dat [Medeverdachte] kort daarna die burgernet melding liet zien met de mededeling “wie zouden dat zijn?”.
[Medeverdachte] zegt over dit feit dat hij dit heeft gepleegd, samen met dezelfde mededader als bij een tweetal andere feiten die hij heeft bekend.
Feiten 12 en 13[Medeverdachte] verklaart over dit feit dat hij dat gepleegd heeft, samen met dezelfde mededader als bij twee andere feiten die hij heeft bekend. En verder dat ze met de auto van de medeverdachte naar Tilburg zijn gereden. De route die is gereden door de daders komt overeen met het aanstralen van de mobiele telefoon van verdachte en in de kast op de slaapkamer van verdachte wordt een telefoon aangetroffen met de profielfoto van het account dat gebruikt werd om de [Naam 3] afspraak te maken. [Naam 1] verklaart dat hij op 21 september 2019 bij verdachte en [Medeverdachte] in de auto zat naar Tilburg en dat er gepind werd met een gestolen pinpas. Op camerabeelden is de auto van verdachte te zien en het feit dat [Medeverdachte] betaalt of laat betalen met de gestolen pinpas.
Feit 11
In de kast op de slaapkamer van verdachte wordt een telefoon aangetroffen met een profielfoto van het account van “ [Naam 6] ” dat gebruikt werd om de afspraak te maken. Aangever spreekt over een zilvergrijze VW Golf die hij zag wegrijden nadat de eerste date werd afgezegd en geeft aan dat de jongen “ [Naam 6] ” een zwarte jas van The North Face droeg. Het dossier bevat ten aanzien van twee andere feiten beelden van pintransacties waarbij een man is te zien met een zwarte North Face jas. Op basis van de bewijsmiddelen kan worden vastgesteld dat de mededader die [Medeverdachte] benoemt degene is die pint met een dergelijke jas en dus een dergelijke jas draagt. Zoals hiervoor overwogen gaat de rechtbank ervan uit dat dit verdachte is geweest.
Feiten 9 en 10
De bij dit feit buitgemaakte telefoon wordt in de woning van verdachte aangetroffen, de pintransactie werd gedaan door een man met een zwarte The North Face jas en in een chatgesprek met zijn broer ontvangt verdachte kort na het feit twee linkjes naar nieuwsberichten over deze overval.
Feit 8
In een kast op de slaapkamer van verdachte wordt een telefoon aangetroffen met een profielfoto van het account van “ [Naam 5] ” dat gebruikt werd om de afspraak te maken. Ook is een auto, soortgelijk aan de auto van verdachte, omschreven door aangever als zijnde een auto waarvan de daders gebruik hebben gemaakt. De telefoon van verdachte straalde vanaf 20:56 uur telefoonmasten in Dongen aan, waarbij om 21:34 uur een mast werd aangestraald die de plaats delict binnen zijn bereik had.
Feiten 5, 6 en 7
Meerdere telefoons die zijn aangetroffen bij verdachte bevatten GPS-gegevens die matchen met de pleegplaats, pleegdatum en tijd. [Naam 1] verklaart dat hij verdachte en [Medeverdachte] heeft opgehaald in Udenhout en heeft afgezet bij de auto van verdachte in Loon op Zand. Dat is ook de plek waar het slachtoffer met de dader had afgesproken. Op een onder verdachte in beslag genomen telefoon is, zeer kort na het plegen van het feit, met meerdere zoektermen op internet gezocht naar informatie over dit feit. [Medeverdachte] zegt over dit feit dat hij dit gepleegd heeft, samen met dezelfde mededader als bij twee andere feiten die hij heeft bekend. Hierbij verklaart hij ook dat zowel hij als zijn mededader hebben gepind. [Medeverdachte] ging eerst, daarna zijn mededader. De mededader wordt op de camera gezien met een zwarte The North Face jas. Tot slot zijn in de auto van verdachte handschoenen aangetroffen die soortgelijk zijn aan de handschoenen die te zien zijn op de camerabeelden van de pintransacties door de daders.
Feit 4
De pet van aangever wordt aangetroffen in de auto van verdachte. Op deze pet is een DNA-mengprofiel aangetroffen waarvan verdachte een van de mogelijke donoren is, waarvan de bewijskracht meer dan 1 miljard is en waarover verdachte verklaart dat het niet zijn pet is en verder geen enkele verklaring geeft voor het feit dat zijn DNA erop is aangetroffen. Tot slot wordt er vlak voor het feit door verdachte met [Naam 1] via WhatsApp gesproken over een check of er nog tape in de auto van [Naam 2] ligt.
Feiten 1, 2 en 3
[Medeverdachte] verklaart over dit feit dat hij dat gepleegd heeft, samen met dezelfde mededader als bij twee andere feiten die hij heeft bekend. Op de tape in de kofferbak van de auto van [Slachtoffer 1] is DNA aangetroffen van het slachtoffer maar ook van [Medeverdachte] en verdachte. Verdachte heeft hier geen verklaring voor kunnen geven.
Verdachte en [Medeverdachte] hebben ten tijde van dit feit veel contact met elkaar gehad en het slachtoffer heeft in zijn aangifte verklaard dat hij hoorde dat de man die in zijn auto zat telefonisch contact had waarbij werd gesproken over onder meer Merksplas. Verdachte en [Medeverdachte] hebben de ochtend na het feit per WhatsApp een woordenwisseling, waarbij verdachte laat weten als een debiel door België te rijden en [Medeverdachte] laat weten een uur bij ‘die sul’ te hebben gezeten. Ook [Naam 1] heeft verklaard dat [Medeverdachte] belde dat [Verdachte] naar België was en dat hij op hem moest wachten. De telefoon en auto van verdachte zijn te volgen naar de plaats delict en de pinlocatie in België en in een gesprek tussen [Naam 1] en [Medeverdachte] wordt er naar dit feit verwezen wanneer [Medeverdachte] het heeft over “dat [Verdachte] in België was”. Op een onder verdachte in beslag genomen telefoon is tijdens het feit met zoektermen over onder andere Belgische pinautomaten, opnamelimieten van Belgische banken en het verhogen van limieten op internet gezocht en is zeer kort na het feit en de dagen daarna, met meerdere zoektermen op internet gezocht naar informatie over dit feit.
De rechtbank is op grond van de bewijsmiddelen zoals opgenomen in de bijlage en de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat wettig en overtuigend kan worden bewezen dat verdachte alle aan hem ten laste gelegde feiten heeft gepleegd.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
1
in de periode van 06 februari 2020 tot en met 07 februari 2020 te Loon op Zand tezamen en in vereniging met een ander, een telefoon en een portemonnee (met inhoud) en autosleutels, die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorden, te weten aan [Slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen genoemde [Slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door die [Slachtoffer 1] met bivakmutsen te benaderen en die [Slachtoffer 1] vast te pakken en vervolgens naar de grond te werken en te drukken en die [Slachtoffer 1] woordelijk te bedreigen dat zij een mes en pistool voorhanden hadden en door die [Slachtoffer 1] te tapen;
2
in de periode van 06 februari 2020 tot en met 07 februari 2020 te Loon op Zand en elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [Slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door die [Slachtoffer 1] te tapen aan armen/handen/polsen en aan zijn mond en vervolgens die [Slachtoffer 1] in de kofferbak van zijn eigen auto te plaatsen en vervolgens met de auto van die [Slachtoffer 1] te gaan rijden terwijl die [Slachtoffer 1] in de kofferbak van zijn eigen auto lag;
3
op tijdstippen, op 07 februari 2020 te Merksplas, tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid geld van circa 3050 euro dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door (meermalen) onbevoegd gebruik te maken van bankpassen en door het onbevoegde gebruik van aan die [Slachtoffer 1] toebehorende pincodes;
4
op 4 februari 2020 te Raamsdonk, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een ander, een pet (Tommy Hilfiger), die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan van geweld tegen genoemde [Slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden door die [Slachtoffer 2] onverhoeds (langs achteren) om zijn nek te grijpen;
5
op 30 januari 2020 te Biezenmortel, gemeente Haaren tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en een portemonnee (met inhoud, w.o bankpasjes)die aan die genoemde [Slachtoffer 3] toebehoorden, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededaders die [Slachtoffer 3] met bivakmutsen hebben benaderd en hebben vastgepakt en op de grond hebben gegooid en vervolgens op die [Slachtoffer 3] hebben gezeten en die [Slachtoffer 3] op dwingende toon hebben toegevoegd dat ze geld wilden hebben en die [Slachtoffer 3] een mes hebben getoond en dat mes vlakbij het gezicht van die [Slachtoffer 3] hebben gehouden en die [Slachtoffer 3] hebben gezegd dat hij zou worden gestoken als hij niet zou meewerken;
6
op 30 januari 2020 te Biezenmortel, gemeente Haaren en elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander opzettelijk [Slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en beroofd gehouden, door die [Slachtoffer 3] te tapen aan armen en benen en vervolgens in de kofferbak van zijn eigen auto te plaatsen en die [Slachtoffer 3] over enige afstand te vervoeren en met die [Slachtoffer 3] rond te rijden terwijl hij in de kofferbak lag;
7
op 30 januari 2020 te Udenhout, tezamen en in vereniging met een ander, 5750 euro, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door (meermalen) onbevoegd gebruik te maken van bankpassen en door het onbevoegde gebruik van aan die [Slachtoffer 3] toebehorende pincodes;
8
op 27 september 2019 te Dongen tezamen en in vereniging met een ander, een gsm (Motorola, type G6), die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 4] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [Slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, door die [Slachtoffer 4] met een stok/knuppel onverhoeds achter op het hoofd te slaan en door die [Slachtoffer 4] om zijn nek vast te pakken en naar de grond te trekken (waardoor die [Slachtoffer 4] op de grond belandde) en (vervolgens, terwijl die [Slachtoffer 4] op de grond lag) tegen het lichaam te schoppen en te slaan met die stok/knuppel en die gsm uit zijn handen te trekken en die [Slachtoffer 4] toe te vertrouwen dat ze zouden stoppen met slaan als hij zou meewerken;
9
op 25 september 2019 te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn gsm en zijn portemonnee (met inhoud, w.o bankpasjes), die toebehoorden aan die [Slachtoffer 5] , welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en zijn mededader die [Slachtoffer 5] (met kracht) van zijn fiets hebben getrokken en die [Slachtoffer 5] dreigend hebben gemeld dat hij zijn telefoon en portemonnee moest geven omdat hij anders zou worden geslagen en tegen een been hebben geschopt en met een tak tegen het hoofd hebben geslagen;
10
op 25 september 2019 te Waspik, gemeente Waalwijk tezamen en in vereniging met een ander, een hoeveelheid geld,
groot circa800 euro, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde, te weten: aan [Slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten: door het onbevoegde gebruik van een aan die [Slachtoffer 5] toebehorende pinpas en bijbehorende pincode;
11
op 23 september 2019 te Raamsdonk, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 6] te dwingen tot de afgifte van een of meerdere goederen, in elk geval enig goed, dat aan die [Slachtoffer 6] toebehoorde, verdachte en zijn mededader, met voornoemd oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader, die [Slachtoffer 6] een klap tegen het (achter)hoofd hebben gegeven en hebben gesteld dat die [Slachtoffer 6] rustig moest blijven en anders gestoken zou worden en daarbij zijn hand bij zijn, verdachtes jaszak gehouden en vervolgens een klap in het gezicht van die [Slachtoffer 6] hebben gegeven en dwingend hebben gesteld: "Geef me alle spullen die je bij je hebt", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
op 21 september 2019 te Kaatsheuvel, in de gemeente Loon op Zand tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [Slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van een gsm (Apple IPhone) en een pasjeshouder (met daarin o.a. een reeks (bank)pasjes en een ID-kaart en een rijbewijs) en een fiets (type: Ventoux, met fietstas en inhoud) die aan die [Slachtoffer 7] toebehoorden, welk geweld en bedreiging met geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader voor en naast die [Slachtoffer 7] zijn gaan staan en (hard) tegen zijn heup hebben geschopt waardoor die [Slachtoffer 7] ten val kwam en op de grond viel en die [Slachtoffer 7] (in gebrekkig Engels) dwingend stelden dat hij zijn telefoon en geld moest geven en dat die [Slachtoffer 7] anders zou worden dood gestoken waarbij een stekende beweging met een voorwerp werd gemaakt in de richting van die [Slachtoffer 7] ;
13
op tijdstippen, op 21 september 2019 te Tilburg tezamen en in vereniging met anderen, een hoeveelheid geld die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededaders toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 7] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededaders dat weg te nemen geld onder hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten: door het meermalen onbevoegd gebruik maken van een aan die [Slachtoffer 7] toebehorende pinpas (het zgn. contactloos pinnen teneinde goederen te kopen);
14
op 2 augustus 2019 te Loon op Zand tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld [Slachtoffer 8] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van 40 euro en een jas, die aan die [Slachtoffer 8] toebehoorden, welk geweld hierin bestonden dat hij, verdachte en zijn mededader die [Slachtoffer 8] hebben geduwd en op een arm en tegen het hoofd, hebben geslagen;
15
op 2 augustus 2019 te Loon op Zand tezamen en in vereniging met een ander, opzettelijk en wederrechtelijk het dak en een deur van een personenauto (Suzuki Alto), die aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader, te weten aan [Slachtoffer 8] toebehoorde, heeft vernield;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

5.De strafbaarheid

Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten. Dit levert de in de beslissing genoemde strafbare feiten op.
