ECLI:NL:RBZWB:2021:2664
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van het beroep inzake de Wegenverkeerswet door termijnoverschrijding
Op 27 mei 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De eiser had op 7 april 2021 beroep ingesteld tegen een besluit van het CBR van 15 februari 2021, maar de rechtbank oordeelde dat het beroep niet-ontvankelijk was. De rechtbank stelde vast dat het beroepschrift niet binnen de wettelijke termijn was ingediend, die eindigde op 29 maart 2021. Eiser had geen bewijsstukken overgelegd om zijn stelling dat hij het beroepschrift eerder had ingediend te onderbouwen. De rechtbank benadrukte dat termijnen van bezwaar en beroep van openbare orde zijn en dat er geen afwijkingen mogelijk zijn, tenzij er zeer bijzondere omstandigheden zijn die de termijnoverschrijding verschoonbaar maken. Aangezien de eiser niet in verzuim kon worden geacht, werd het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.