ECLI:NL:RBZWB:2021:1443
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Geschil over lichthinder door verlichting van tennispark en handhaving door gemeente
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, hebben eisers, bewoners nabij een tenniscomplex, een handhavingsverzoek ingediend tegen de tennisclub Teco vanwege lichthinder veroorzaakt door de verlichting van het tennispark. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oisterwijk heeft in een besluit van 18 oktober 2018 het verzoek van eisers afgewezen, en dit besluit is later in een bestreden besluit van 12 juni 2019 bevestigd. Eisers hebben hiertegen beroep ingesteld. Tijdens de zitting op 19 november 2020 is het beroep besproken, waarbij zowel eisers als vertegenwoordigers van het college en Teco aanwezig waren. De rechtbank heeft de uitspraaktermijn verlengd om partijen de gelegenheid te geven hun standpunten verder toe te lichten.
De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de vereniging Tennisclub Teco een Hinderwet-vergunning heeft voor het tenniscomplex, maar dat sinds de inwerkingtreding van het Activiteitenbesluit op 1 januari 2008 geen vergunning meer vereist is. De rechtbank heeft ook gekeken naar de relevante wetgeving, waaronder artikel 5:4 van de Algemene wet bestuursrecht, en de richtlijnen voor lichthinder. De rechtbank concludeert dat de gemeten waarden van de verlichting niet de grenswaarden overschrijden zoals vastgesteld in de richtlijn van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Hierdoor is er volgens de rechtbank geen sprake van overtreding van de zorgplicht van Teco.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eisers ongegrond verklaard, omdat het college niet bevoegd was om handhavend op te treden. De uitspraak is gedaan door mr. T. Peters en openbaar gemaakt op 25 maart 2021.