ECLI:NL:RBZWB:2021:2465

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 mei 2021
Publicatiedatum
18 mei 2021
Zaaknummer
C/02/384817 / JE RK 21-857
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de machtiging gesloten jeugdhulp voor een minderjarige met psychische instabiliteit en traumaverwerking

Op 7 mei 2021 heeft de kinderrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, mr. B.J. Duinhof, een beschikking gegeven in de zaak van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige], die onder voogdij is gesteld van de GI. De kinderrechter heeft de machtiging voor gesloten jeugdhulp verlengd voor de duur van drie maanden, met ingang van 19 mei 2021 tot 19 augustus 2021. Deze beslissing volgt op een verzoek van de GI, die aangaf dat [minderjarige] psychische instabiliteit vertoont, waaronder herbelevingen en stemmingswisselingen, als gevolg van seksueel grensoverschrijdend gedrag door haar vader. De kinderrechter heeft de noodzaak van de gesloten plaatsing onderstreept, gezien de kwetsbare situatie van [minderjarige] en haar behoefte aan een veilige omgeving om aan haar ontwikkeling te werken.

Tijdens de mondelinge behandeling op 7 mei 2021, die achter gesloten deuren plaatsvond, zijn verschillende betrokkenen verschenen, waaronder [minderjarige] zelf, die via beeldbellen aanwezig was, en haar advocaat, mr. R. Wouters. De kinderrechter heeft de feiten en het procesverloop in overweging genomen, waaronder eerdere beschikkingen die de gesloten jeugdhulp voor [minderjarige] hebben geregeld. De kinderrechter heeft ook de instemmingsverklaring van de gedragswetenschapper, drs. [naam 1], meegenomen in de beoordeling.

De kinderrechter heeft vastgesteld dat [minderjarige] hard werkt aan haar toekomst en dat het belangrijk is dat zij op korte termijn kan starten met wennen bij een fasehuis of een soortgelijke accommodatie. Er zijn voorwaarden gesteld aan de verlenging van de machtiging, waaronder het waarborgen van duidelijkheid over de rol van haar mentor, [naam 3], en het starten met wennen op een reguliere school in Roosendaal. De kinderrechter heeft benadrukt dat het van belang is dat [minderjarige] niet te vaak verhuist, om haar hechting en motivatie te ondersteunen. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2021, met schriftelijke vaststelling op 18 mei 2021.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/384817 / JE RK 21-857
Datum uitspraak: 7 mei 2021

Beschikking machtiging gesloten jeugdhulp

in de zaak van

STICHTING INTERVENCE,

locatie Middelburg, hierna te noemen: de GI,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedag] 2006 te Terneuzen,

hierna te noemen: [minderjarige] .
advocaat: mr. R. Wouters te Middelburg.
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

[minderjarige] , voornoemd.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoek met bijlagen van de GI van 16 april 2021, ingekomen bij de griffie op 19 april 2021;
- de instemmende verklaring van de gedragswetenschapper van 26 april 2021, ingekomen bij de griffie op 30 april 2021.
Op 7 mei 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling in Via Almata met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- [minderjarige] via beeldbellen, bijgestaan door haar advocaat mr. Wouters;
- de behandelaar van [minderjarige] , via beeldbellen;
- de vertegenwoordigster van de GI;
- de vertegenwoordigster van Via Almata.

De feiten

Bij beschikking van 19 december 2017 is [minderjarige] onder voogdij gesteld van de GI.
Bij beschikking van 8 november 2019 is een spoedmachtiging gesloten jeugdhulp verleend met ingang van 8 november 2019 en tot 22 november 2019.
Bij beschikking van 19 november 2019 is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [minderjarige] verleend met ingang van 19 november 2019 en tot 19 mei 2020.
Bij beschikking van 1 mei 2020 is een machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [minderjarige] verleend met ingang van 19 mei 2020 en tot 19 augustus 2020.
Bij beschikking van 5 november 2020 is de machtiging gesloten jeugdhulp betreffende de minderjarige [minderjarige] laatstelijk verlengd met ingang van 19 november 2020 en tot 19 mei 2021.
[minderjarige] verblijft bij Via Almata te Ossendrecht.