Verdachte is strafbaar, omdat niet is gebleken van een omstandigheid die zijn strafbaarheid uitsluit.

6.De strafoplegging

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie vordert aan verdachte op te leggen een gevangenisstraf van 7 jaren.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft integrale vrijspraak bepleit. Mocht het toch tot een veroordeling komen, dan verzoekt de verdediging om een tussenbeslissing te nemen en een nader onderzoek naar de psyche van verdachte te gelasten. Gelet op de jeugdige leeftijd van verdachte moet onderzocht worden of het adolescentenstrafrecht (ASR) toegepast zou moeten worden. In ieder geval zou, conform het advies van de reclassering, een deels voorwaardelijke straf moeten worden opgelegd.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan vijftien strafbare feiten, waarbij in totaal acht slachtoffers betrokken zijn. De slachtoffers werden online benaderd via dating-app [Naam 3] en onder het voorwendsel van een date naar een afgelegen plaats gelokt, waar zij met bedreiging en toepassing van (fors) geweld werden beroofd van geld en goederen. Twee van hen werden vastgebonden met tape en in hun eigen kofferbak vervoerd, zodat verdachte en zijn mededader de tijd en gelegenheid hadden de bankrekening van het slachtoffer leeg te halen. Bij één slachtoffer is het bij een poging gebleven, doordat het slachtoffer zichzelf uit de greep van zijn belagers kon bevrijden.
Dat dit zeer heftige feiten zijn, behoeft weinig toelichting. Uit de slachtofferverklaringen en voegingsformulieren, maar met name uit het uitgeoefende spreekrecht ter zitting, blijkt duidelijk dat de slachtoffers een enorme angst en zelfs doodsangsten hebben uitgestaan. Zoals één van de slachtoffers het verwoordde: “vastgebonden in de kofferbak van je eigen auto liggen. Wat zouden ze gaan doen? De auto in brand steken? In het water duwen?”. Voor meerdere slachtoffers werd hun leven vervolgens beheerst door stress, nachtmerries, huilbuien en schaamte. De schaamte die ervoor zorgde dat er werd getwijfeld om aangifte te doen en maakte dat enkele slachtoffers het verhaal zelfs niet aan vrienden en familie durfden te vertellen.
De slachtoffers zullen nooit vergeten wat hen door verdachte en zijn mededader is aangedaan. De rechtbank neemt dit verdachte zeer kwalijk.
Net als de officier van justitie en de slachtoffers, staat de rechtbank voor de vraag hoe verdachte op zo’n jonge leeftijd komt tot het plegen van deze feiten. De vraag is natuurlijk of onderliggende problematiek een rol speelt. Om hier meer inzicht in te krijgen, is aan de reclassering verzocht een rapport op te stellen. Gelet op het feit dat verdachte ontkent en zwijgt, kan er geen gedegen inschatting worden gemaakt ten aanzien van het recidiverisico. De reclassering heeft geen acute problemen in de verschillende leefgebieden geconstateerd en tot nog toe heeft verdachte meegewerkt aan de schorsingsvoorwaarden. Mocht er een veroordeling volgen, dan is dat volgens de reclassering wel van invloed op de verschillende leefgebieden en zal er specifiek gekeken moeten worden naar onder meer het psychosociaal functioneren. De reclassering is van mening dat een deels voorwaardelijke straf wenselijk zou zijn, zodat er psychodiagnostiek kan worden ingezet.
Door de verdediging is aangevoerd dat verdachte, door zijn jonge leeftijd en de beschrijving van zijn persoonlijkheid, in aanmerking zou moeten komen voor toepassing van het ASR. De rechtbank overweegt dat er in het rapport van de reclassering aandacht is besteed aan het wegingskader voor ASR, waarbij geconcludeerd werd dat verdachte hiervoor niet in aanmerking komt. Hoewel zijn jeugdige leeftijd ASR mogelijk zou maken, ziet de rechtbank, mede gelet op voornoemde adviezen, geen doorslaggevende reden om dit hier toe te passen. De rechtbank ziet evenmin redenen het ASR toe te passen, wat maakt dat verdachte volgens het volwassen strafrecht bestraft zal worden.
De rechtbank overweegt dat de aard en ernst van de strafbare feiten vragen om een forse gevangenisstraf. Toch zal de rechtbank een lagere straf opleggen dan door de officier van justitie is geëist. Daarbij neemt de rechtbank mee, dat met betrekking tot de feiten 1, 2 en 3, 5, 6 en 7, 12 en 13, 14 en 15 er telkens sprake is van een voortgezette handeling in de zin van artikel 56 Sr. Het gaat telkens om verschillende bewezenverklaarde feiten die zodanig in tijd en samenhang met elkaar verweven zijn, dat er feitelijk slechts één verwijt aan verdachte wordt gemaakt. De rechtbank zal daar bij de straftoemeting rekening mee houden, in die zin dat er per slachtoffer zal worden uitgegaan van het ten laste gelegde feit waarop de zwaarste strafbedreiging staat.
Bij het bepalen van de strafmaat houdt de rechtbank rekening met de jeugdige leeftijd van verdachte en met de wijze waarop verdachte is aangehouden.
Rekening houdend met de hierboven geformuleerde uitgangspunten, is de rechtbank van oordeel dat voor de feiten waarbij de slachtoffers vastgebonden in de kofferbak zijn meegenomen telkens een gevangenisstraf van 15 maanden passend zou zijn. Voor de feiten waarbij dat niet het geval was, neemt de rechtbank telkens een gevangenisstraf van ongeveer 5 maanden als uitgangspunt. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met het gegeven dat er bij sommige feiten fors geweld is gebruikt, en het bij één feit bij een poging is gebleven.
Anders dan de reclassering ziet de rechtbank geen reden om een deels voorwaardelijke straf op te leggen. Verdachte heeft zijn verantwoordelijkheid niet genomen en gezwegen waar een verklaring -op zijn zachtst gezegd- wenselijk was geweest. Uiteraard staat het verdachte vrij zich te beroepen op zijn zwijgrecht, maar het had verdachte gesierd, en de slachtoffers waarschijnlijk geholpen, wanneer hij wel verantwoording zou hebben afgelegd. Daar komt bij dat de totale duur van de gevangenisstraf ook onverenigbaar is met het opleggen van een voorwaardelijk strafdeel.
Nu de rechtbank evenmin in de persoonlijke omstandigheden van verdachte reden ziet om af te wijken van haar uitgangspunt, zal aan verdachte een gevangenisstraf worden opgelegd van 5 jaren.
De officier van justitie heeft naast de gevorderde gevangenisstraf ook verbeurdverklaring verzocht van de bedragen die verdachte door middel van de gepleegde feiten heeft verkregen. Aangezien verbeurdverklaring moet worden aangemerkt als een vorm van straf en de rechtbank, zoals hiervoor aangegeven, van oordeel is dat voornoemde gevangenisstraf in deze passend en geboden is, acht zij verbeurdverklaring als extra straf in deze niet opportuun.
Gezien de leeftijd van verdachte en het uitgangspunt dat verdachte zijn proces, en dus ook een eventuele hoger beroep procedure, in vrijheid mag afwachten, zal de rechtbank niet overgaan tot opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis.

7.De benadeelde partij

7.1
De benadeelde partij [Slachtoffer 1]
De benadeelde partij [Slachtoffer 1] vordert een schadevergoeding van € 5.669,83 voor de feiten 1, 2 en 3.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 5.669,83, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 6 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 1.669,83 materiële schade en € 4.000,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade. Daarom zal de rechtbank de vordering en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door de mededader is betaald, en andersom.
7.2
De benadeelde partij [Slachtoffer 2]
De benadeelde partij [Slachtoffer 2] vordert een schadevergoeding van € 1.223,16 voor feit 4.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 1.223,16, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 4 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 473,16 materiële schade en € 750,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
7.3
De benadeelde partij [Slachtoffer 3]
De benadeelde partij [Slachtoffer 3] vordert een schadevergoeding van € 8.342,08 voor de feiten 5, 6 en 7.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 8.342,08, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 30 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 4.342,08 materiële schade en € 4.000,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade. Daarom zal de rechtbank de vordering en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door de mededader is betaald, en andersom.
7.4
De benadeelde partij [Slachtoffer 4]
De benadeelde partij [Slachtoffer 4] vordert een schadevergoeding van € 11.561,11 voor feit 8.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 11.561,11, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 27 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 6.561,11 materiële schade en
€ 5.000,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
7.5
De benadeelde partij [Slachtoffer 5]
De benadeelde partij [Slachtoffer 5] vordert een schadevergoeding van € 1.242,27 voor de feiten 9 en 10.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 1.242,27, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 25 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 442,27 materiële schade en € 800,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door de bewezenverklaarde feiten.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
7.6
De benadeelde partij [Slachtoffer 8]
De benadeelde partij [Slachtoffer 8] vordert een schadevergoeding van € 1.717,92 voor de feiten 14 en 15.
