ECLI:NL:RBZWB:2021:1582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht en ontbreken van vereiste stukken
Op 31 maart 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Geertruidenberg. De eiseres, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had op 25 september 2020 beroep ingesteld tegen een besluit van het college. Echter, de rechtbank constateerde dat de gemachtigde van eiseres niet had voldaan aan de verplichtingen die voortvloeien uit de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met name de verplichting tot betaling van griffierecht en het indienen van noodzakelijke documenten.
De rechtbank had de gemachtigde van eiseres herhaaldelijk gewezen op de verplichtingen, waaronder de betaling van het griffierecht en het indienen van een afschrift van het besluit waartegen beroep was ingesteld. Ondanks deze waarschuwingen ontving de rechtbank geen betaling van het griffierecht, noch de gevraagde documenten binnen de gestelde termijnen. Hierdoor was de rechtbank genoodzaakt om het beroep kennelijk niet-ontvankelijk te verklaren.
De uitspraak is gedaan door rechter S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier D. Alblas. De rechtbank heeft in haar beslissing verwezen naar verschillende artikelen uit de Awb die de basis vormen voor de niet-ontvankelijkheid van het beroep. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet te doen tegen deze uitspraak binnen een termijn van zes weken.