Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.[eiser sub 1] ,
[eiser sub 2] E/V [eiser sub 1],
1.[gedaagde sub 1] ,
[gedaagde sub 2],
1.De procedure
- de dagvaarding met producties 1 t/m 9,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 4,
- de conclusie van repliek met producties 10 t/m 17,
- de conclusie van dupliek,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 26 januari 2021.
1.De feiten
(…)
(…)
(…)
(…) Is er sprake van een constructiefout, dan wel is er sprake van een ander gebrek, waarbij de vraag gesteld wordt of de verdiepingsvloer is aangebracht conform het destijds geldende bestemmingsplan?
De metalen ligger in de eerste verdiepingsvloer is kleiner uitgevoerd dan was weergegeven waarbij deze tevens is verzwakt door de gelaste geknikte koppeling.
De houten balklaag in de eerste verdiepingsvloer is kleiner uitgevoerd dan was weergeven, waarbij de oplegging van deze balken circa 63 m betreft ter plaatste van de IPE 140 en de balk ter plaatse voor circa 65 mm (=circa 40%) is verjongd en dus verzwakt
De houten balklaag van de zolder is in een afwijkende overspanningsrichting aangebracht en is daarbij qua balkmaten op basis van eerder vermelde indicatieven scan niet van voldoende formaat
De houten gordingsbalken zijn niet aangebracht in overeenstemming met getekende hart op hart maten van de gordingen. Er ontbreken een aantal gordingen, waarbij de vermelde dubbelde gording is uitgevoerd als een enkele gordingsbalk.
(…)
8.CONCLUSIES
De vliering van de woning was in 1964 oorspronkelijk niet bedoeld als woonruimte. De vliering is in 1980-1984 verbouwd. Hierbij is een dakkapel geplaatst en is de vloerconstructie verzwaard middels tegels en underlayment-platen. Toen [gedaagde sub 1] / [gedaagde sub 2] de woning in 1998 kochten, was de bestemming van de zolderruimte reeds veranderd naar woonruimte. Daarna is in 2009 de verbouwing van de kap uitgevoerd, waarbij geen werkzaamheden zijn uitgevoerd aan de vloeren in de woning. [gedaagde sub 1] / [gedaagde sub 2] hebben de woning tot 2016 zonder gebreken bewoond, met twee slaapkamers als bestemming van de zolderverdieping. Geconcludeerd moet worden dat er tot 2016 geen aanleiding is geweest om aan de constructie van de woning te twijfelen.
De vloerconstructie van de zolder, het spant en de IPE 140 in de 1e verdiepingsvloer voldoen niet aan de constructieve berekeningen volgens de normen.
Dat dit de oorzaak is van het verzakken van de zoldervloer.
Dat de muur van de slaapkamer NIET dragend was.
1.Het geschil
1.De beoordeling
De klachtplicht
€ 65.027,20(berekend op basis van kosten incl. btw) aan schadevergoeding zal worden toegewezen.
€ 1.750,00toewijzen. De rechtbank zal dit bedrag vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening.
€ 6.374,09zal worden toegewezen. Nu [eiser sub 1] c.s. niet heeft gesteld op welke datum deze kosten daadwerkelijk zijn betaald en de aanvullende deskundigenkosten pas gedurende de procedure verschuldigd zijn geworden, zal de rechtbank de gevorderde wettelijke rente toewijzen vanaf 14 dagen na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling.
3.222,00(3,0 punten × tarief € 1.074,00)