De rechtbank heeft hiervoor overwogen dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte deze feiten heeft gepleegd. Dit betekent ook dat verdachte onrechtmatig heeft gehandeld naar de benadeelde partij toe en dat hij verplicht is de schade van de benadeelde partij te vergoeden.
De door de benadeelde geleden schade acht de rechtbank toewijsbaar tot een bedrag van
€ 1.717,92, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 2 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, waarvan € 967,92 materiële schade en € 750,00 immateriële schade.
Deze schade staat ook in een voldoende verband met het bewezenverklaarde handelen van verdachte, zodat ook sprake is van schade die rechtstreeks is toegebracht door het bewezenverklaarde feit.
De rechtbank zal tevens de schadevergoedingsmaatregel opleggen tot betaling van het toegekende schadebedrag. Dit betekent dat het CJIB de inning zal verzorgen en dat bij niet betaling gijzeling kan worden toegepast als dwangmiddel.
De rechtbank stelt vast dat verdachte de strafbare feiten samen met een ander heeft gepleegd en dat zij naar burgerlijk recht hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de gehele schade. Daarom zal de rechtbank de vordering en de schadevergoedingsmaatregel hoofdelijk toewijzen. Dit betekent dat verdachte niet meer hoeft te betalen voor zover het bedrag door de mededader is betaald, en andersom.

8.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 45, 47, 56, 57, 282, 311, 312, 317 en 350 van het Wetboek van Strafrecht zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezen verklaarde.

9.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
- verklaart dat het bewezen verklaarde de volgende strafbare feiten oplevert:
feit 1:Diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 2, voortgezette handeling van feit 1:Medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden;
feit 3, voortgezette handeling van feit 1:Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 4:Diefstal, voorafgegaan van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 5:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 6, voortgezette handeling van feit 5:Medeplegen van het opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven of beroofd houden;
feit 7, voortgezette handeling van feit 5:Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 8:Diefstal, voorafgegaan van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 9:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 10:Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 11:Poging tot afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 12:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 13, voortgezette handeling van feit 12:Diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels en terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 14:Afpersing, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen;
feit 15, voortgezette handeling van feit 14:Medeplegen van vernieling;
- verklaart verdachte strafbaar;
Strafoplegging
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 5 jaar;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
Benadeelde partijen
- veroordeelt verdachte tot betaling van de hieronder genoemde bedragen aan de benadeelde partijen
* [Slachtoffer 1] € 5.669,83, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 6 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit € 1.669,83 ter zake van materiële schade en € 4.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen.
* [Slachtoffer 3] € 8.342,08, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 30 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit € 4.342,08 ter zake van materiële schade en € 4.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen
* [Slachtoffer 8] € 1.717,92, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 2 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit € 967,92 ter zake van materiële schade en € 750,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen
* [Slachtoffer 2] € 1.223,16, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 4 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit € 473,16 ter zake van materiële schade en € 750,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen
* [Slachtoffer 4] € 11.561,11, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 27 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit
€ 6.561,11 ter zake van materiële schade en € 5.000,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen
* [Slachtoffer 5] € 1.242,27, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 25 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, welk bedrag bestaat uit € 442,27 ter zake van materiële schade en € 800,00 ter zake van immateriële schade;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de benadeelde partij te betalen
- veroordeelt verdachte in de kosten van de benadeelde partijen tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van de hierna te noemen slachtoffers de daarbij vermelde bedragen te betalen;
- bepaalt dat bij niet betaling het daarbij vermelde aantal dagen gijzeling kan worden toegepast;
- benadeelde partij [Slachtoffer 1] (feiten 1, 2 en 3), € 5.669,83, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 6 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, 63 dagen gijzeling,
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- benadeelde partij [Slachtoffer 3] (feiten 5, 6 en 7), € 8.342,08, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 30 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, 76 dagen gijzeling,
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- benadeelde partij [Slachtoffer 8] (feiten 14 en 15), € 1.717,92, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 2 augustus 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, 27 dagen gijzeling,
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- benadeelde partij [Slachtoffer 2] (feit 4) € 1.223,16, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 4 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening, 22 dagen gijzeling;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- benadeelde partij [Slachtoffer 4] (feit 8) € 11.561,11, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 27 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, 92 dagen gijzeling;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
- benadeelde partij [Slachtoffer 5] (feit 9 en 10) € 1.242,27, te vermeerderen met de wettelijke rente met ingang van 25 september 2019 tot aan de dag der algehele voldoening, 22 dagen gijzeling;
- bepaalt dat voor zover dit bedrag door één of meer mededaders is betaald, verdachte niet gehouden is dit bedrag aan de Staat te betalen;
met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partijen vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Dekker, voorzitter, mr. Froger en mr. Fleskens, rechters, in tegenwoordigheid van Van Rensch, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 19 maart 2021.
Mr. Fleskens is niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen
Bijlage I
De tenlastelegging
1
hij in of omstreeks de periode van 06 februari 2020 tot en met 07 februari 2020 te Loon op Zand en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een telefoon en/of een portemonnee (met inhoud) en/of autosleutels, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [Slachtoffer 1] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te
maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [Slachtoffer 1] met bivakmutsen, in elk geval met gezichtsbedekking te benaderen en/of die [Slachtoffer 1] vast te pakken en/of (vervolgens) naar de grond te werken en/of te drukken en/of die [Slachtoffer 1] toen en daar te bedreigen met een (vuur)wapen en/of met een mes en/of die [Slachtoffer 1] woordelijk te bedreigen dat een mes en pistool voorhanden zijn en/of door die [Slachtoffer 1] te tapen;
2
hij in of omstreeks de periode van 06 februari 2020 tot en met 07 februari 2020 te Loon op Zand en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [Slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door die [Slachtoffer 1] te tapen aan armen/handen/polsen en/of aan zijn
mond en/of vervolgens die [Slachtoffer 1] in de kofferbak van zijn eigen auto te plaatsen en/of (vervolgens) met de auto van die [Slachtoffer 1] te gaan (rond)rijden terwijl die [Slachtoffer 1] in de kofferbak van zijn eigen auto lag;
3
hij op een of meerdere tijdstip(pen), op of omstreeks 07 februari 2020 te Merksplas, in elk geval ergens in Belgie,tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
een hoeveelheid geld van totaal circa 3050 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te
eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geld onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door (meermalen) onbevoegd gebruik te maken van een of meerdere bankpassen en/of door het onbevoegde gebruik van (een) aan die [Slachtoffer 1] toebehorende pincode(s);
4
hij op of omstreeks 4 februari 2020 te Raamsdonk, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een pet (Tommy Hilfiger), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen genoemde [Slachtoffer 2] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [Slachtoffer 2] onverhoeds (langs achteren) bij/om zijn nek te grijpen en/of te trachten een nekklem aan te leggen;
5
hij op of omstreeks 30 januari 2020 te Biezenmortel, gemeente Haaren tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Slachtoffer 3] heeft gedwongen tot de afgifte van een telefoon en/of een portemonnee (met inhoud, w.o bankpasjes) en/of pincodes, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die genoemde [Slachtoffer 3] toebehoorde, welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [Slachtoffer 3] met bivakmutsen, in elk geval met gezichtsbedekking heeft/hebben benaderd en/of heeft/hebben vastgepakt en/of op de grond heeft/hebben gegooid/geduwd en/of (vervolgens) op die [Slachtoffer 3] heeft/hebben gezeten/gestaan en/of die [Slachtoffer 3] op dwingende toon heeft/hebben toegevoegd dat ze geld wilden hebben en/of die [Slachtoffer 3] een mes heeft/hebben getoond en/of dat mes vlakbij het gezicht van die [Slachtoffer 3] heeft/hebben gehouden en/of die [Slachtoffer 3] heeft/hebben gezegd dat hij zou worden gestoken als hij niet zou meewerken;
6
hij op of omstreeks 30 januari 2020 te Biezenmortel, gemeente Haaren en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk [Slachtoffer 3] wederrechtelijk van de vrijheid heeft/hebben beroofd en/of beroofd gehouden, door die [Slachtoffer 3] te tapen aan armen en/of benen en/of vervolgens in de kofferbak van zijn eigen auto te plaaten en/of die [Slachtoffer 3] over enige afstand te vervoeren en/of met die [Slachtoffer 3] rond te rijden terwijl hij in de kofferbak lag;
7
hij op of omstreeks 30 januari 2020 te Udenhout, in elk geval ergens in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld van circa 5750 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat weg te nemen geld onder zijn/hun bereik hebben gebracht door middel van een valse sleutel door (meermalen) onbevoegd gebruik te maken van een of meerdere
bankpassen en/of door het onbevoegde gebruik van (een) aan die [Slachtoffer 3] toebehorende pincode(s);
8
hij op of omstreeks 27 september 2019 te Dongen tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een gsm (Motorola, type G6), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan: [Slachtoffer 4] heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl deze diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [Slachtoffer 4] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden of gemakkelijk te maken, of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, door die [Slachtoffer 4] met een stok/knuppel onverhoeds (achterop) op het hoofd te slaan en/of door die [Slachtoffer 4] om zijn nek vast te pakken en/of naar de grond te trekken/werken (waardoor die [Slachtoffer 4] op de grond belandde) en/of (vervolgens,terwijl die [Slachtoffer 4] op de grond lag) tegen het lichaam te schoppen en/of te trappen en/of te slaan met die stok/knuppel en/of die gsm uit zijn handen te trekken en/of die [Slachtoffer 4] toe te vertrouwen dat ze zouden stoppen met slaan als hij zou meewerken;
9
hij op of omstreeks 25 september 2019 te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Slachtoffer 5] heeft gedwongen tot de afgifte van zijn gsm en/of zijn portemonnee (met inhoud, w.o bankpasjes) en/of zijn pincode, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele toebehoorde aan die [Slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte(n), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [Slachtoffer 5] (met kracht) van zijn fiets heeft/hebben getrokken en/of die [Slachtoffer 5] dreigend heeft/hebben gemeld dat hij zijn telefoon en portemonnee moest geven omdat hij anders zou worden geslagen en/of tegen een been heeft/hebben geschopt en/of getrapt en/of met een tak tegen het hoofd heeft/hebben geslagen;
10
hij op of omstreeks 25 september 2019 te Waspik, gemeente Waalwijk tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld, groot circa 800 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten: aan [Slachtoffer 5] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel,te weten: door het onbevoegde gebruik van een aan die [Slachtoffer 5] toebehorende pinpas en/of bijbehorende pincode;
11
hij op of omstreeks 23 september 2019 te Raamsdonk, gemeente Geertruidenberg tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door verdachte en/of zijn mededader(s) voorgenomen misdrijf om met het oogmerk om zich en/of
een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Slachtoffer 6] te dwingen tot de afgifte van een of meerdere goederen, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [Slachtoffer 6] toebehoorde, in elk geval aan een ander dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), met voornoemd oogmerk tezamen en in vereniging met zijn mededader(s), althans alleen die [Slachtoffer 6] een klap tegen het (achter)hoofd heeft/hebben gegeven en/of heeft/hebben gesteld dat die [Slachtoffer 6] rustig moest blijven en
anders gestoken zou worden en/of daarbij zijn hand bij zijn, verdachtes jaszak gehouden en/of vervolgens een klap in het gezicht van die [Slachtoffer 6] heeft/hebben gegeven en/of dwingend heeft/hebben gesteld: "Geef me alle spullen die je bij je hebt", terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
12
hij op of omstreeks 21 september 2019 te Kaatsheuvel, in de gemeente Loon op Zand tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld
[Slachtoffer 7] heeft gedwongen tot de afgifte van een gsm (Apple Iphone) en/of een pasjeshouder (met daarin o.a. een reeks (bank)pasjes en/of een ID-kaart en/of een rijbewijs) en/of een fiets (type: Ventoux, met fietstas en inhoud) en/of (een) pincode(s), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [Slachtoffer 7] toebehoorde,in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [Slachtoffer 7] (gezeten op een fiets) heeft/hebben omsingelde(n) en/of voor en/of naast die [Slachtoffer 7] zijn gaan staan en/of (hard) tegen zijn heup heeft/hebben geschopt waardoor die [Slachtoffer 7] ten val kwam en op de grond viel en/of die [Slachtoffer 7] (in gebrekkig Engels) dwingend stelden dat hij zijn telefoon en geld moest geven en/of dat die [Slachtoffer 7] anders zou worden dood gestoken waarbij een stekende beweging met een voorwerp werd gemaakt in de richting van die [Slachtoffer 7] ;
13
hij op een of meer tijdstip(pen), op of omstreeks 21 september 2019 te Tilburg en/of elders in Nederland tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een hoeveelheid geld,groot 54,50 euro, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [Slachtoffer 7] ,heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) dat/die weg te nemen geld onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van een valse sleutel, te weten: door het meermalen onbevoegd gebruik maken van een aan die [Slachtoffer 7] toebehorende pinpas en/of pincode (het zgn. contactloos pinnen teneinde goederen te kopen);
14
hij op of omstreeks 2 augustus 2019 te Loon op Zand tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te
bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [Slachtoffer 8] heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van (circa) 40 euro en/of een jas, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan die [Slachtoffer 8] toebehoorde, in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s) die [Slachtoffer 8] heeft/hebben geduwd en/of (meermalen) op een arm en/of op/tegen het hoofd, in elk geval op/tegen het lichaam heeft/hebben geslagen;
15
hij op of omstreeks 2 augustus 2019 te Loon op Zand tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen opzettelijk en wederrechtelijk het dak en/of (een) deur(en) van
een personenauto (Suzuki Alto), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn/haar mededader(s), te weten aan [Slachtoffer 8] toebehoorde, heeft vernield, beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;

10.Bijlage II

De bewijsmiddelen
De bewijsmiddelen worden slechts gebezigd met betrekking tot het feit, waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
Wanneer hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt - tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer ZBR020020 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 1532.
