Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Beslissing
2.Gronden
] is het laatste tijdvak 2017 gevinkt op BAF vanaf 1januari 2018 is er gevinkt op Arbeidsgehandicapte werknemer. Waardoor het recht op overgangsrecht is komen te vervallen
]
] stel je dat er ‘na 1 mei 2018 gevinkt is voor de indicatie’, maar in de loonaangifte van december 2017, welke is ingediend op 25-12-17, is te zien dat er is gevinkt voor de indicatie doelgroep banenafspraak en scholingsbelemmerden. Er is weldegelijk op tijd gevinkt, maar allicht voor de verkeerde indicatie.
]
] heeft bovengenoemde werkgever na 1 mei 2018 gevinkt voor de indicatie. Hierdoor is het recht komen te vervallen.
] heeft bovengenoemde werkgever bij het laatste tijdvak van 2017 een andere indicatie aangevinkt dan het eerste tijdvak van 2018. Hierdoor is het recht komen te vervallen.
]
]
]’
voor een werknemer een verzoek doet als bedoeld in artikel 2.1;
over het voor de werkgever van toepassing zijnde aangiftetijdvak direct voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel 5.1 voor de werknemer, bedoeld in onderdeel a, een premiekorting op grond van de artikelen 47, 49, 122a, 122b of 122l van de Wet financiering sociale verzekeringen, zoals die luidden op de dag voor inwerkingtreding van artikel 5.1 heeft toegepast in de aangifte over dat tijdvak of uiterlijk op de in artikel 4.1, tweede of zevende lid, bedoelde datum van het jaar waarin artikel 5.1 in werking is getreden in een correctiebericht als bedoeld in artikel 28a van de Wet op de loonbelasting 1964 met betrekking tot die aangifte; en
in de loonaangifte over het laatste aangiftetijdvak van het jaar voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van artikel 5.1 de indicatie voor de premiekorting, bedoeld in onderdeel b, heeft aangegeven, dan wel uiterlijk op de in artikel 4.1, tweede of zevende lid, bedoelde datum van het jaar waarin artikel 5.1 in werking is getreden, de aangifte over dat aangiftetijdvak door middel van een correctiebericht als bedoeld in artikel 28a van de Wet op de loonbelasting 1964 heeft aangevuld met een indicatie voor de premiekorting, bedoeld in onderdeel b;
ruimis gekozen om voor de vaststelling van de tegemoetkoming benodigde feiten over het jaar waarvoor de tegemoetkoming is aangevraagd aan te kunnen passen voordat deze op 1 mei van het volgende kalenderjaar onherroepelijk komen vast te staan. Dit betekent dat de door het salarisbureau na 1 mei 2018 ingediende correctieberichten over het laatste tijdvak van 2017 te laat zijn ingediend om te kunnen worden meegenomen in de beoordeling van LKV arbeidsgehandicapte werknemer voor het jaar 2018.
‘Zoals eerder aangegeven is sprake van een overgangssituatie als er eerder sprake was van premiekorting. Een doelgroepverklaring LKV is in deze gevallen niet nodig.’De rechtbank is van oordeel dat deze passage niet kan worden opgevat als een toezegging waaraan belanghebbende het vertrouwen kan ontlenen dat voor het jaar 2018 ten behoeve van beide werknemers recht bestaat op LKV arbeidsgehandicapte werknemers. De rechtbank vindt de uitlating van [medewerker UWV] met betrekking tot het overgangsrecht algemeen van aard en niet expliciet gericht op beide werknemers. Het beroep op het vertrouwensbeginsel faalt derhalve.
2 - het beroepschrift moet ondertekend zijn en ten minste het volgende vermelden:
a. de naam en het adres van de indiener;