ECLI:NL:RBZWB:2021:2412

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
6 mei 2021
Publicatiedatum
12 mei 2021
Zaaknummer
NL21.4321
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.F.Th. de Roos
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening asielaanvraag

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 6 mei 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening in het kader van een asielaanvraag. De verzoeker, wiens naam niet is vermeld, had een asielaanvraag ingediend, maar deze was door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid niet in behandeling genomen. De reden hiervoor was dat België verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van de asielaanvraag. De verzoeker heeft hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hij niet zou worden overgedragen aan België voordat er op het beroep was beslist.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak gedaan zonder zitting. In de overwegingen van de uitspraak werd verwezen naar een eerdere uitspraak van dezelfde rechtbank, waarin op het beroep van de verzoeker was beslist. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het verzoek kennelijk ongegrond was. Tevens werd er geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier. De uitspraak is openbaar uitgesproken en bekendgemaakt op 12 mei 2021. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Middelburg
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.4321

uitspraak van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam] , verzoeker

V-nummer: [v-nummer]
(gemachtigde: mr. R. Bom),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 22 maart 2021 (het bestreden besluit) heeft verweerder de asielaanvraag van verzoeker niet in behandeling genomen op de grond dat België verantwoordelijk is voor de behandeling daarvan.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, inhoudende dat hij niet zal worden overgedragen voordat er op het beroep is beslist.
De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Bij uitspraak van vandaag, zaaknummer NL21.4320, heeft de rechtbank uitspraak
gedaan op het beroep. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om die reden af als kennelijk ongegrond.
2. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. B.F.Th. de Roos, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. J. de Winter, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar en bekendgemaakt op:
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.