Ten aanzien van alle ten laste gelegde feiten:
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [Medeverdachte] , pagina 212 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Mijn telefoonnummer is [Telefoonnummer medeverdachte]
De verklaring van verdachte [Verdachte] , afgelegd ter terechtzitting d.d. 5 maart 2021, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Het telefoonnummer uit het dossier, eindigend op [Telefoonnummer verdachte] was mijn telefoonnummer.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte [Verdachte] , pag. 180 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De zilvergrijze Volkswagen Polo met kenteken [Kenteken] staat op mijn naam. Die heb ik van mijn moeder gekregen.
Geschrift, zijnde een uitgewerkt telefoongesprek, pag. 857 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
12 februari 2020; 11:56 (…)
[Verdachte] [Telefoonnummer verdachte]
[Telefoonnummer medeverdachte]
(…)
[Verdachte] : Luister ik heb misschien iets.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Wat
[Verdachte] : Zo'n pippo de clown uit Raamsdonk.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Hummm
[Verdachte] : Kunnen wij zijn huis effe overvallen.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Waar woont hij dan?
[Verdachte] : In Raamsdonksveer
(…)
Geschrift, zijnde een uitgewerkt telefoongesprek, pag. 859 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:
12 februari 2020, 12:27 (…)
[Verdachte] [Telefoonnummer verdachte]
[Telefoonnummer medeverdachte]
(…)
[Telefoonnummer medeverdachte] : [Verdachte] ben je al onderweg?
[Verdachte] : Nee, bijna.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Oke das goed, ik ben nou klaar.
[Verdachte] : Is goed ehh he, effe denken. Neem ehh. Je hoeft eigenlijk niet ntv.. mee te nemen. Dat hoeft nie want ik heb alles in de auto.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Ja, zeker?
[Verdachte] : ja, neemt je maar. Jou pet zou ik meenemen, man.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Ja, oké maat. Weet jij niet waar hij woont?
[Verdachte] : Nee, ja Raamsdonk maar... Hij doet een beetje raar. maar ik heb hem nou echt. Der hebben drie andere die willen nou ook afspreken, dus komt wel goed
(…)
Geschrift, zijnde een uitgewerkt telefoongesprek, pag. 860 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:12 februari 2020; 12:52
[Verdachte] [Telefoonnummer verdachte]
[Telefoonnummer medeverdachte]
(…)
[Telefoonnummer medeverdachte] : Wat moet ik nou meenemen?
[Verdachte] : Niks.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Niks?
[Verdachte] : Euh handschoenen heb ik.
[Telefoonnummer medeverdachte] : Meuhhh?
[Verdachte] : Handschoenen heb ik.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1158 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd in de auto van verdachte [Verdachte] , op de vloermat van de bijrijdersstoel, een iPhone 6 gevonden en in beslag genomen. Op deze telefoon was de app “ [Naam 3] ” geïnstalleerd. In de chatgeschiedenis stond een gesprek tussen “owner” en een contact genoemd “ [Naam 11] ”. Het gesprek duurde van 11:49 uur tot 13:25 uur. Om 11:52 uur vraagt “owner” waar “ [Naam 11] ” woont. [Naam 11] antwoordt direct met Raamsdonksveer.
Proces-verbaal van observatie, pagina 294 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020, stond de VW Polo van verdachte [Verdachte] geparkeerd aan [Adres verdachte] te Kaatsheuvel. Om 13:00 uur stapte verdachte [Verdachte] in de auto en reed weg. Hij was de enige inzittende.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 1364 en 1365 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
In de onder [Naam 1] in beslag genomen iPhone 8 werd een chatgesprek aangetroffen tussen [Naam 1] (owner) en het contact ‘ [Naam 7] ’. In dit gesprek wordt gesproken over de aanhoudingen van [Medeverdachte] en [Verdachte] . Zij hebben het over het feit dat in de nieuwsberichten over 1 dader wordt gesproken en dat dat [Medeverdachte] moet zijn, omdat [Medeverdachte] gewond was en zijn huis direct werd onderzocht. Het huis van [Verdachte] werd pas in de avond doorzocht. Hierop zegt [Naam 7] tegen [Naam 1] : “Ik hoop t eigk sel heeft ie genoeg tijd gehad om Het meeste bewijs te wissen.” Waarop [Naam 1] antwoordt: “Anders is ie voor alles de lul he.” “echt alles”.
Kennisgeving van inbeslagname, pag. 1511 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen een Apple iPhone 6S. Deze telefoon werd gevonden in de bijkeuken, geregistreerd onder goednummer 2158794 en onderzocht onder nummer 20-4027-008.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1199 en 1200 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit onderzoek aan de Apple iPhone (20-4027-008) is gebleken dat deze telefoon op 30 januari 2020 op verschillende masten aanstraalt, te weten:
  • Om 19:23 uur: [Adres verdachte]
  • Om 19:43 uur: [straatnaam 1] te Loon op Zand
  • Om 20:04 uur: [straatnaam 2] te Loon op Zand
  • Om 20:24 uur: Spinderspad te Loon op Zand
  • Om 22:19 uur: [Straatnaam 6] te Udenhout
  • Om 22:44 uur: [straatnaam 4] te Udenhout
De laatste drie masten hebben respectievelijk de plaats delict, de pinlocatie en de locatie waar de auto van het slachtoffer werd achtergelaten in bereik.
Proces-verbaal van verhoor verdachte [Medeverdachte] , pagina 245 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Mijn mededader legde de contacten met de potentiële slachtoffers. Hij deed dat via een app, [Naam 3] ofzo. Mijn mededader maakte de profielen daarvoor aan. Hij regelde ook de telefoons om de contacten te leggen.
Geschrift, zijnde een samenvatting van een telefoongesprek, pagina 285 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende:22-2-2020; 9:35
[Accountnaam 1]
[Accountnaam 2]
(…)
[Medeverdachte] zegt dat hij over zijn eigen aandeel heeft verklaard. Niet over [Verdachte] .
Feiten 1, 2 en 3
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 1] , pagina 751 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op donderdag 6 februari 2020, kreeg ik omstreeks 19:30 uur via de dating app [Naam 3] contact met een persoon die zich [Naam 7] noemde. [Naam 7] gebruikte het nummer [Telefoonnummer 1] Het idee was dat ik om 22:00 uur naar het zwembad in Udenhout zou rijden. Hij stuurde uiteindelijk via [Naam 3] de locatiegegevens door. Later belde hij mij via WhatsApp en gaf hij een andere locatie door. Ik zag via maps dat ik bij het Spinderspad aan was gekomen. Ik zag dat er een persoon op mij af kwam gelopen en dat hij knipperde met een LED lamp. Ik heb mijn rugzak gepakt en ben met hem verder gelopen. Ik zag dat er een man op ons af kwam lopen. Ik zag dat deze man een bivakmuts op had en in het zwart gekleed was. Ik hoorde dat hij zei: "Stop politie wat moeten jullie hier". Ik voelde dat de man mij van achteren bij mijn armen vast pakte. Ik zag dat hij in zijn rechterhand een donker, vermoedelijk, pistool had. Enige tijd later hoorde ik hem nog wel zeggen dat ik niks moest proberen, omdat hij een pistool en een mes bij zich droeg. Ik werd door hem naar de grond gewerkt voordat ik antwoord had kunnen geven op zijn vraag. De ene persoon maakte mijn zakken leeg en de andere hield me tegen de grond. Hij haalde mijn portemonnee uit mijn linker jaszak en mijn telefoon uit mijn rechterzak. Vervolgens haalden ze nog mijn autosleutels uit mijn rechter jaszak. Ik werd vanaf mijn pols tot aan mijn vingertoppen getapet.
Ze vroegen mij vervolgens om de code van mijn telefoon. Ik heb de code gegeven. Zij hebben vervolgens naar mijn bankapps gekeken. Ik moest hier de codes van geven.
Vervolgens moest ik de pincodes geven van [Naam 12] en [Naam 13] [Naam 14] hoefde niet, omdat ze deze via een SMS konden ontvangen op mijn telefoon. Ze vertelde mij dat ik deze codes moest geven en dat het de goede codes moesten zijn, omdat ze me vast zouden houden tot nadat ze gepind hadden. Als ik de verkeerde codes zou geven dan zouden ze me iets aandoen met dat pistool of dat mes. Op een gegeven moment hebben ze mijn mond ook afgeplakt met Duct tape. De ene persoon is bij me gebleven en de andere persoon is naar de auto gelopen. Ik moest vervolgens in de kofferbak gaan zitten. Ik ben erin gaan zitten en uiteindelijk gaan liggen. Vervolgens ging de tape van mijn mond en werd de kofferdeksel dicht gegooid. Vervolgens zijn ze gaan rijden. Dit ging allemaal behoorlijk heftig.
