ECLI:NL:RBZWB:2021:163
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake Ziektewetuitkering
Op 15 januari 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV van 13 januari 2020, waarin het recht op een uitkering op grond van de Ziektewet werd geweigerd. De gemachtigde van de eiser heeft echter in het beroepschrift geen gronden van beroep vermeld, wat in strijd is met de verplichtingen zoals vastgelegd in de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De griffier heeft de gemachtigde van de eiser meerdere keren gewezen op deze tekortkoming en de gelegenheid geboden om het verzuim te herstellen. Ondanks uitstel en herhaalde verzoeken om de gronden van beroep in te dienen, heeft de eiser geen reactie gegeven. Uiteindelijk heeft de rechtbank vastgesteld dat de gestelde termijn voor het indienen van de gronden was verstreken zonder dat hieraan was voldaan.
Hierdoor heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak zonder verdere behandeling is afgedaan. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen een termijn van zes weken.