9.De beslissing
- verklaart het primair ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het primair bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander wordt gedood
en
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 180 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
90 dagen.
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 2] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 3] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 4] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- verklaart de benadeelde partij [benadeelde partij 6] niet-ontvankelijk in de vordering en bepaalt dat de vordering bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. Goossens, voorzitter, mr. Van Kralingen en mr. Vliegenberg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. Gielen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 9 april 2021.
Mrs. Goossens en Vliegenberg zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
primair:
hij op of omstreeks 30 juni 2018 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de A4, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend, te rijden met een snelheid die hoger lag dan voor een veilig verkeer ter plaatse noodzakelijk was en/of zijn, verdachtes, motorrijtuig niet tot stilstand te brengen waarover verdachte de weg kon overzien en deze vrij was, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 1] ) werd gedood en/of waardoor een ander (genaamd [slachtoffer 2] ) zwaar lichamelijk letsel, te weten een kneuzing van de nek en borst, of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan;
subsidiair:
hij op of omstreeks 30 juni 2018 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg, de A4, heeft gereden met een snelheid die hoger lag dan voor een veilig verkeer ter plaatse noodzakelijk was en/of zijn, verdachtes, motorrijtuig niet tot stilstand heeft gebracht waarover verdachte de weg kon overzien en deze vrij was, door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair:
hij op of omstreeks 30 juni 2018 te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht als bestuurder van een voertuig (personenauto) rijdende op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de A4, zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was om zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was, immers is hij, verdachte, in aanrijding en/of botsing gekomen met één of meer voor en/of naast zich op de weg bevindende motorrijtuigen.
Bijlage II
Wanneer in de bewijsmiddelen hierna wordt verwezen naar een paginanummer, wordt
- tenzij anders vermeld - bedoeld een pagina van het eindproces-verbaal met dossiernummer 2018150775 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 125.
1.
Het proces-verbaal misdrijf van verbalisant [verbalisant 1] van 3 maart 2020, pagina 2 en verder, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Locatie ongeval
Datum: 30 juni 2018
Omstreeks: 08.31 uur
Adres: A4
Plaats: Hoogerheide, gemeente Woensdrecht
Soort weg: autosnelweg
Tijdelijke omstandigheden: filevorming t.g.v. ander ongeval
Maximum snelheid: 120 km/u
Ten gevolge van een ander verkeersongeval werd het verkeer ter plaatse van twee naar één rijstrook geleid. Daardoor ontstond op beide rijstroken een aanzienlijke file met stilstaand- en, in de staart van de file, langzaam rijdend verkeer.
Voertuig 1, personenauto
Merk: Ford
Kenteken: [kenteken 1]
Bestuurder: [verdachte]
(de rechtbank begrijpt: [verdachte]
Voertuig 5, vrachtauto
Merk: MAN
Kenteken: [kenteken 2]
Bestuurder: [getuige 1]
Voertuig 6, personenauto
Merk: Renault
Kenteken: [kenteken 3]
Bestuurder: [slachtoffer 2]
Bij of kort na dit ongeval is onderstaand persoon overleden: [slachtoffer 1] .
2.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 2] van 30 juni 2018, pagina 15, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 30 juni 2018 reed ik in mijn vrachtwagen richting Frankrijk. Ik reed over de snelweg A4 toen ik ter hoogte van de [naam 1] bocht zag dat er een file was ontstaan. Ik remde af en reed stapvoets mee met de file. Ik reed over de rechterbaan aan de kant van de vluchtstrook. Opeens hoorde ik een geluid, het leek of iets mijn vrachtwagen raakte. Ik keek in mijn linker buitenspiegel en zag een kleine witte personenauto tussendoor de twee rijbanen komen. Ik zag dat dit voertuig gewoon door bleef rijden tussendoor het verkeer welke allemaal in de file stonden. Wij reden allemaal langzaam.
3.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 30 juni 2018, pagina 18, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 30 juni 2018 reed ik over de A4. Ik zag dat de voertuigen voor mij aan het afremmen waren en dat er een file was. Ik reed stapvoets en over de linkerrijbaan aan de kant van de vangrail. Ik zag een witte personenauto tussendoor komen rijden. Ik bedoel hiermee dat hij tussen de voertuigen door kwam rijden van de voertuigen die links en rechts op de rijbaan reden. Ik zag en hoorde dat dit voertuig mijn rechter buitenspiegel er af reed. Het voertuig reed gewoond door. Vervolgens zag ik zo'n 20 meter verderop dat dit zelfde voertuig tegen een vrachtwagen klapte. De witte auto leek wat door te stuiteren en kantelde op zijn rechterzijde waar de bijrijder zat.
4.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 3] van 17 september 2018, pagina 20, inhoudende, zakelijk weergegeven:
U vraagt mij of ik gezien heb dat de remlichten aan waren van de auto die de
aanrijding veroorzaakte. Ik kan u daarover zeggen dat ik geen remlichten heb zien oplichten.