Ik hoorde dat er meerdere malen telefonisch contact was tussen beide mannen. Ik hoorde dat de andere persoon zei dat hij in Ravels was. Vervolgens heb ik ook nog Merksplas gehoord en op enig moment hebben ze gevraagd of ik in Turnhout kon pinnen.
Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 1] , pagina 760 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Alle (gelukte) pintransacties waren gedaan bij [Naam 15] te Merksplas, België. Met [Naam 12] is op 7 februari 2020 eenmaal 500 euro gepind om 00:43 uur, eenmaal 650 euro om 00:44 uur, eenmaal 650 euro om 00:45 uur en eenmaal 500 euro om 00:46 uur. Met [Naam 13] pinpas is op 7 februari 2020 eenmaal 250 euro gepind om 00:47 uur en eenmaal 250 euro om 00:48 uur. Met [Naam 14] is rondom bovengenoemde datum en tijdstip tweemaal 250 Euro gepind.
Ik werd achtergelaten op het Paganinihof in Tilburg. Ik heb even gewacht nadat de dader weg was, moest me verder bevrijden en ben om ongeveer 02:00 uur gaan rijden. Ik heb contact gehad met de daders met mijn Belgische nummer, te weten [Telefoonnummer 2]
De kennisgeving tot inbeslagneming, pagina 1487 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 is onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen een zwarte iPhone, onder vermelding van goednummer 2158262.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1203 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De onder goednummer 2158262 in beslag genomen telefoon is onderzocht. Hieruit blijkt dat de gebruiker het telefoonnummer [Telefoonnummer verdachte] gebruikt en als Apple ID [E-mailadres verdachte] heeft ingesteld. Met deze telefoon is tussen 6 februari 2020 (22:09 uur (UTC+1)) en 7 februari 2020 (00:31 uur (UTC+1)) onder andere gezocht naar: “ [Naam 15] , “pinautomaat 24 uur belgie”, “ [Naam 13] limiet zichtrekening” “ [Naam 13] limiet geld opnemen”, belgie pinautomaat” en “pinlimiet belgie”.
Daarnaast is er op 7, 8 en 9 februari 2020 met die telefoon gezocht met gebruik van de termen “beroving”, “beroving Loon op Zand”, “gewapende roof” en “straf ontvoering”.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 817 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 18 februari 2020 is onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen een Apple iPhone 11. In deze telefoon werd een WhatsApp gesprek gevonden tussen de telefoonnummers van verdachte en verdachte [Medeverdachte] . Hierin wordt gezegd:
door [Verdachte] : “Ik rij als n debiel belgie door” (7-2-2020, 11:34 (UTC+1))
door [Medeverdachte] : “laat maar doe dit niet meer zo” (7-2-2020, 11:35(UTC+1))
door [Verdachte] : “Oke doei” “dan gase niet mee” (7-2-2020, 11:35(UTC+1))
door [Verdachte] : “ [Naam 1] gaat ook mee dus vervoer
hedde al niet meer” (7-2-2020, 11:35(UTC+1))
door [Medeverdachte] : “gast ik heb godverdomme een
uur bij die sul gezeten” (7-2-2020, 11:35(UTC+1))
De kennisgeving tot inbeslagneming, pagina 1523 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd in de woning van verdachte [Verdachte] , in de bovenste lade van de keukenkast, een zwarte Apple iPhone aangetroffen. Deze werd in beslag genomen onder goednummer 20-4027-010.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 1230 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De onder goednummer 20-4027-010 in beslag genomen telefoon is onderzocht. Hieruit blijkt dat deze telefoon gebruikt maakt van telefoonnummer [Telefoonnummer 3] .
Uit de locatiegegevens blijkt dat deze telefoon op 7 februari 2020 om 00:03 (UTC+0) op het Paganinihof te Tilburg is geweest.
Op 6-2-2020 (20:59 (UTC+0)) en 7-2-2020 (00:32 (UTC+0)) is er met dit telefoonnummer gebeld naar het nummer [Telefoonnummer 2] , welk nummer was opgeslagen onder de naam “ [Naam 16] ”.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Medeverdachte] , pagina 225 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 6 februari 2020 hadden wij afgesproken bij het Spinderspad in Loon op Zand. De telefoon waarmee we contact legden was een iPhone van mijn mededader. We gebruikten “ [Naam 7] ” als naam. Ik was aanwezig toen mijn mededader de afspraak maakte. Eerst via [Naam 3] , daarna WhatsApp. Toen hij aankwam zwaaide ik met een zaklamp, liep naar zijn auto en stapte in. Iets verder in het bos gooiden we hem op de grond. Het ging ons om zijn pinpas, maar mijn mededader pakte ook de telefoon. We hebben zijn handen getapet, mijn medeverdachte dreigde dat hij een vuurwapen bij zich had. We kregen zijn pincodes en we lieten hem zijn kofferbak in stappen. Ik ben met zijn auto naar Loon op Zand gereden, heb daar een half uurtje gestaan en ben toen naar Tilburg gereden. Daar zette ik hem uit de auto. Mijn mededader zou gaan pinnen. Het duurde lang, ik zocht contact en toen bleek dat hij in België was.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Naam 1] , pagina 280 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 7 februari 2020 om 01:45 uur had ik een telefoongesprek met [Medeverdachte] . [Medeverdachte] vertelde mij dat [Verdachte] naar België was.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 184 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de opgevraagde ANPR gegevens blijkt dat de Volkswagen Polo met kenteken [Kenteken] op 7 februari 2020 een aantal camera’s is gepasseerd, te weten:
  • 00:00 uur: de Tilburgseweg te Poppel, richting Poppel
  • 00:26 uur: Turnhout, [Straatnaam 1] richting Centrum
  • 00:36 uur: Turnhout, Nassaulaan naar Steenweg op Merksplas
  • 00:54 uur: Merksplas, N124 richting Hoogstraten
  • 01:17 uur N146, Meerdorp richting E19/Nederland
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 836 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Het telefoonnummer eindigend op [Telefoonnummer verdachte] van verdachte [Verdachte] heeft op 7 februari 2020 gebruik gemaakt van het Belgische netwerk [Naam 17] . Er werden meerdere locaties aangestraald, te weten:
  • Om 00:04 uur: [Straatnaam 2]
  • Om 00:19 uur: van [Straatnaam 3] Ravels naar Steenweg of [Straatnaam 4] in Merksplas
  • Om 00:54 uur: Steenweg of [Straatnaam 4] , Merksplas naar [Straatnaam 5] in Hoogstraten
  • Om 01:03 uur: van [Straatnaam 5] , Hoogstraten naar E19 parking richting Nederland
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 844 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de gevorderde verkeersgegevens van het telefoonnummer [Telefoonnummer 1] bleek dat dit nummer gebruikt werd in een Apple iPhone 7 met imeinummer [Imei-nummer 1] .
Het geschrift, zijnde het Forensisch Opsporingsdossier, los opgenomen bij voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende – zakelijk weergegeven-:
De auto van aangever [Slachtoffer 1] werd onderzocht op forensische sporen. De in de kofferbak aangetroffen aan elkaar geplakte stukken tape werden bemonsterd op DNA onder SIN AANB9216NL. In bemonstering #1 werd een DNA-mengprofiel aangetroffen van minimaal drie donoren, waarbij verdachte, medeverdachte [Medeverdachte] en aangever [Slachtoffer 1] als mogelijke donoren worden aangewezen. De bewijskracht voor donorschap van verdachte [Verdachte] is meer dan 1 miljard.
Feit 4
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 2] , pagina 930 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 4 februari 2020, omstreeks 22:15 uur, had ik afgesproken met een jongen genaamd [Naam 8] . Ik heb deze jongen leren kennen via de app [Naam 3] . [Naam 8] kwam met de locatie Kerklaan in Raamsdonksveer. Toen ik aangereden kwam zag ik [Naam 8] staan bij de ingang van de begraafplaats. [Naam 8] vroeg of we even konden gaan zitten. Ik werd ineens om mijn nek gegrepen. Ik ben uiteindelijk door mijn hoofd naar beneden te doen door zijn armen door gegaan. Hierdoor kon ik mij bevrijden. Ik had nog een pet op en ben deze verloren. Ik heb het toen op het rennen gezet. Ik heb me achter een heg weten te verstoppen en heb gelijk 112 gebeld. De andere gast riep nog naar me "stop met rennen want ik heb een pistool bij me".
Het aanvullend proces-verbaal van verhoor van [Slachtoffer 2] pagina 934 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De pet die u mij laat zien heeft precies dezelfde kleur en komt overeen met de pet die ik had. Tegenwoordig zijn de logo’s van katoen. Bij mijn pet was het logo nog van een soort rubber, net als de pet op de foto.
Het proces-verbaal van doorzoeking voertuig, pagina 1082 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 13 februari 2020 werd de onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen auto met kenteken [Kenteken] onderzocht. Op de achterbank werd onder andere een grijze wollen handschoen, een zwarte wollen handschoen en een donkerblauwe pet van Tommy Hilfiger gevonden.
Het proces-verbaal van forensische opsporing (pag. 6), los opgenomen in het dossier, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De in de auto van verdachte [Verdachte] aangetroffen pet is bemonsterd onder SIN AAMA0166NL. Het aangetroffen DNA is een mengprofiel van minimaal 4 personen. Voor één van deze profielen geldt dat dat de kans dat het van een ander dan van verdachte [Verdachte] afkomstig is, 1 op 1 miljard is.
Voor een ander profiel geldt dat de kans dat het van een ander dan van aangever [Slachtoffer 2] afkomstig is, 1 op 45 miljoen is.
Proces-verbaal van bevindingen, pag. 1224 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 29 april 2020 werd de onder goednummer 2158262 in beslag genomen telefoon opnieuw bekeken. Hieruit blijkt dat er op 4 februari 2020 een WhatsApp gesprek plaatsvond tussen verdachte en [Naam 1] . Hierin werd het volgende uitgewisseld:
04-02-2020 19:18:37 (UTC+1) [Naam 1] antwoord aan [Verdachte] :”jow”
04-02-2020 19:18:39 (UTC+1) [Naam 1] antwoord aan [Verdachte] : “Staan d'r”
04-02-2020 19:18:49 (UTC+1) [Verdachte] antwoordt aan [Naam 1] : “Yo"
04-02-2020 19:18:55 (UTC+1) [Verdachte] antwoordt aan [Naam 1] : “Ik kijk of die tape nog in [Naam 2] z’n wage ligt”
Feit 5, 6 en 7
Het proces-verbaal van aanvullende aangifte van [Slachtoffer 3] , pagina 683 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik had een afspraak gemaakt via [Naam 3] met ene [Naam 10] . Ik kreeg een locatie doorgestuurd, ergens bij het blauwe meer op een doodlopend bospad, het Loonse Spinderpad. Daar aangekomen zag ik een jongen links van mijn auto. Ik stapte uit, waarna ik zag dat de jongen een bivakmuts of zwarte doek voor zijn gezicht trok. Daarna werd ik van achteren aangevallen door de grootste persoon. Ik werd op de grond geduwd, moest op mijn rug liggen en de kleinste ging op mijn benen zitten. De grotere vroeg pasjes en mijn telefoon. Hij had een mes en zei me dat ik mijn limiet naar € 5000,- moest verhogen. Ondertussen was de kleinere mij vast aan het tapen. De bank vertelde me dat er € 5000,- is gepind en € 750,- is opgenomen met mijn creditcard.
