ECLI:NL:RBZWB:2021:1782
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- B. Bollen
- O. Oomes
- A. van der Pols
- Rechtspraak.nl
Beslissing op nevenvoorzieningen echtscheiding met toepassing van Ethiopisch en Nederlands recht
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 april 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende nevenvoorzieningen in het kader van een echtscheiding. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. Th. Kremers, verzocht om diverse nevenvoorzieningen, waaronder alimentatie en een zorgregeling voor de minderjarigen. De man, die in Ethiopië verblijft, was niet aanwezig tijdens de zitting op 23 maart 2021, ondanks een behoorlijke oproeping. De rechtbank heeft vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de minderjarigen in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te beslissen over de zorgregeling. De rechtbank heeft de bestaande zorgregeling, die op 10 april 2020 was vastgesteld, als basis genomen, maar heeft geconstateerd dat de man niet de nodige duidelijkheid heeft verschaft over zijn verblijf in Ethiopië en de gevolgen daarvan voor de kinderen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw tot vaststelling van een onderhoudsbijdrage voor de minderjarigen en partneralimentatie toegewezen, waarbij de man is veroordeeld tot betaling van € 538 per maand per kind en € 4.089 per maand aan de vrouw. De rechtbank heeft ook de verdeling van het huwelijksvermogen behandeld, waarbij is vastgesteld dat het Ethiopische recht van toepassing is op het vermogen dat voor 6 november 2012 is verworven, en Nederlands recht op het vermogen dat daarna is verworven. De rechtbank heeft de toedeling van diverse activa en passiva aan de partijen geregeld, waaronder de echtelijke woning en kapitaalverzekeringen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is openbaar uitgesproken door de rechters Bollen, Oomes en van der Pols.