ECLI:NL:RBZWB:2021:1466

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
17 februari 2021
Publicatiedatum
26 maart 2021
Zaaknummer
c/02/382211 JE RK 21-262
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • M. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging gesloten jeugdhulp voor minderjarige in het kader van jeugdbescherming

Op 17 februari 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, M. Phillips, een beschikking gegeven in een zaak betreffende de machtiging tot gesloten jeugdhulp voor een minderjarige, aangeduid als [roepnaam]. De zaak werd behandeld in het kader van de Jeugdwet en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De kinderrechter oordeelde dat gesloten plaatsing alleen als ultimum remedium mag worden ingezet en dat deze maatregel niet langer gerechtvaardigd is gezien de wachtlijstproblematiek voor een passende vervolgplek.

De kinderrechter merkte op dat [roepnaam] onder voogdij staat van de Gecertificeerde Instelling (GI) en momenteel verblijft in een gesloten accommodatie. Tijdens de zitting werd duidelijk dat [roepnaam] zich niet meer veilig voelde op haar huidige locatie na een steekincident. De kinderrechter benadrukte de noodzaak van een stabiele en veilige omgeving voor de ontwikkeling van [roepnaam].

De kinderrechter verleende een tijdelijke machtiging voor gesloten jeugdhulp van twee maanden, tot 26 april 2021, en hield de behandeling van het resterende verzoek aan. De kinderrechter riep de GI, de ouders en de Raad op om hun verantwoordelijkheid te nemen en te zorgen voor een passende vervolgplek voor [roepnaam]. De beslissing werd mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de nadruk op de urgentie van de situatie en de noodzaak voor verandering in de zorg voor [roepnaam].

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Zittingsplaats: Breda
Zaakgegevens : C/02/382211 / JE RK 21-262
datum uitspraak: 17 februari 2021
beschikking machtiging gesloten jeugdhulp
in de zaak van

WILLIAM SCHRIKKER STICHTING JEUGDBESCHERMING & JEUGDRECLASSERING,

hierna te noemen de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te Amsterdam,
betreffende

[minderjarige] ,

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
hierna te noemen [roepnaam] ,
advocaat: mr. R.T.A.G. Keller.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[roepnaam] .