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 3] , pagina 670 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 30 januari 2020 werd ik beroofd door twee mannen. Beiden hadden een normaal postuur, donkere kleding, capuchon op, een sjaal of doek voor de mond en spraken normaal Nederlands. Er was een lange (1.80-1.90m) en een kleinere (1.60-1.70m).
De lange man heeft mij in mijn kofferbak geholpen, de klep ging dicht. Ze gingen rijden en al rijdende overlegden ze waar ze naar toe moesten. Ik hoorde Tilburg-Noord. Na minimaal 15 minuten stopten we, vroegen ze nogmaals om de pincode en dreigden zij mij te vermoorden als het niet klopte. Na een minuut of 5 werd de auto weer gestart. Na opnieuw ongeveer 15 minuten stopte de auto en werd ik uit de auto gehaald. Mijn benen werden los gemaakt en ze zeiden dat de auto aan het eind van de straat zou staan. Als ik eerder zou komen dan wanneer de lichten van de auto uit waren, zouden ze mijn telefoon stuk maken en mijn auto in brand steken. Uiteindelijk lukte het mijn handen vrij te maken. Ik ben gaan lopen naar het enige huis waar licht brandde.
Proces-verbaal van verhoor verdachte [Medeverdachte] , pagina 225 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 30 januari 2020 spraken we af op het Spinderspad met een man. Mijn mededader regelde deze afspraak, in samenspraak met mij.
Ik zwaaide naar de man, we liepen een eindje. De ander besloop hem en werkte hem op de grond. Ik ging op zijn benen zitten. We pakten zijn pinpas en pincode. We hebben hem vast getapet om zijn benen en handen. Hij moest zijn telefoon en zijn bankapp openen en zijn limiet verhogen. We legden hem in de achterbak van zijn eigen auto. We reden naar de pinautomaat in Udenhout. Ik ging € 750,00 pinnen, daarna ging de ander pinnen. Hij zei dat hij € 1500,00 of € 1700,00 gepind had, later hoorde ik dat dat € 5.000,00 was. We legden die man in een of andere straat weg, reden verder en lieten de auto achter op een parkeerplaats. De ander reed, ik weet niet waar de sleutels zijn gebleven. Ik hoor dat er 5750 is gepind. Bizar dat de ander loog over de buit.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 723 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Van de rekening van het slachtoffer [Slachtoffer 3] werd op 30 januari 2020, tussen 22:25 en 22:27 uur, € 5000,- opgenomen bij pinautomaat 17 behorende bij pand [Straatnaam 6] te Udenhout.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 712 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op de camerabeelden van de pinautomaat aan de [Straatnaam 6] te Udenhout is te zien dat er op 30 januari 2020 een persoon in een zwarte jas met een capuchon en een wit logo op de linkerborst aan komt lopen. Er wordt een zwarte broek en witte sneakers gedragen. De persoon heeft een handschoen aan de linkerhand, zijn rechterhand is onbedekt en heeft een blanke huidskleur. Te zien is dat het het logo van The North Face is. Op de beelden is te zien dat er in vier transacties in totaal € 5000,- wordt gepind.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 725 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op de camerabeelden is te zien dat een geheel in het zwart geklede persoon bij pinautomaat 17 behorende bij pand [Straatnaam 6] staat. Deze persoon draagt een zwarte jas met capuchon en een insteekzak aan de rechterborstzijde en aan zijn rechterhand een zwarte handschoen. Op de beelden is te zien dat er € 750,- wordt opgenomen.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 697 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De auto van het slachtoffer is aangetroffen op het parkeerterrein van [Naam parkeerterein] in Udenhout.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Naam 1] , pagina 266 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 30 januari 2020 belde [Verdachte] of [Medeverdachte] mij. Ze klonken gehaast en vroegen of ik hen in Udenhout op wilde komen halen. Ik heb ze toen in Loon op Zand afgezet bij de Wetering, daar stond de auto van [Verdachte] . Ze zaten achterin te zweten en te smoezen. Toen ik achteraf het nieuwsbericht van de overval hoorde dacht ik “oh, toen…”.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1203 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De onder goednummer 2158262 in beslag genomen telefoon is onderzocht. Hieruit blijkt dat de gebruiker het telefoonnummer [Telefoonnummer verdachte] gebruikt en als Apple ID [E-mailadres verdachte] heeft ingesteld. Uit de locatiegegevens van de telefoon blijkt dat deze op 30 januari 2020, 20:55 uur en 22:44 uur aanstraalt bij het Spinderspad in Loon op Zand. Daarnaast is er op 31 januari 2020 en op 1 februari 2020 met die telefoon gezocht met gebruik van de termen “beroving Loon op Zand”, “ontvoering”, “afpersing date”, “man gevonden berm” “Udenhout gestolen auto” en “gestolen auto traceren”.
Het proces-verbaal van doorzoeking voertuig, pagina 1082 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 13 februari 2020 werd de onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen auto met kenteken [Kenteken] onderzocht. Op de achterbank werd onder andere een grijze wollen handschoen, een zwarte wollen handschoen en een donkerblauwe pet van Tommy Hilfiger gevonden.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 733 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de verkeersgegevens van het telefoonnummer eindigend op [Telefoonnummer verdachte] blijkt dat de volgende masten werden aangestraald:
21:51:26 uur: [Straatnaam 7] Tilburg
21:51:26 uur: De Hoogt Loon op Zand
22:32:12 uur: [Straatnaam 8] Udenhout
22:43:45 uur: [Straatnaam 8] Udenhout
22:49:25 uur: [Straatnaam 9] Tilburg
22:49:40 uur: De Hoogt Loon op Zand
De pinlocatie en de locatie waar de auto van het slachtoffer zijn achtergelaten liggen in het bereik van de mast aan de [Straatnaam 8] Udenhout.
Feit 8
Het proces-verbaal van aangifte van verdachte [Slachtoffer 4] , pagina 513 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 27 september 2019 rond 19:00 uur had ik contact met [Naam 5] , die met mij wilde afspreken. Zijn profielfoto was een jongen op het strand met op de achtergrond de zee en een surfplank. [Naam 5] stuurde een locatie door en appte mij waar hij zat. Ik liep een donker park in en appte [Naam 5] . Ik zag een man mijn kant op lopen die zei: “wat moet jij hier?”. Van achteren kwam een tweede man aanlopen die mij met een stok op mijn hoofd sloeg. Hij sloeg keihard, meerdere malen. Ik werd naar de grond gewerkt en er werd op mijn rug geslagen met de stok. Beiden riepen: “vieze homo, dat je op deze manier gaat afspreken”. Ze wilden geld en mijn autosleutels, maar ik zei dat ik niets had. Mijn telefoon had ik afgegeven, en de code van mijn telefoon ook. De mannen hadden allebei een capuchon op en een sjaal voor de mond. De man die me tegemoet kwam was ongeveer 1.85m, rond de 20 jaar oud. De man met de stok was ook rond de 20 en was 1.70m.
Het geschrift, zijnde een e-mail met een fotobijlage, pagina 520 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Aangever [Slachtoffer 4] heeft op 28 oktober 2019 een foto met verbalisant [Naam 18] gedeeld, waarop een jongen te zien is op het strand, met een blauwe surfplank en de zee op de achtergrond.
Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 4] , pagina 517 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik moet rond 21:15 in Dongen zijn aangekomen. Terwijl ik naar de grond getrokken werd, voelde de lange man in mijn broekzakken. Hij dreigde me neer te steken. De telefoon is uit mijn handen getrokken.
Toen ik bij mijn auto stond, kwamen er 2 auto’s mij tegemoet. De eerste was een witte VW Golf, daar achteraan kwam een zilvergrijze auto. Ik hoorde gelach in de Golf. Ik wist meteen dat dat de daders waren.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [Naam 19] pagina 522 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 27 september 2019 rond 22:10 uur stond er een bebloede man aan de voordeur bij haar woning aan [Straatnaam 10] in Dongen. Hij vertelde dat hij in het park tegenover de straat (de ecologische verbindingszone) in elkaar was geslagen door twee mannen.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 540 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de verkeersgegevens van het telefoonnummer eindigend op [Telefoonnummer verdachte] blijkt dat op 27 september 2019, vanaf 20:54 uur masten in Dongen worden aangestraald en om 21:34 uur de zendmast aan de [Straatnaam 11] te Dongen wordt aangestraald. Deze mast heeft de plaats delict binnen zijn zendbereik.
Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1498 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen een mobiele telefoon van Apple. Deze werd gevonden in de slaapkamerkast van verdachte [Verdachte] .
Geschrift, zijnde een overzicht van de in beslag genomen goederen met de daaraan gekoppelde goednummers, pag. 113 e.v.:
De mobiele telefoon van Apple die werd gevonden in de slaapkamerkast van verdachte [Verdachte] werd geregistreerd onder goednummer 20-4027-022.
Het proces-verbaal van bevindingen, pag. 1247 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd de Apple iPhone, in beslag genomen onder goednummer 20-4027-22, onderzocht. De telefoon had een stappenteller geïnstalleerd, die van 09-12-2018 tot 01-01-2020 actief was. Er werden dagelijks weinig stappen geregistreerd en er werden weinig meters afgelegd. In de contacten werd het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] teruggevonden onder contactnaam “ [Naam 20] ”. Ook het telefoonnummer van verdachte [Medeverdachte] stond (tweemaal) in de contacten.
In de map “Images” werd onder andere aangetroffen:
  • een foto van een man die een flesje bier leeg giet in een goudkleurige beker, gebruikt hij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 4] ’.
  • een foto van een blonde jongen met een blauwe surfplank met de zee op de achtergrond, gebruikt bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 5] ’
  • twee foto’s die gebruikt waren bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 6] ’
  • profielfoto’s van diverse mannen
  • een aantal zogenaamde ‘ [Naam 21] ’
Feiten 9 en 10
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 5] , pagina 611 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 25 september 2019, omstreeks 21:30 uur, fietste ik van Raamsdonksveer naar Geertruidenberg. Op het fietspad aan de Haven te Raamsdonksveer zag ik 2 jongens van links van het dijkje af komen. Eén van hen trok mij van mijn fiets. Hij was rond de 20, droeg een zwarte pet, was rond de 1.78m en had een lange dikke tak vast. Hij was agressief en ik moest mijn portemonnee en telefoon afgeven. De tweede persoon pakte mijn bovenarmen en zei: “geef gewoon je spullen af”. Die jongen was kleiner, 1.75m, iets boller gezicht, breder en droeg een zwarte jas met capuchon. Beide jongens waren blank en spraken Nederlands. De agressieve jongen trapte mij en ik pakte mijn telefoon. De rustige jongen zei dat ik de telefoon naar fabrieksinstellingen moest zetten. dat deed ik. Ook mijn portemonnee gaf ik af. Ik gaf mijn pincode 2 keer, de agressieve jongen verstond er 1 verkeerd. Daarom sloeg hij mij met de tak links tegen mijn hoofd. Ik gaf opnieuw mijn pincode. De agressieve jongen ging pinnen, de rustige vertelde mij dat hij gebeld zou worden als het was gelukt. Zonder dat hij gebeld werd rende ook hij richting het centrum.