Het verzoek

De GI heeft een machtiging verzocht om [minderjarige] in een gesloten accommodatie te doen opnemen en doen verblijven voor de duur van drie maanden.
De gedragswetenschapper, drs. [naam 1] , stemt blijkens de instemmingsverklaring van 26 april 2021 in met de machtiging gesloten jeugdhulp betreffende [minderjarige] .

De standpunten

De GI handhaaft het verzoek. [minderjarige] heeft een belaste voorgeschiedenis. In februari 2020 heeft [minderjarige] verteld over seksueel grensoverschrijdende ervaringen door de vader. Momenteel wil ze dan ook geen contact met hem. Vanaf het moment dat [minderjarige] dit heeft verteld, is er sprake van psychische instabiliteit in de vorm van herbelevingen, stemmingswisselingen, automutilatie en vernielzucht tijdens boze buien. Er is narratieve traumabehandeling ingezet en [minderjarige] volgt schematherapie. [minderjarige] voelt zich veilig binnen de therapiecontext. Omdat de therapie op haar eigen tempo plaatsvindt, is er de laatste maanden minder ruimte geweest om zich te richten op een vrijere setting. [minderjarige] heeft in april 2021 een plan opgesteld om toe te werken naar meer vrijheid en zelfstandigheid. Zelf vond [minderjarige] dat ze nog drie maanden nodig had in het gesloten kader om veilig toe te werken naar deze vrijheid en zelfstandigheid. Twee weken geleden is [minderjarige] voor langere tijd weggelopen. Ze heeft verteld dat ze haar motivatie kwijt is en dat ze niet meer wil dat de machtiging wordt verlengd. Het is volgens de de GI wel van belang dat de machtiging met drie maanden wordt verlengd om ervoor te kunnen zorgen dat [minderjarige] niet terugvalt in haar oude gedrag.
De heer [naam 2] stelt dat hij aan [minderjarige] merkt dat haar motivatie wat is weggezakt. Ze is getraumatiseerd en werkt erg hard aan zichzelf. Dit is zwaar voor haar, maar tegelijkertijd maakt ze haar huiswerk en kan ze onderwijs op HAVO niveau aan. De heer [naam 2] wil niet dat ze haar motivatie verliest, omdat dat zonde zou zijn van alle stappen die ze nu heeft gezet. Tegelijkertijd is het niet goed voor [minderjarige] als ze meerdere keren zou moeten verhuizen. Het is in haar dat ze op een plek terecht komt waar ze voor langere tijd kan verblijven, waar ze haar behandeling voort kan zetten en waar ze meer zelfstandigheid heeft. Tevens zou het goed zijn voor [minderjarige] als ze een mentor heeft die met haar meeloopt in haar leven. Nu vindt ze deze mentorfiguur in [naam 3] , haar voormalige gezinsmanager. [naam 3] doet dit op vrijwillige basis en het zou goed zijn als dit wordt geformaliseerd, zodat [minderjarige] altijd een steuntje in de rug heeft als ze haar motivatie verliest.
Mevrouw [naam 4] stelt dat [naam 3] een helpend persoon is voor [minderjarige] . [naam 3] komt één keer in de maand om leuke dingen met [minderjarige] te doen. Mevrouw [naam 4] begrijpt dat [minderjarige] twee weken geleden is weggelopen, omdat ze geen perspectief meer zag. Het fasehuis zou goed zijn voor [minderjarige] . Ze staat hier dan ook voor ingeschreven. Momenteel kan er nog geen datum worden gegeven van het moment dat [minderjarige] daadwerkelijk naar het fasehuis kan verhuizen. Er is nog één meisje voor haar. Als dit meisje wordt afgewezen, kan [minderjarige] er terecht. Wordt dit meisje aangenomen, dan duurt het voor [minderjarige] langer voordat ze hier terecht kan. In beide gevallen wordt er wel gestart met het wennen op het fasehuis.
Door en namens [minderjarige] wordt aangegeven dat ze haar motivatie de laatste weken aan het verliezen is. Ze zit al te lang binnen Via Almata. Twee weken geleden is ze weg is gelopen, omdat ze niet meer positief kon denken. Uiteindelijk is ze op eigen initiatief terug gekomen. [minderjarige] heeft te weinig duidelijkheid en perspectief. Dit moet haar worden geboden. Als ze dit heeft, dan komt haar motivatie ook terug. [minderjarige] wil liever niet dat de machtiging wordt verlengd. Als het wel verlengd wordt, wil ze graag dat er aan wordt gewerkt dat ze op korte termijn perspectief krijgt. Tevens stelt [minderjarige] dat ze het contact met [naam 3] fijn vindt en zou willen dat dit werd uitgebreid. Ook wil ze graag naar een reguliere school in Roosendaal.