5.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [getuige 1] , pagina 26, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 30 juni 2018 reed ik als bestuurder van de vrachtauto, merk M.A.N., voorzien van het kenteken [kenteken 2] over de A4. Ik zag dat er filevorming was. Ik zag dat er langzaam werd gereden. Ik reed zelf ook langzaam. Ik reed over de rechterrijstrook. Ik reed stapvoets en stond nagenoeg stil. Ik zag dat er voor mij auto's reden op beide rijstroken. Deze stonden ook nagenoeg stil. Ik zag dat een stuk verderop rijstrooksignalering over de weg zichtbaar was en dat men gebruik kon maken van slechts een rijstrook. Ik zag op een gegeven moment dat er een witte personenauto met zeer hoge snelheid mij naderde. Ik zag dat deze auto, zowel over de linker- als rechterrijstrook reed. Ik zag dat deze witte personenauto met hoge snelheid tegen de linker achterzijde van mijn vrachtauto reed. Ik zag dat deze auto daarna op een van zijn zijdes terecht kwam.
6.
Het proces-verbaal van verhoor van getuige [slachtoffer 2] , pagina 28, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 30 juni 2018 reed ik met de auto van mijn moeder over de A4. De auto van mijn moeder is een personenauto van het merk: Renault Clio met het kenteken [kenteken 3] . Ik reed op de linkerrijstrook. Op een gegeven moment zag ik voor mij in de verte matrixborden staan die aangaven dat er naar rechts ingevoegd moest worden. Ik zag een file ontstaan ter hoogte van de Matterburg, ventweg. De auto’s gingen langzamer rijden. Op een gegeven moment stond ik stil. Hier moest iedereen invoegen en er ontstond een kleine file. Naast mij stond een vrachtauto. In mijn achter uitkijkspiegel zag ik een witte auto in volle vaart op mij afkomen, waarbij ik mij nog af vroeg; "Gaat die nou zo snel? Gaat hij nog remmen?" Vervolgens kwam de klap en ging alles heel erg snel. Ik schoot door de klap met mijn auto naar voren. Ik zag toen dat er een auto op zijn zij lag achter mij, op de linkerrijstrook achter de vrachtauto.
7.
Het proces-verbaal verkeersongevallenanalyse van verbalisanten [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van 11 juli 2018, pagina 62 en verder, inhoudende, zakelijk weergegeven:
De Ford werd op ons verzoek voor nader technisch onderzoek in beslag genomen door de politiefunctionarissen ter plaatse en is overgebracht naar de onderzoeksruimte van de Forensische Opsporing van de politie eenheid Zeeland-West-Brabant, te Vlissingen. Het voertuig is ter beschikking gesteld van de Forensische Opsporing van deze eenheid. De M.A.N. en de Renault werden ter plaatse onderzocht. Bij dit onderzoek werden, voor zover door de schade kon worden vastgesteld, geen gebreken geconstateerd welke van invloed konden zijn geweest, op het ontstaan van de aanrijding.
Bovenstaande toedracht is gebaseerd op:
• het ter plaatse aangetroffen sporenbeeld;
• de door ons vastgestelde schadebeelden.
De bestuurder van de Ford is met de linker voorkant op de rechter achterkant van de Renault gebotst. De bestuurder van Ford is mogelijk tegelijkertijd met de rechter voorkant tegen de linker achterkant van de M.A.N. gebotst. Als gevolg van de botsing van de Ford met de M.A.N. is de Ford op de rechter zijkant, op rijstrook 1, beland.
8.
Het proces-verbaal forensisch onderzoek verkeersdelict van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] september 2019, pagina 89 en verder, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Proces-verbaalnummer: PL2000-2018150775-25
Op verzoek van [verbalisant 4] werd door ons op 5 juli 2018 een Forensisch Voertuigonderzoek verricht aan de Ford C Max. Tijdens het voertuigonderzoek werden door ons, voor zover mogelijk, waarneembaar en gerelateerd aan dit ongeval, geen gebreken c.q. omstandigheden geconstateerd die het ongeval veroorzaakt of mede veroorzaakt zouden kunnen hebben.
Wij stelden vast dat het remsysteem geen lekkages had, de remvloeistof in het reservoir op niveau- en helder van kleur was. Het hydraulisch remsysteem was een gesloten circuit, waarbij een mechanische beweging (intrappen van het rempedaal) een zuiger in de hoofdremcilinder in beweging bracht. Door deze beweging wordt de remvloeistof door de leidingen naar de remcilinders geperst, waardoor de remmen worden bediend. Door ons werd het remsysteem gecontroleerd op werking. Wij zagen en voelden dat het systeem onbeschadigd en intact was en dat het remsysteem bij bediening van het rempedaal op druk was en dat alle wielen, na deze te hebben laten draaien, tot stilstand afgeremd werden.
