ECLI:NL:RBZWB:2021:2028
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- mr. Dekker
- mr. Fleskens
- mr. Vliegenberg
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering in drugszaken met betrekking tot amfetamineproductie
In de ontnemingszaak tegen de betrokkene, geboren in 1957, heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 april 2021 uitspraak gedaan. De betrokkene was eerder veroordeeld voor het voorbereiden van de productie van amfetamine in een drugslab in Esch. De officieren van justitie, mr. Smale en mr. Gimbrère, vorderden ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel. Tijdens de zittingen in januari en februari 2021 hebben beide partijen hun standpunten gepresenteerd. De officieren van justitie stelden dat het wederrechtelijk verkregen voordeel geschat moest worden op € 15.000,00, terwijl de verdediging aanvoerde dat er geen grondslag was voor de ontnemingsvordering, omdat er nog geen onherroepelijk vonnis in de hoofdzaak was.
De rechtbank oordeelde dat er geen onherroepelijk vonnis vereist is voor het indienen van een ontnemingsvordering. De rechtbank concludeerde dat er onvoldoende bewijs was dat de betrokkene voordeel had genoten uit de productie van MDMA of amfetamine. Ondanks dat er aanwijzingen waren dat er MDMA was geproduceerd, kon niet worden vastgesteld dat dit in de bewezenverklaarde periode was gebeurd. De rechtbank verwierp de vordering van de officieren van justitie en wees deze af, omdat niet aannemelijk was dat de betrokkene enig voordeel had verkregen uit de strafbare feiten.
De beslissing van de rechtbank was dat de vordering van de officieren van justitie, gedateerd 6 augustus 2020, tot ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel werd afgewezen. Dit vonnis werd uitgesproken in aanwezigheid van de griffiers mr. Van Eekelen en mr. Van Beek.