De beoordeling

De kinderrechter is erg onder de indruk van al het werk dat [minderjarige] in de afgelopen tijd heeft gedaan. Het is heel krachtig dat [minderjarige] aan zichzelf werkt en ook haar schoolwerk goed blijft doen. Dat is een groot compliment waard. Het is jammer voor [minderjarige] dat ze de afgelopen weken de motivatie kwijt was, maar het is normaal om fouten te maken en daar weer van te leren. We mogen erop vertrouwen dat [minderjarige] de positieve lijn weer zal weten te vinden.
Na het gesprek en op basis van het dossier vindt de kinderrechter het van belang dat de gesloten plaatsing bij Almata voor drie maanden wordt voortgezet. Deze jeugdhulp is noodzakelijk voor [minderjarige] om haar ontwikkeling naar volwassenheid zo min mogelijk te belemmeren. De kinderrechter stelt vast dat is voldaan aan de wettelijke vereisten voor deze gesloten plaatsing.
[minderjarige] is erg hard bezig om haar verleden te verwerken en werkt tegelijkertijd aan haar toekomst. [minderjarige] heeft veel ambitie en kansen. De kinderrechter geeft [minderjarige] hier nogmaals een compliment voor. Het is belangrijk dat [minderjarige] op korte termijn terecht kan bij het fasehuis of bij een soortgelijke woonaccommodatie. Het is in het belang van [minderjarige] dat ze niet te vaak verhuist, omdat dit een negatieve invloed heeft op haar hechting en haar veiligheidsgevoel. Dit is ook nie6t goed voor haar motivatie.
Bij de verlenging van deze plaatsing gelden een aantal voorwaarden. Tijdens de mondelinge behandeling is besproken dat [minderjarige] binnen zes weken kan starten met het wennen bij het fasehuis. De kinderrechter heeft met de vertegenwoordigster van Via Almata afgesproken dat dit ook gebeurt. [minderjarige] wil ook naar een reguliere school in Roosendaal en er moet dan ook een start worden gemaakt met het wennen op deze school. Ook dat is nu afgesproken. Alleen op deze manier kan [minderjarige] weer perspectief krijgen. Verder moet er binnen de periode van zes weken duidelijkheid te komen over de positie van [naam 3] . Er zal gekeken worden of [naam 3] voor een lange periode (liefst tot en met het achttiende levensjaar van [minderjarige] ) als mentor kan worden ingezet en of dit geformaliseerd kan worden. Op het moment dat [minderjarige] binnen de drie maanden van de machtiging terecht kan bij het fasehuis of bij een soortgelijke accommodatie, kan de machtiging worden geschorst.
Ten overvloede geeft de kinderrechter aan dat [minderjarige] via haar advocaat een kindgesprek aan kan vragen met de kinderrechter als bovenstaande afspraken niet naar haar tevredenheid verlopen.

De beslissing

De kinderrechter:
verleent een machtiging gesloten jeugdhulp met ingang van 19 mei 2021 tot 19 augustus 2021 betreffende de minderjarige [minderjarige] .
Deze beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken op 7 mei 2021 door mr. B.J. Duinhof, kinderrechter, in tegenwoordigheid van drs. T. Swint, als griffier.
Deze beslissing is schriftelijk vastgesteld op 18 mei 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.