Op 25 juli 2019, ontving ik, [verbalisant 5] , per mail een rapport van Bosch met betrekking tot de opgeslagen data uit de EDR van de Ford. In dit rapport stond dat:
- er twee "events" waren opgeslagen, één deployment (waarbij de veiligheidssystemen zijn geactiveerd) en één non-deployment (waarbij de veiligheidssystemen niet zijn ingezet);
- het eerste "event" een frontale botsing en het tweede "event" een zijdelingse botsing betrof en dat beide events op hetzelfde tijdstip zijn geregistreerd. Dit betekent dat de tussenliggende tijd tussen beide "events” dusdanig kort was geweest waardoor het als één event werd geregistreerd;
- De Ford 5 seconden voor het eerste event reed met een snelheid van 97.57 km/h,
- 4.5 seconden 96.74 km/h;
- 4 seconden 95.72 km/h;
- 3.5 seconden 93.8 km/h;
- 3 seconden 87.58 km/h;
- 2.5 seconden 86.2 km/h;
- 2 seconden 85.4 km/h;
- 1.5 seconden 84.66 km/h;
- 1 seconden 83.74 km/h;
- 0.5 seconden 82.81 km/h;
- de wielsnelheid tijdens de eerste botsing 82,86 km/h betrof en tijdens de tweede botsing 1,86 km/h.
9.
Het proces-verbaal van bevindingen van verbalisant [verbalisant 5] van 30 oktober 2019, pagina 106, inhoudende, zakelijk weergegeven:
In het opgemaakte proces-verbaal van bevinding onder nummer PL2000-2018150775-25 werd door mij, [verbalisant 5] , de data geanalyseerd welke was opgeslagen in de EDR van de Airbag RCM, uit de Ford. Door mij werd abusievelijk vergeten te vermelden dat de gebruikte snelheden uit deze EDR niet zijn gevalideerd en dat deze derhalve indicatief zijn. De opgeslagen botssnelheid door de EDR zijn, mede gezien de deformatieschade aan de Ford en de bedrijfsauto, de aangetroffen sporen op het wegdek en de eindposities van de beide voertuigen, passend bij een botssnelheid van 82,86 km/h.
10.
Het proces-verbaal aanvullend forensisch voertuigonderzoek met dossiernummer 2018150775 van de regionale eenheid politie Zeeland-West-Brabant, op 18 maart 2020 opgemaakt in de wettelijke vorm door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaar [verbalisant 5] , ongenummerd, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 9 maart 2020 kreeg ik van “ [naam 2] ” een rapportage met hierin de gevraagde aanvullende gegevens over wat de Event Date Recorder van de Ford heeft geregistreerd. In deze rapportage werd gesteld dat:
De Ford had 5 seconden voor de botsing met de bedrijfsauto gereden met een snelheid van 97,57 km/h. Het rempedaal van de Ford werd bediend op 3,5 en 3 seconden voor de botsing met de bedrijfsauto, waardoor een snelheidsafname plaats vond. Hierna waren er geen registraties meer, waaruit opgemaakt kan worden dat het rempedaal werd bediend. De Ford had vlak voor of tijdens de botsing met de bedrijfsauto gereden met een snelheid van 82,81 km/h.
11.
Het proces-verbaal inbeslagneming en lijkschouw overledene van verbalisanten [verbalisant 7] en [verbalisant 2] van 26 augustus 2018, pagina 56 en verder, inhoudende, zakelijk weergegeven:
De overledene bleek (later) te zijn genaamd: [slachtoffer 1] . Op basis van hetgeen door ons werd vastgesteld, alsmede de resultaten van de schouw, wordt gesteld dat de genoemde persoon niet op natuurlijke wijze is overleden door hevig botsend geweld waardoor hij fatale schedel- en hersenletsel had opgelopen.
12.
Het geschrift, te weten een letselbeschrijving van forensisch geneeskundige [naam 3] van 6 september 2018, pagina 61, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Op 30 juni 2018 was [slachtoffer 2] als slachtoffer betrokken bij een verkeersongeval. Na de botsing klaagde zij over pijn in de nek en tussen de schouderbladen. Er werden röntgenfoto’s gemaakt van de nek en borst waarop geen breuken of scheuren werden gezien. De verwachting is dat het letsel volledig zal genezen. Conclusie: kneuzing van nek en borst.
13.
Het geschrift, te weten een brief van [slachtoffer 2] , ongedateerd, als bijlage bevoegd op pagina 30 en verder, inhoudende, zakelijk weergegeven:
Naarmate het weekend vorderde, kreeg ik toch steeds meer pijn in mijn nek en rug. Hierdoor heb ik besloten toch een afspraak bij de dokter te maken ter controle. Haar advies was komende week geen zwaar werk zoals horeca te doen en absoluut niet auto te rijden zo lang de medicatie diazepam slik. Ook kantoorwerk leek haar niet verstandig gezien je duf wordt van de diazepam en ‘hoe zou ik daar tenslotte kunnen komen aangezien ik zelf geen auto mag rijden!’.