ECLI:NL:RBZWB:2021:2025
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- mr. Dekker
- mr. Fleskens
- mr. Vliegenberg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering in drugslab zaak
In de ontnemingszaak tegen de betrokkene, geboren in 1998, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2021 uitspraak gedaan. De betrokkene was eerder veroordeeld voor zijn rol in een crimineel samenwerkingsverband dat betrokken was bij de productie van amfetamine in een drugslab in Esch. De officieren van justitie, mr. Smale en mr. Gimbrère, vorderden ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel, waarbij zij een bedrag van € 110.173,80 als het totale voordeel stelden, maar dit bedrag werd door hen geschat op € 15.000,00, gezien de rol van de betrokkene als laborant.
De verdediging voerde aan dat de ontnemingsvordering moest worden afgewezen, omdat niet kon worden vastgesteld wanneer en door wie amfetamine was geproduceerd. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de betrokkene voordeel had genoten uit de productie van MDMA, en dat er geen bewijs was dat er opbrengst was gegenereerd uit de amfetamineproductie. De rechtbank verwees naar een tapgesprek en bevindingen van de politie die aantoonden dat de productie niet succesvol was geweest.
Uiteindelijk concludeerde de rechtbank dat het niet aannemelijk was dat de betrokkene enig voordeel had verkregen uit de strafbare feiten en wees de vordering van de officieren van justitie af. Dit vonnis werd uitgesproken door de meervoudige strafkamer, bestaande uit mr. Dekker, mr. Fleskens en mr. Vliegenberg, in aanwezigheid van de griffiers mr. Van Eekelen en mr. Van Beek.