Later bleek dat er om 22:08, 22:09 en 22:10 gepind was bij de [Naam 22] In totaal werd er € 800,- gepind.
Mijn telefoon is een Samsung Galaxy S8, imei-nummer [IMei-nummer 2] .
Het aanvullend proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 5] , pagina 628 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik had die avond ook een afspraak gemaakt met ene [Naam 6] , via [Naam 3] . Ik zou die [Naam 6] pas een uur later zien, bij [Naam 23] . Ik had [Naam 6] al wel een foto van mijn gezicht gestuurd.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 641 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De camerabeelden van de pintransacties zijn opgevraagd en bekeken. Het blijkt te gaan om transacties bij de [Naam 22] aan de [Straatnaam 12] in Waspik. Een man met donkere jas, pet en handschoenen komt binnen, dekt de camera af en pint € 350,-, € 100,- en € 350,-. De jas heeft een capuchon en insteekzakken op de borst. Het logo op de jas lijkt te passen bij het logo van The North Face.
Kennisgeving inbeslagneming, pagina 1498 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd onder verdachte [Verdachte] in beslag genomen een mobiele telefoon van Samsung. Deze werd gevonden in de slaapkamerkast van verdachte [Verdachte] .
Geschrift, zijnde een overzicht van de in beslag genomen goederen met de daaraan gekoppelde goednummers, pag. 113 e.v.:
De mobiele telefoon van Apple die werd gevonden in de slaapkamerkast van verdachte [Verdachte] werd geregistreerd onder goednummer 20-4027-024.
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1152 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 21 februari 2020 werd de onder goednummer 20-4027-024 in beslag genomen telefoon onderzocht. Het IMEI-nummer van deze telefoon was [IMei-nummer 2] .
Proces-verbaal van bevindingen, pagina 1203 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De onder goednummer 2158262 in beslag genomen telefoon is onderzocht. Hieruit blijkt dat de gebruiker het telefoonnummer [Telefoonnummer verdachte] gebruikt en als Apple ID [E-mailadres verdachte] heeft ingesteld. Op deze telefoon werd een chat aangetroffen met [Naam 2] , waarbij deze [Naam 2] op 26 september 2019 twee linkjes (om 19:07 en om 19:10 uur) doorstuurt naar verdachte. Beide linkjes betreffen een nieuwsartikel over een beroving van een 18-jarige man in Raamsdonksveer.
Het proces-verbaal van bevindingen, pag. 1247 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd de Apple iPhone, in beslag genomen onder goednummer 20-4027-22, onderzocht. De telefoon had een stappenteller geïnstalleerd, die van 09-12-2018 tot 01-01-2020 actief was. Er werden dagelijks weinig stappen geregistreerd en er werden weinig meters afgelegd. In de contacten werd het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] teruggevonden onder contactnaam “ [Naam 20] ”. Ook het telefoonnummer van verdachte [Medeverdachte] stond (tweemaal) in de contacten.
In de map “Images” werd onder andere aangetroffen:
  • een foto van een man die een flesje bier leeg giet in een goudkleurige beker, gebruikt hij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 4] ’.
  • een foto van een blonde jongen met een blauwe surfplank met de zee op de achtergrond, gebruikt bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 5] ’
  • twee foto’s die gebruikt waren bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 6] ’
  • profielfoto’s van diverse mannen
  • een aantal zogenaamde ‘ [Naam 21] ’
Feit 11
Het proces-verbaal van verhoor van aangever [Slachtoffer 6] , pagina 437 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 22 september 2019 probeerde ik af te spreken met ene [Naam 6] via [Naam 3] Ik zag wel mensen lopen, maar trof [Naam 6] niet. Hoewel de app aangaf dat [Naam 6] dichtbij moest zijn, appte [Naam 6] dat hij niet meer wilde afspreken. Ik zag daarna een zilvergrijze VW Golf/Polo wegrijden.
Op 23 september 2019 spraken we voor de tweede keer af, nu op de Kerklaan in Raamsdonk om 21:00 uur. Ik trof daar een jongen met een pet en een North Face jas. Hij stelde voor op een bankje te gaan zitten. De jongen zei: “nu” en ik voelde een klap op mijn achterhoofd. Ik zag dat er een tweede jongen was die zei: “doe even rustig en ga zitten”. Omdat ik dat niet deed zei die tweede jongen dat hij me zou steken als ik niet meewerkte. Ik kreeg een klap in mijn gezicht en de jongens duwden mij heen en weer en zeiden dat ik mijn spullen af moest geven. Op enig moment kon ik gaan rennen, waarna ik 112 heb gebeld.
Geschrift, zijnde foto’s van het [Naam 3] profiel van “ [Naam 6] ”, pag. 471 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Aangever heeft het gesprek met “ [Naam 6] ” aan verbalisanten laten zien, alsmede de foto’s die aan het profiel zijn gekoppeld. Hiervan zijn foto’s gemaakt, welke aan de aangifte zijn gehecht.
Het proces-verbaal van bevindingen, pag. 1247 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd de Apple iPhone, in beslag genomen onder goednummer 20-4027-22, onderzocht. De telefoon had een stappenteller geïnstalleerd, die van 09-12-2018 tot 01-01-2020 actief was. Er werden dagelijks weinig stappen geregistreerd en er werden weinig meters afgelegd. In de contacten werd het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] teruggevonden onder contactnaam “ [Naam 20] ”. Ook het telefoonnummer van verdachte [Medeverdachte] stond (tweemaal) in de contacten.
In de map “Images” werd onder andere aangetroffen:
  • een foto van een man die een flesje bier leeg giet in een goudkleurige beker, gebruikt hij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 4] ’.
  • een foto van een blonde jongen met een blauwe surfplank met de zee op de achtergrond, gebruikt bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 5] ’
  • twee foto’s die gebruikt waren bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 6] ’
  • profielfoto’s van diverse mannen
  • een aantal zogenaamde ‘ [Naam 21] ’
Proces-verbaal van bevindingen verkeersgegevens, pag. 502 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
De verkeersgegevens van het telefoonnummer eindigend op [Telefoonnummer verdachte] zijn opgevraagd. Hieruit blijkt dat op 23 september 2019, om 20:35 uur, de zendmast aan de [Straatnaam 13] in Waspik werd aangestraald. Deze mast heeft de plaats delict binnen zijn bereik. De eerstvolgende registratie was om 22:25 in Tilburg.
Feiten 12 en 13
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 7] , pagina 355 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 21 september 2019, had ik om 21.30 uur met ‘ [Naam 4] ’ afgesproken op de locatie " [Naam 24] " in Kaatsheuvel. [Naam 4] kwam met het idee om op deze locatie af te spreken. Ik zag op de parkeerplaats één (1) auto staan. Ik ben op de kruising omgedraaid en ik besloot dezelfde route terug te fietsen naar huis. Ik had er gewoon geen goed gevoel bij en kreeg het idee dat de afspraak met [Naam 4] mogelijk vals kon zijn. Toen ik op de Duinlaan iets voor de fietstunnel was zag ik een persoon aan de rechterkant in de berm staan. Ik hoorde dat hij vroeg of ik een nachtwinkel wist. Ik zag dat de man op dat moment voor mij kwam staan. Ondertussen zag ik dat er een tweede persoon aangelopen kwam. Ik zag dat deze tweede persoon om mij heen liep naar de linkerzijde. Ik had toen geen zicht meer op deze man omdat ik in gesprek was met de eerste man. De eerste man zei in gebrekkig Engels: "Ik wil jouw geld en jouw telefoon". Ongeveer tegelijk voelde ik plotseling een harde schop ter hoogte van mijn linker heup. Ik viel door deze schop van mijn fiets. Ik viel naar rechts en belandde op de grond. Ik voelde dat mijn fiets ook naar rechts viel en half op mij belandde. Ik hoorde dat dader 1 nogmaals mijn geld en telefoon eiste. Hierbij zei hij ook anders steek ik je dood. Ik zag dat dader 1 hierbij een beweging maakte ter hoogte van zijn middel. Ik had het idee dat hij mogelijk een mes pakte. Ik zag namelijk dat dader 1 hierna ook een soort van stekende beweging voor zich uit maakte in de richting van mij. Ik zag dat hij hierbij ook een voorwerp in zijn handen had, maar ik heb niet daadwerkelijk een mes gezien. De afstand tussen mij en dader 1 was op het moment dat hij de stekende beweging maakte ongeveer één (1) meter. Ik voelde mijzelf bedreigd en besloot daarom om op zijn dreigement in te gaan. Ik pakte mijn telefoon en mijn pasjeshouder uit mijn broekzak of jas en gaf deze goederen aan dader 1. Ik hoorde dat dader I op het moment dat ik mijn telefoon aan hem gaf om de code vroeg. Ik heb de code hierop aan hem verteld. Ik hoorde dat dader 1 nogmaals om geld vroeg. Ik gaf hierop aan dat ik geen geld had, maar enkel de pasjeshouder die ik al gegeven had. Ik zag toen dat, ik vermoed eerst dader 2, mijn fiets pakte en op mijn fiets stapte. Ik zag dat dader 1 achterop de fiets stapte en op bagagedrager ging zitten. Ik zag dat zij samen wegfietsten onder de fietstunnel door. Hierna zag ik hen niet meer.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Medeverdachte] , pagina 225 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 21 september 2019 hadden wij afgesproken met een man bij het tunneltje bij [Naam 25] Dat was met dezelfde mededader als bij slachtoffers [Slachtoffer 8] en Geijskens. Wij gingen te voet, het slachtoffer kwam op de fiets. We vroegen hem in het Engels waar de [Naam 26] was. We duwden hem van zijn fiets. We wilden zijn telefoon en pinpas. De code die hij gaf klopte niet. De andere persoon had de afspraak geregeld. We kochten weed, bier en sigaretten met die bankpas. Daarna gooiden we hem weg.
Geschrift, zijnde een uitgeschreven telefoongesprek, pagina 285 van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Verdachte [Medeverdachte] belt naar een telefoonnummer dat geregistreerd staat op naam van [Naam 1] . [Medeverdachte] vertelt dat hij over zijn eigen aandeel heeft verklaard. Niet over [Verdachte] .
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Naam 1] , pagina 266 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 21 september 2019 was ik met [Verdachte] en [Medeverdachte] naar Tilburg gegaan. Ze vroegen mij of ik wilde gaan chillen met ze in Tilburg en ze lieten mij een pinpas zien. [Medeverdachte] vertelde dat ze iemand beroofd hadden. [Medeverdachte] ging sigaretteen halen bij [Naam 27] . [Verdachte] reed en ik zat naast hem.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 1247 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 12 februari 2020 werd de Apple iPhone, in beslag genomen onder goednummer 20-4027-22, onderzocht. De telefoon had een stappenteller geïnstalleerd, die van 09-12-2018 tot 01-01-2020 actief was. Er werden dagelijks weinig stappen geregistreerd en er werden weinig meters afgelegd. In de contacten werd het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] teruggevonden onder contactnaam “ [Naam 20] ”. Ook het telefoonnummer van verdachte [Medeverdachte] stond (tweemaal) in de contacten.