De kinderrechter merkt als informanten aan:
[moeder] , hierna te noemen de moeder,
wonende te [woonplaats1] ,
[vader] , hierna te noemen de vader,
wonende te [woonplaats2] ,
bijgestaan door mr. P.F.M. Gulickx,
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda, hierna te noemen: de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.
Het procesverloop
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 10 februari 2021;
- de verklaring van 10 februari 2021 dat een voorziening nodig is op het gebied van jeugdhulp en verblijf niet zijnde verblijf bij een pleegouder;
- de instemmingsverklaring van 15 februari 2021 van de gekwalificeerde gedragswetenschapper.
Op 17 februari 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Gehoord zijn:
- [roepnaam] , bijgestaan door mr. Keller,
- de moeder,
- de vader, bijgestaan door mr. Gulickx;
- een vertegenwoordiger van de GI (de voogd van [roepnaam] );
- een vertegenwoordigster van de Raad.
De feiten
[roepnaam] staat onder voogdij van de GI.
[roepnaam] verblijft op de [jeugdinstelling1] in [verblijfplaats 2] .
Bij beschikking van 22 januari 2021 heeft de kinderrechter een machtiging gesloten jeugdhulp voor [roepnaam] verleend, met ingang van 3 februari 2021 tot uiterlijk 26 februari 2021.
Het verzoek
De GI verzoekt een machtiging om [roepnaam] in een gesloten accommodatie voor jeugdhulp te doen opnemen en te doen verblijven voor de duur van zes maanden.
Het standpunt van de GI
Ter aanvulling op het verzoek geeft de voogd aan dat [roepnaam] het nog steeds erg goed doet en dat er nog altijd sprake is van een positieve ontwikkeling. Zij volgt de training ‘Girls Talk’ en kan steeds beter haar grenzen stellen en zich weerbaar opstellen. Het contact met de ouders verloopt ook goed. Wel zal de voogd de afspraken voortaan duidelijker, via de mail, vastleggen.
[roepnaam] staat al enige tijd op een wachtlijst voor [jeugdinstelling4] en intussen werkt zij aan de verdere opbouw van vrijheden en het vergroten van haar zelfstandigheid. Stabiliteit en duidelijkheid blijven erg belangrijk voor [roepnaam] . Er ligt ook een plan B, te weten [jeugdinstelling3] . De voogd heeft al contact gehad en er moet een screening plaatsvinden. Afhankelijk daarvan wordt [roepnaam] eventueel op een wachtlijst geplaatst. De voogd kan niet aangeven hoe lang dit traject zal duren. De voogd zegt toe dat hij ook zal kijken naar de mogelijkheden bij [jeugdinstelling2] .
Er is helaas maar een beperkt aanbod aan open plekken waar [roepnaam] geplaatst zou kunnen worden en geconcludeerd moet worden dat er de komende maanden geen geschikte plek voor [roepnaam] beschikbaar is.
Het standpunt van [roepnaam]
vertelt dat er een paar dagen geleden een steekpartij is geweest op school. Zij heeft het steken zelf niet gezien, maar ze zag wel de jongen die gestoken was voorbij lopen. De jongen die heeft gestoken, zat bij haar op de groep. Het mes is nog steeds niet gevonden en niemand mag zonder begeleiding over het terrein. [roepnaam] voelt zich niet meer veilig op de groep en wil er weg. Het is deze week vakantie, maar ze mogen niet naar buiten, helemaal niets. Ook heeft [roepnaam] een allergische aanval gehad toen ze bij mama was. Ze kreeg het heel erg benauwd en allemaal rode vlekken. [roepnaam] weet nog steeds niet waardoor het kwam. Ze heeft medicatie gekregen, maar die maakt haar erg moe.
is bijna klaar met Girls Talk en dan krijgt ze haar certificaat. Maar ze wil weg uit [verblijfplaats 2] . Het wordt niet meer zoals eerst, niemand voelt zich veilig. [jeugdinstelling4] kan 8 maanden duren, dan is ze al bijna 18. [roepnaam] zegt dat er geen reden meer is om haar gesloten te houden. Ze kunnen haar ook in Tilburg plaatsen, totdat er plek is bij [jeugdinstelling4] .
vertelt dat het thuis goed gaat. Wel was er een miscommunicatie met haar vader over tot wanneer ze bij hem mocht blijven. Haar mentor zei dat ze afspraken hadden overtreden en dat [roepnaam] blijkbaar niet een nacht langer mocht blijven. [roepnaam] vindt dat als er afspraken gemaakt worden, die gelijk op de mail moeten worden gezet zodat het duidelijk is voor iedereen. [roepnaam] heeft met papa en mama een goede band. Zij ziet mama nu ook een halve dag als ze thuis is. Maar nu durft ze niet meer bij mama binnen te komen vanwege die allergische reactie. [roepnaam] heeft ook opa weer gezien, na 9 maanden. Dat was leuk.
