4.3.2De bijzondere overwegingen met betrekking tot het bewijs
Feit 1
Is er sprake van medeplegen?
Verdachte heeft bekend dat hij de film heeft gemaakt waarin zijn partner, medeverdachte [medeverdachte] , bij [slachtoffer] seksuele handelingen verrichtte. Ten aanzien van feit 1 is er verweer gevoerd over het medeplegen. Door de verdediging is betoogd dat hiervan geen sprake is geweest nu er geen vooropgezet plan was, dat verdachte pas op het moment dat de seksuele handelingen gaande waren erbij kwam en ging filmen en het dus een spontane actie was. Er was volgens de verdediging geen sprake van een bewuste en nauwe samenwerking die is vereist om tot een bewezenverklaring van het medeplegen te komen.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Voor het medeplegen is van belang dat er sprake is geweest van een bewuste en nauwe samenwerking tussen verdachte en de medeverdachte. Uit de bewijsmiddelen komt naar voren dat de medeverdachte met de vijftienjarige [slachtoffer] in de badkamer van de oude woning van verdachte en medeverdachte was en daar seksuele handelingen met [slachtoffer] verrichtte. Verdachte is daar op enig moment bij gekomen en begonnen met filmen. De medeverdachte zag dat verdachte er was met de camera en is niet gestopt met het verrichten van seksuele handelingen en uit de bewijsmiddelen blijkt niet dat hij het filmen heeft willen stoppen. De medeverdachte heeft aldus een actieve rol gespeeld in het tot stand komen van de film, nu hij is doorgegaan met het verrichten van seksuele handelingen bij [slachtoffer] , wetende dat het werd gefilmd. Hierin bestaat naar het oordeel van de rechtbank de bewuste en nauwe samenwerking die voor het medeplegen vereist is. Dat de medeverdachte niet daadwerkelijk zelf heeft gefilmd, doet hier niet aan af. Ook dat er geen vooropgezet plan was, maakt dit niet anders. Uit de handelingen en gebeurtenissen blijkt de nauwe en bewuste samenwerking die op enig moment is ontstaan en waardoor de film tot stand kon komen.
De hoeveelheid films
Op de gegevensdragers zijn twee films aangetroffen waarop verdachte met [slachtoffer] te zien is. Verdachte heeft hierover ter zitting verklaard dat het om een film gaat van dezelfde gebeurtenis, die hij niet in zijn geheel op de computer overgezet kreeg omdat die film daarvoor te groot was. Gelet op de grootte van het bestand en de gebruikte resolutie, heeft verdachte volgens eigen zeggen het filmpje in twee delen geknipt op de computer gezet. [slachtoffer] heeft verklaard dat hij eenmalig met de medeverdachte in de douche heeft gestaan. De rechtbank zal derhalve bij de bewezenverklaring uitgaan van één film.
Conclusie:
Gelet op bovenstaande, acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het vervaardigen van één film waarop seksuele gedragingen staan met iemand die de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het onderdeel in de tenlastelegging, inhoudend dat verdachte zich schuldig zou hebben gemaakt aan “het met de/een penis oraal penetreren van het lichaam van die [slachtoffer] , althans een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt”. Er is geen wettig en overtuigend bewijs voor deze handeling
Feit 2:
Aan de rechtbank ligt de vraag voor, of er sprake is geweest van verleiding tot het plegen dan wel dulden van de ontuchtige handelingen, zoals onder feit 2 is tenlastegelegd.
Om tot wettig en overtuigend bewijs te komen voor de verleiding, moet bewezen worden dat er sprake is van een actieve handeling van verdachte, gericht op het verleiden tot het plegen dan wel dulden van de ontuchtige handelingen. Verdachte heeft ontkend zich aan verleiding schuldig te hebben gemaakt en heeft aangegeven dat, toen hij de badkamer binnenkwam de seksuele handelingen tussen de medeverdachte en de vijftienjarige [slachtoffer] al gaande waren. De rechtbank stelt vast dat alleen [slachtoffer] heeft verklaard dat verdachte hem heeft gevraagd om met de medeverdachte ontuchtige handelingen te plegen nadat [slachtoffer] goederen van verdachte en medeverdachte had ontvangen. Hoewel ook verdachte ter zitting heeft verklaard een enkele keer beltegoed aan [slachtoffer] te hebben gegeven, kan niet worden vastgesteld dat dat met de bedoeling is geweest om [slachtoffer] te verleiden tot het dulden dan wel plegen van de ontuchtige handelingen. Dit maakt dat er naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende wettig bewijs is dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het onder feit 2 ten laste gelegde feit. Daarom zal verdachte van dit feit worden vrijgesproken.