In de map “Images” werd onder andere aangetroffen:
  • een foto van een man die een flesje bier leeg giet in een goudkleurige beker, gebruikt hij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 4] ’.
  • een foto van een blonde jongen met een blauwe surfplank met de zee op de achtergrond, gebruikt bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 5] ’
  • twee foto’s die gebruikt waren bij het [Naam 3] profiel van ‘ [Naam 6] ’
  • profielfoto’s van diverse mannen
  • een aantal zogenaamde ‘ [Naam 21] ’
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 362 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de door [Slachtoffer 7] overhandigde bankafschriften blijkt dat er op 21 september 2019 op meerdere momenten is gepind met zijn bankpas, te weten:
- 22:57 uur: 21 euro afgeschreven, [Naam 28] via contactloos betalen.
- 22:58 uur: 10 euro afgeschreven, [Naam 28] via contactloos betalen.
[Naam 28] betreft [Naam 29] aan [Straatnaam 14] te Tilburg.
- 23:00 uur: 9,50 euro afgeschreven, [Naam 30] via contactloos betalen.
- 23:04 uur: 7 euro afgeschreven, [Naam 31] , via contactloos betalen.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 368 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Verdachte [Medeverdachte] wordt op 21 september 2019 gezien op de camerabeelden van de binnenstad van Tilburg. Hij stapt uit een auto met kenteken [Kenteken] en gaat om 23:03 [Naam 27] in, en komt er om 23:06 weer uit. Om 23:04 wordt er een mislukte pintransactie met de pas van [Slachtoffer 7] uitgevoerd bij een sigarettenautomaat die in [Naam 27] staat.
Het proces-verbaal van bevindingen, pagina 420 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Uit de verkeersgegevens van het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] blijkt dat op 21 september 2019 de volgende telefoonmasten werden aangestraald:
- om 21:59 uur: [Straatnaam 15] , Kaatsheuvel,
- om 22:20 uur: [Straatnaam 11] , Dongen
- om 22:51 uur: [Straatnaam 16] Tilburg,
- om 23:06 uur: [Straatnaam 16] Tilburg,
- om 23:13 uur: [Straatnaam 17] Tilburg
- om 23:35 uur: [Straatnaam 18] , Waalwijk.
De locatie waar om 23:04 uur contactloos werd betaald met de pinpas van het slachtoffer ligt binnen bereik van de zendmast waarop het telefoonnummer van verdachte [Verdachte] om 23:06 aanstraalde.
Feiten 14 en 15
Het proces-verbaal van aangifte van [Slachtoffer 8] pagina 303 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Vandaag, 2 augustus 2019, omstreeks 08.15 uur, had ik via de datingapp [Naam 3]
contact met een jongen genaamd ' [Naam 9] '. Ik sprak met hem af om 12.30 uur bij [Straatnaam 19] Omstreeks 12.45 uur was ik bij de [Straatnaam 19] . Hij stuurde toen zijn exacte locatie naar mij. Ik zag dat dat bij de [Naam 32] was. Ik reed daar naartoe en ik zag dat dat een doodlopend straatje was. Toen ik daar aankwam stuurde hij een bericht dat ik naar de [Naam 33] ’ moest komen en hij daar zou staan. Hij zei dat hij een blauwe trui droeg, daaraan zou ik hem herkennen. Ik stapte vervolgens uit en schudde hem de hand. Ik hoorde dat hij zichzelf voorstelde als ' [Naam 9] '. Ik kan hem als volgt omschrijven:
- Nederlandse jongen die goed Nederlands sprak;
- Ik schat hem wel 16 jaar oud;
- Ongeveer 1.75 meter lang;
- Blauwe coltrui;
- Zwarte trainingsbroek;
- Schoudertasje (geen details bekend);
- droeg een pet; kleur onbekend;
We liepen samen naar de auto en toen ik een paar stappen had gezet kwam er een tweede
jongen, vanuit achter, naar mij gelopen. Ik omschrijf die jongen als volgt:
- Nederlandse jongen, spraak ook goed Nederlands;
- Iets ouder dan ' [Naam 9] '. Ik denk 19 jaar.
- ongeveer 1.90 meter lang. Hij is ongeveer net zo lang als dat ik ben;
- zwarte kleding;
Ik voelde dat ik geduwd werd door één van de twee, maar weet niet door wie. Ik weet niet meer door wie, maar ik werd door een van de twee op mijn rechterbovenarm geslagen en door de ander werd ik op mijn hoofd geslagen. Ik hoorde dat, volgens mij, de tweede jongen vroeg of ik geld bij me had. Ik zei daarop dat ik dat in de auto had liggen. Ik opende mijn auto. Ik zag dat beide jongens aan mijn kant stonden (passagierszijde). Ik ben in de auto gaan zitten en mijn portemonnee lag op de passagiersstoel, maar op de grond. Ik merkte dat ze agressiever werden. Ik hoorde dat de tweede jongen met zijn vuisten een paar keer op mijn auto sloegen. Toen ik in de auto zat werd ik door beide jongens op mijn hoofd geslagen. Ik voelde ook hier weer pijn op mijn hoofd. Ik voelde dat ze mij met hun vuisten raakten. Ik merkte dat ze stopten en ik zag dat [Naam 9] de bijrijdersdeur opende. Hij ging niet in de auto zitten, maar stond in de deuropening met zijn hoofd naar binnen. Ik gaf aan de tweede jongen, die nog in mijn deuropening stond, vier briefjes van tien euro. Ik had niet meer geld bij me zei ik. Er werd door ' [Naam 9] ', die steeds agressiever werd, aan mijn portemonnee getrokken. Daardoor is het 'flapje' van het muntgeldvakje afgescheurd. Ik heb mezelf toen verweerd en ik heb ' [Naam 9] ' toen ook drie klappen gegeven. Toen ik dat deed zag ik dat zijn pet van zijn hoofd viel. Ik zag dat hij daarvan schrok en daarop mijn bril van mijn hoofd trok. Mijn bril heeft ook wat krasjes op het glas. Ze vroegen of ik pasjes bij me had. Ik weet niet meer wat ik daarop zei, maar ik weet wel dat ik toen mijn auto heb gestart en wegreed.
Door de vuistslagen op het dak is mijn dak ingedeukt. Dat was nog niet toen ik de parkeerplaats op reed. Ik weet zeker dat dit door die vuistslagen komt van de tweede jongen. Daarnaast is de deur van de passagierszijde ontzet. Dat komt doordat de tweede jongen aan de deur aan het trekken was. Dat was toen hij in de deuropening stond. Ik zag dat hij de deur, toen deze volledig geopend was, verder open duwde. Ik zag dat hij dit bewust deed, doordat hij er echt met kracht tegen duwde. De deur gaat nu moeilijk dicht en hij sluit niet meer goed.
Bijlagen bij het proces-verbaal van aangifte, pagina 310 e.v.: van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op pagina’s 310, 312 en 313 is het letsel van aangever te zien. Op pagina’s 314, 315 en 316 is de schade aan zijn auto zichtbaar.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Medeverdachte] , pagina 225 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Ik was er bij op 2 augustus 2019. De medeverdachte waarover ik eerder al verklaarde maakte de afspraak. Ik wachtte het slachtoffer op en sprak hem aan. Wij wilden geld, hij zei dat het in zijn auto lag. Mijn medeverdachte nam het geld aan. Ik gaf hem een klap die half miste, toen rende hij weg. Medeverdachte probeerde hem nog uit de auto te trekken maar dat lukte niet. Het klopt dat wij bij de [Naam 33] in de [Kenteken] Volkswagen Polo lichtgrijs van kleur zijn weggereden. We deden eerst andere kleding aan.
Het proces-verbaal van verhoor van verdachte [Naam 1] , pagina 266 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Het zou goed kunnen dat [Verdachte] en [Medeverdachte] op 2 augustus 2019 langs kwamen. Mijn vriendin was er, daarom werd er niets over de overval gezegd. Later hoorde ik dat [Medeverdachte] er lacherig over vertelde. Het was een paar dagen later toen [Medeverdachte] mij de burgernet melding liet zien en zei: “wie zouden dat zijn”. Hij lachte er bij en ik wist genoeg.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [naam] , pagina 322 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op 2 augustus 2019 zat ik voor het raam van mijn woning ( [Straatnaam 20] , Loon op Zand) een krant te lezen. Ik zag dat er twee jongens bij de voordeur van huisnummer [nummer] stonden. Ik zag dat de twee jongens zich opgetogen gedroegen, het ging er luidruchtig aan toe. De beide jongens zijn toen maar even binnen geweest. Toen ze weer naar buiten kwamen zag ik dat de kleinere blonde haast had. Toen ze bij hun auto stonden zag ik dat beide jongens een zwart en grijs jack uitwisselden. Daarna stapten ze weer in de auto en reden weg.
Ik had net tevoren het burgernet bericht gelezen toen de beide jongens op bezoek kwamen. Ik schat in dat dit rond 14.30 uur is geweest. Ik kan de lange persoon als volgt omschrijven: Hij was blank, ik schat hem rond de 190 centimeter, ik zeg dit omdat hij in de deuropening stond van huisnummer [nummer] . Deze is 210 centimeter, en hij bleef er net onder. Hij had een normaal postuur en had bruin haar. Deze persoon droeg een baseball cap met de klep naar voren. Ik schat hem ouder dan 16, ik denk tussen de 18 en 20 jaar.
Deze jongen droeg een donkerblauwe trainingsbroek met daarop witte strepen over de hele lengte van de broek. Hij droeg een donkerblauw sportjack zonder strepen. Een van de twee jongens had een tasje op zijn zij hangen maar ik weet niet welke jongen dit was. Ik kan de tweede kleinere persoon als volgt omschrijven. Hij was blank en heeft kort blond haar, stekelig. Hij had ook een baseball cap op met de klep naar achteren. Ik zag dit omdat hij ook zijn cap heeft af gehad. Ik schat hem iets jonger dan de lange jongen. Hij was wat tengerder en was ongeveer 175 centimeter lang. Ik heb de jongens naast elkaar zien staan bij de voordeur. Hij droeg een lange zwarte broek, ik denk een jeans maar dat durf ik niet zeker te zeggen. Hij had een zwarte trui aan met lange mouwen. De auto waar ze in wegreden dat was een lichtgrijze Volkswagen Polo. Ik heb het kenteken genoteerd [Kenteken] . Omdat de jongens zich in mijn ogen opvallend gedroegen en hun kleding best goed overeen kwam met het burgernet bericht heb ik de politie gebeld.
Het proces-verbaal van bevindingen, pag. 327 e.v. van voornoemd eindproces-verbaal, inhoudende -zakelijk weergegeven-:
Op vrijdag 02 augustus 2019 was ik, verbalisant [Naam 34] , belast met incidentenafhandeling binnen het teamgebied Langstraat. Nadat ik gehoord had hoe het incident was verlopen en tevens gehoord had hoe de twee daders eruit zouden zien, moest ik direct denken aan een persoon te weten: [Medeverdachte] . Ik vond namelijk dat hij als dader in het 'plaatje' van dit incident paste. [Medeverdachte] heeft een blanke huidskleur, een slank postuur en is redelijk lang, naar schatting 1.85 - 1.90 meter. Het is mij bekend dat [Medeverdachte] regelmatig een pet en een 'schouder c.q. nektasje' draagt.