Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.De procedure
- de dagvaarding van 10 maart 2021, met producties genummerd 1 tot en met 3,
- de akte overlegging producties van de zijde van [eiseres] , met producties 4 tot en met 8,
- de conclusie van antwoord, met producties genummerd 1 tot en met 18,
- de mondelinge behandeling, gehouden op 17 maart 2021,
- de zittingsaantekeningen van de zijde van [eiseres] ,
- de pleitnota van de zijde van de Gemeente.
2.Het geschil
3.De beoordeling
- Op 2 mei 1995 is [bedrijfsnaam 1] (hierna: [bedrijfsnaam 1] ) opgericht.
- [bedrijfsnaam 1] is een aannemer die (bestratings)werkzaamheden voor de Gemeente verrichtte onder met de Gemeente gesloten raamovereenkomst(en).
- [eiseres] was van 19 september 2005 tot 11 maart 2009 directeur en enig aandeelhouder van [bedrijfsnaam 1] .
- De heer [directeur eis] is sinds 1998 directeur en enig aandeelhouder van [eiseres] .
- Sinds maart 2009 is De gebroeders [bedrijfsnaam 2] directeur en enig aandeelhouder van [bedrijfsnaam 1] .
- De bestuurders van De gebroeders [bedrijfsnaam 2] zijn [bedrijfsnaam 3] en [bedrijfsnaam 4] met als UBO de natuurlijke personen: de heren [naam 1] en [naam 2] (hierna: [naam 1] c.s.)
- Op 2 januari 2010 heeft [naam 1] c.s. de heer [directeur eis] gemachtigd tot het doen van alle noodzakelijke handelingen welke nodig zijn om administratieve, financiële en fiscale zaken te ontvangen en te verzenden voor [bedrijfsnaam 1] .
- Op 6 september 2017 is een strafrechtelijk onderzoek gestart door de Rijksrecherche onder de naam “ [naam onderzoek] ”, waarbij (onder andere) de heer [directeur eis] , [bedrijfsnaam 1] , [eiseres] en [naam 1] c.s. zijn aangemerkt als verdachten van corruptie, valsheid in geschrifte, oplichting en witwassen. In het proces-verbaal van het onderzoek [naam onderzoek] is onder meer opgenomen:
- In juli 2018 is, naar aanleiding van de informatie die de Gemeente van de Rijksrecherche uit het lopende strafrechtelijk onderzoek heeft ontvangen, door de Centrale Onderzoekseenheid van de Gemeente een intern integriteitsonderzoek opgestart naar mogelijke belangenverstrengeling, financiële schendingen en/of plichtsverzuim door ambtenaren van de Gemeente, waaronder de heer [naam 4] (hierna: [naam 4] ) en de heer [naam 3] (hierna: [naam 3] ).
- Bij brief van 1 augustus 2019 van de Gemeente aan [bedrijfsnaam 1] is medegedeeld dat er onderzoeken zijn verricht naar medewerkers van de Gemeente die worden verdacht van betrokkenheid bij omkoping en fraude met facturen en dat in beide onderzoeken de omkoping en fraude gelieerd wordt aan [bedrijfsnaam 1] en de bij haar werkzame werknemers.
- Bij brief van 18 december 2019 heeft de Gemeente de overeenkomst met [directeur eis] Bestratringen met onmiddellijke ingang ontbonden en [bedrijfsnaam 1] gesommeerd de betreffende werkzaamheden per direct te staken en het werkterrein te verlaten.
- Op 1 december 2020 is op verzoek van de Gemeente verlof gevraagd om conservatoir derdenbeslag te mogen leggen onder de coöperatieve Rabobank u.a. (hierna: de Rabobank) ten laste van [eiseres] ter verzekering van het verhaal van de vordering ad € 1.818.558,02 die de Gemeente stelt te hebben op onder meer [eiseres] uit hoofde van een onrechtmatige daad.
- Voornoemd conservatoir derdenbeslag heeft doel getroffen tot een beloop van afgerond € 70.000,00.
- De Gemeente heeft eveneens conservatoir beslag doen leggen op een tweetal privé panden van de heer [directeur eis] .
- Eén van die panden was reeds verkocht aan een derde. De Gemeente is akkoord gegaan met opheffing van het beslag op dat pand. De koopsom van het pand werd in depot gesteld onder de notaris.
- De dagvaarding in de hoofdzaak is betekend op 24 december 2020 en richt zich onder andere tegen [naam 3] , [naam 4] , [bedrijfsnaam 1] , [eiseres] en de heer [directeur eis] .
1.016,00