ECLI:NL:RBZWB:2021:1597
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om maatwerkontheffing voor parkeren in Veere
Op 1 april 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen een verzoeker en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veere. De verzoeker had bezwaar gemaakt tegen een besluit van 2 februari 2021, waarin zijn verzoek om een maatwerkontheffing voor parkeren werd afgewezen. De verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat de nieuwe parkeerregels hem onterecht zouden benadelen. De voorzieningenrechter heeft de zaak zonder zitting behandeld, op basis van de ingediende stukken en de toelichting van de verzoeker.
In de overwegingen van de uitspraak werd ingegaan op het Parkeerbeleidsplan dat op 1 oktober 2020 was vastgesteld, waarin de vergunning “vrij van kenteken” vervalt. De nieuwe regeling biedt inwoners van Veere de mogelijkheid om hun visite te registreren via een app, waarvoor kosten in rekening worden gebracht. De verzoeker stelde dat hij tot 1 april 2021 beschikte over een bewonersvergunning “vrij op kenteken” en dat de nieuwe regeling een vergaande beperking voor hem vormde. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat er geen sprake was van onverwijlde spoed, zoals vereist voor het treffen van een voorlopige voorziening. De verzoeker had de mogelijkheid om gebruik te maken van de Visite-app, en de kosten daarvan waren niet zodanig dat dit een spoedeisend belang rechtvaardigde.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat de verzoeker de uitkomst van de bezwaarschriftenprocedure kan afwachten. De uitspraak werd gedaan door mr. T. Peters, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.