ECLI:NL:RBZWB:2021:2524
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. van de Kraats
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding met nevenvoorzieningen en gezagsrechten over minderjarige kinderen
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 18 mei 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de echtscheiding van een echtpaar, hierna te noemen de vrouw en de man. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. G.A.P. Avontuur, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Doorakkers, hebben beiden verzocht om de echtscheiding uit te spreken en om nevenvoorzieningen te treffen met betrekking tot hun minderjarige kinderen. De rechtbank heeft vastgesteld dat partijen op [huwelijksdatum] te [huwelijksplaats] met elkaar zijn gehuwd en dat hun huwelijk duurzaam is ontwricht. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de gewone verblijfplaats van de kinderen in Nederland is, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om te oordelen over de verzoeken van partijen.
De rechtbank heeft de verzoeken van de vrouw en de man om de hoofdverblijfplaats van de kinderen bij de vrouw te bepalen, toegewezen. Tevens is de echtscheiding uitgesproken, en is bepaald dat de vrouw huurster van de echtelijke woning zal zijn. De rechtbank heeft de zorgregeling tussen de man en de kinderen vastgesteld, waarbij de man recht heeft op contact met de kinderen op specifieke dagen en tijden. De rechtbank heeft de proceskosten tussen partijen gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door mr. van de Kraats en in het openbaar uitgesproken.
De rechtbank heeft in haar beoordeling ook aandacht besteed aan de rechtsmacht en het toepasselijke recht, waarbij het Nederlands recht van toepassing is verklaard. De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen als niet weersproken en op de wet gegrond toegewezen, en heeft de belangen van de kinderen vooropgesteld in haar beslissing.