Mr. Keller vult hierop aan dat de tijd nu echt begint te dringen. [roepnaam] heeft al 18 maanden gesloten plaatsing achter de rug. Tijdens de vorige zitting was [roepnaam] erg positief en gaf ze aan op de huidige groep te willen blijven totdat ze het traject van [jeugdinstelling4] in zou kunnen gaan. Het steekincident heeft daar verandering in gebracht. Daardoor is [roepnaam] haar gevoel van veiligheid kwijtgeraakt en dit komt ook haar motivatie niet ten goede. Er zijn geen gronden meer voor een gesloten plaatsing. De enige grond is continuering van zorg, maar feitelijk moet [roepnaam] gesloten blijven zitten omdat er geen alternatief is. De situatie van [roepnaam] schreeuwt om een oplossing.
De standpunten van de ouders en de Raad
De vader van [roepnaam] vertelt dat het bij hem goed gaat met [roepnaam] . Hij vindt het fijn dat er de afgelopen periode veel positieve ontwikkelingen zijn geweest. De vader blijft zich wel zorgen maken over de plaatsing van [roepnaam] op de huidige groep. Hij kan best begrijpen dat daar jongeren zijn geplaatst met beperkingen en dat het eens uit de hand loopt, maar een mes is iets wat niet moet kunnen. De vader maakt zich daar veel zorgen over. Hij ziet dat het spanningen geeft bij [roepnaam] en wil dat ze daar snel weggaat. [roepnaam] heeft eerder bij [jeugdinstelling4] aan de [jeugdinstelling5] gewoond en dat was een goede plek. Tot slot wil de vader graag dat de omgang verder wordt uitgebreid, het liefst van vrijdag tot zondag. Het zou verstandig zijn om afspraken duidelijk vast te leggen zodat misverstanden worden voorkomen.
De moeder van [roepnaam] is het eens met de vader. Ook zij maakt zich zorgen over de plek waar [roepnaam] nu verblijft.
De vertegenwoordigster van de Raad geeft aan dat er een mooie rapportage ligt en dat zij erg blij is met alles wat er wel is gelukt tot nu toe. Maar zij ziet ook zorgen. Het is van belang dat [roepnaam] zo snel mogelijk kan worden overgeplaatst. Het moet wel een passende plek zijn die aansluit bij wat [roepnaam] nodig heeft en waar zij ook kan blijven na haar 18de verjaardag. [roepnaam] heeft stabiliteit nodig. Het steekincident is vreselijk en het is begrijpelijk dat dit veel impact heeft gehad op [roepnaam] .
De beoordeling
Gelet op het bepaalde in artikel 6.1.2, tweede lid, Jeugdwet kan een machtiging voor een gesloten accommodatie voor jeugdhulp slechts worden verleend indien naar het oordeel van de kinderrechter deze jeugdhulp noodzakelijk is in verband met ernstige opgroei- of opvoedingsproblemen die de ontwikkeling van de jeugdige naar volwassenheid ernstig belemmeren. Bovendien dient de opneming en het verblijf noodzakelijk te zijn om te voorkomen dat de jeugdige zich aan deze jeugdhulp onttrekt of daaraan door anderen wordt onttrokken.
De kinderrechter is trots op [roepnaam] en zij vindt het heel knap dat [roepnaam] zo hard aan zichzelf blijft werken. [roepnaam] heeft de afgelopen periode op verschillende vlakken veel bereikt, pas nog het behalen van haar certificaat van Girls Talk. Ook is het erg fijn dat het contact tussen [roepnaam] en haar ouders nu goed verloopt en dat [roepnaam] haar opa na lange tijd weer heeft gezien.
De kinderrechter vindt het dan ook ontzettend jammer en naar voor [roepnaam] dat het steekincident heeft plaatsgevonden. Zij begrijpt goed dat dit heel heftig voor [roepnaam] is geweest en dat [roepnaam] zich nu niet meer veilig voelt. Dat het aantal steekincidenten in onze maatschappij helaas toeneemt en dat het ook op ander plekken gebeurt, is een feit. Maar dit incident heeft in de woonsituatie van [roepnaam] plaatsgevonden, een plek waar zij zich veilig zou moeten kunnen voelen. Bovendien gaat het om een groepsgenoot die heeft gestoken en kent [roepnaam] de jongen die is gestoken ook. Hij liep nét na de steekpartij langs haar en dit heeft veel indruk gemaakt op [roepnaam] . Verder wordt [roepnaam] nu geconfronteerd met de maatregelen die de groepsleiding als gevolg heeft genomen. Dit alles is ingrijpend, zeker omdat ze hierdoor wordt beperkt in haar mogelijkheden, juist nu ze in haar ontwikkeling toe is aan verdere uitbreiding van vrijheden.
