ECLI:NL:RBZWB:2021:2024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- mr. Dekker
- mr. Fleskens
- mr. Vliegenberg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering in drugslab zaak
In de ontnemingszaak tegen betrokkene, die eerder is veroordeeld voor het produceren van amfetamine in een drugslab, hebben de officieren van justitie ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel gevorderd. De vordering is behandeld op verschillende zittingen in januari en februari 2021, waarbij de officieren van justitie en de verdediging hun standpunten hebben gepresenteerd. De rechtbank heeft op 22 april 2021 uitspraak gedaan.
De officieren van justitie, mr. Smale en mr. Gimbrère, stelden dat de ontnemingsvordering gematigd moest worden, omdat er in de hoofdzaak een partiële vrijspraak was gevorderd voor de productie van MDMA. Ze schatten het wederrechtelijk verkregen voordeel op € 110.173,80, maar gaven aan dat, gezien de rol van betrokkene als investeerder, het bedrag op € 22.000,00 moest worden geschat.
De verdediging voerde aan dat de ontnemingsvordering afgewezen moest worden, gezien de bepleite vrijspraak in de hoofdzaak. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat betrokkene voordeel had genoten uit de productie van MDMA. Hoewel er aanwijzingen waren dat MDMA was geproduceerd, kon niet worden vastgesteld dat dit in de bewezenverklaarde periode was gebeurd. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was dat betrokkene enig voordeel had verkregen uit de strafbare feiten en wees de vordering van de officieren van justitie af.