Feit 3:
Naar aanleiding van een melding dat er kinderporno op gegevensdragers in de woning van verdachte en medeverdachte zouden staan, heeft de politie onderzoek uitgevoerd.
Na uitlevering van de gegevensdragers zijn deze nader onderzocht. Op een aantal gegevensdragers werd kinderporno aangetroffen:
Beslagcode DRS-code soort goed
286254 15-4255-004 computer
286350 15-4255-006 laptop
286251 15-4255-010 NAS
286320 15-4255-016 HDD
286321 15-4255-022 computer
Volgens het proces-verbaal nummer 15-4255-004 op pagina 81 is de computer die onder deze code in beslag is genomen, de computer Sony Vaio. Deze is volgens het proces-verbaal op pagina 70 en 71 aangetroffen in de slaapkamer van verdachte.
Volgens het proces-verbaal nummer 15-4255-006 op pagina 85 is de laptop die onder deze code in beslag is genomen, de laptop Fujitsu Siemens Amilo D 7830. Deze is volgens het proces-verbaal op pagina 70 en 71 aangetroffen op zolder.
Volgens het proces-verbaal nummer 15-4255-010 op pagina 93 gaat het om de NAS die onder deze code in beslag is genomen. Deze is volgens het proces-verbaal op pagina 70 en 71 aangetroffen in de woonkamer.
Volgens het proces-verbaal nummer 15-4255-016 op pagina 106 is de HDD Maxtor onder deze code in beslag genomen. Deze is volgens het proces-verbaal op pagina 70 en 71 aangetroffen op zolder.
Volgens het proces-verbaal nummer 15-4255-022 op pagina 188 is de computer
Tablet Samsung SM-T520 onder deze code in beslag genomen. Deze is volgens het proces-verbaal op pagina 70 en 71 aangetroffen in de woonkamer.
Verdachte heeft ter zitting aangevoerd dat hij niet wist dat er kinderporno op de gegevensdragers stond en dat het de medeverdachte was die het computerbeheer deed, waaronder het draaien van updates. De medeverdachte heeft bij de politie verklaard dat er een cd was die hij regelmatig gebruikte bij het vervangen van hardware en dat daar kinderporno op stond en dat hij heeft geprobeerd dit te verwijderen, maar dat dat niet lukte. De medeverdachte heeft in de brief die per email is overgelegd aan de rechtbank verklaard dat verdachte niet wist van de aanwezigheid van kinderporno.
Om tot een bewezenverklaring van het bezit van kinderporno te komen, is behalve het aantreffen van de kinderporno, van belang te kunnen vaststellen of de verdachte ervan wist of ervan had kunnen weten. Door de officier van justitie is betoogd dat de kinderporno op de gegevensdragers die op de zolder en de slaapkamer zijn aangetroffen niet voor de medeverdachte te bereiken waren, omdat de medeverdachte vanwege zijn fysieke gesteldheid niet naar boven kon. Om die reden moet het wel verdachte zijn geweest die de kinderporno op de computers boven heeft verkregen en in zijn bezit heeft gehad.
Naar het oordeel van de rechtbank is niet uit te sluiten dat verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de kinderporno op de diverse gegevensdragers, nu de medeverdachte volgens beider verklaringen het computerbeheer deed. Verdachte was ook niet de enige die de gegevensdragers gebruikte. De rechtbank stelt wel vast dat de kinderporno op diverse gegevensdragers is aangetroffen die ook op diverse locaties in de woning stonden. Echter, dat de medeverdachte vanwege zijn fysieke gesteldheid niet naar boven kon om de kinderporno op de gegevensdragers te zetten en het om die reden verdachte moet zijn geweest die de kinderporno voorhanden had, zoals de officier van justitie stelt, volgt de rechtbank niet. Niet bekend is immers op welk moment de kinderporno op de gegevensdragers terecht is gekomen en niet duidelijk is of de medeverdachte eerder wel bij deze gegevensdragers kon komen.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verdachte van dit feit dient te worden vrijgesproken.