Met mr. Keller is de kinderrechter van oordeel dat de enige grond voor de gesloten plaatsing van [roepnaam] is dat haar een stabiele, gestructureerde en veilige omgeving kan worden geboden, waarin [roepnaam] zich verder kan ontwikkelen. Door de recente gebeurtenissen, lijkt hiervan in de huidige setting echter in mindere mate sprake. De kinderrechter ziet dan ook aanleiding om de machtiging slechts voor korte duur te verlenen, te weten een periode van twee maanden, en het verzoek voor het overige aan te houden.
Het is van cruciaal belang dat [roepnaam] zo spoedig mogelijk kan doorstromen naar een passende vervolgplek. Een machtiging gesloten jeugdhulp is immers de meest ingrijpende en vergaande maatregel en mag uitsluitend als ultimum remedium worden ingezet. De kinderrechter heeft [roepnaam] het afgelopen jaren zien groeien van een meisje dat door haar beperkingen werd geleid tot een (bijna) jongvolwassene die klaar is voor de volgende stap in haar leven. Dat is niet vanzelf gegaan, daarvoor heeft [roepnaam] keihard gewerkt. En is haar ‘beloning’ dan nu dat zij begrip moet hebben voor het feit dat er geen passende plek voor haar is? Het kan en mag niet zo zijn dat [roepnaam] langer in een gesloten setting verblijft dan goed voor haar is, simpelweg omdat er als gevolg van de wachtlijstproblematiek geen alternatief is. De kinderrechter baseert zich hierbij niet alleen op de wet, maar ook op het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. Daaruit volgt dat een gesloten plaatsing (een vorm van vrijheidsbeneming) een té ingrijpend middel is in een situatie waarin sprake is van een wachtlijst voor een passende vervolgplek.
[roepnaam] heeft twee hele betrokken ouders die veel van haar houden en van wie [roepnaam] veel houdt. Door omstandigheden buiten hun schuld (en buiten de schuld van [roepnaam] ), kunnen haar ouders [roepnaam] niet de verzorging en opvoeding geven die zij nodig heeft. Om die reden is hier een rol voor de overheid weggelegd en de kinderrechter verwacht dan ook van de GI en de gemeente - als uitvoerende instanties - dat zij hun verantwoordelijkheid serieus nemen en er de komende weken alles aan zullen doen om [roepnaam] te geven waar zij recht op heeft: een passende plek.
Daarbij merkt de kinderrechter op dat een plek die in theorie geschikt zou zijn maar waarvoor een maandenlange wachtlijst bestaat, geen passende plek is. Er moet dus verder worden gekeken dan tot nu toe is gebeurd. [roepnaam] wordt over 10 maanden bovendien 18 en het is duidelijk dat zij ook dan nog zorg en begeleiding nodig zal hebben. Het ligt daarom voor de hand dat [roepnaam] geplaatst wordt in een setting waar zij ook na haar 18de verjaardag kan blijven wonen en waar zij stap voor stap kan toewerken naar de voor haar maximale vorm van zelfstandigheid. Gedacht kan worden aan een begeleid wonen traject voor jongvolwassenen met 24-uurs zorg en persoonlijke begeleiding.
De kinderrechter luidt de noodklok: er moet verandering komen in de situatie van [roepnaam] , niet over een jaar, niet over een aantal maanden of over enige tijd, maar nu. We zijn dit als samenleving verplicht aan onze kinderen, verplicht aan [roepnaam] .
De beslissing
De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp voor [roepnaam] met ingang van 26 februari 2021 tot uiterlijk 26 april 2021;
houdt de behandeling van het resterende deel van het verzoek aan (in afwachting van schriftelijk bericht van de GI over de actuele stand van zaken) tot de zitting van
22 april 2021 om 13:30 uur, bij de kinderrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Breda, Stationslaan 10, 4815 GW;
bepaalt dat een afschrift van deze beschikking geldt als oproeping voor die zitting voor de GI, [roepnaam] , mr. Keller en de Raad;
bepaalt dat als informant zullen worden opgeroepen: de moeder, de vader met mr. Gulickx en de heer Van de Moosdijk;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 17 februari 2021 door mr. Phillips, kinderrechter, in tegenwoordigheid de griffier.
De schriftelijke uitwerking van deze beschikking is vastgesteld op 23 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend ter griffie van het gerechtshof
’s-Hertogenbosch.