ECLI:NL:RBZWB:2021:2962

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
7 juni 2021
Publicatiedatum
15 juni 2021
Zaaknummer
386307 HA RK 21-121
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Wraking
Rechters
  • Peters
  • Van de Sande
  • Haerkens-Wouters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van een kinderrechter in civiele zaken

Op 7 juni 2021 heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een wrakingsverzoek van een verzoeker tegen mr. [voorletter] Combee, de behandelend kinderrechter in twee civiele zaken. Het wrakingsverzoek werd ingediend op 2 juni 2021, na eerdere uitspraken van de kinderrechter op 21 mei en 1 juni 2021. De rechtbank oordeelde dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de kinderrechter de behandeling van de zaak had beëindigd door het geven van een eindbeslissing. Volgens artikel 36 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering kan een rechter alleen worden gewraakt zolang de zaak nog door die rechter wordt behandeld. De rechtbank concludeerde dat verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn verzoek tot wraking, omdat het verzoek niet tijdig was ingediend. De beslissing werd genomen door de rechters Peters, Van de Sande en Haerkens-Wouters, in aanwezigheid van griffier Rockx. De uitspraak werd openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op de website van de Rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Wrakingskamer
Locatie Breda
zaaknummer 386307 HA RK 21-121
beslissing van 7 juni 2021 inzake het wrakingsverzoek ex artikel 36 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) van:
[verzoeker] ,
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
verder ook te noemen verzoeker.

1.Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt onder meer uit:
  • de processtukken zoals opgenomen in de procesdossiers van de hierna te noemen zaken;
  • het wrakingsverzoek van verzoeker, gestuurd per e-mailbericht op 2 juni 2021.

2.Het verzoek

2.1.
Het verzoek strekt tot wraking van mr. [voorletter] Combee als behandelend kinderrechter in de zaken met nummers C/02/385201 / JE RK 21-926 en C/02/385894 / JE RK 1064.
2.2.
De rechter berust niet in het verzoek tot wraking.

3.De beoordeling

3.1.
Artikel 36 Rv bepaalt dat elk van de rechters die een zaak behandelt op verzoek van een partij kan worden gewraakt op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
3.2.
Daarbij moet voorop worden gesteld, dat bij de beoordeling van een beroep op het ontbreken van onpartijdigheid van de rechter als uitgangspunt dient, dat een rechter uit hoofde van zijn aanstelling wordt vermoed onpartijdig te zijn, tenzij zich een uitzonderlijke omstandigheid voordoet die een zwaarwegende aanwijzing oplevert dat een rechter ten aanzien van een partij een vooringenomenheid koestert, althans dat de bij die partij daarvoor bestaande vrees objectief gerechtvaardigd is.
3.3.
Voordat tot inhoudelijke behandeling van het verzoek kan worden overgegaan dient te worden beoordeeld of het wrakingsverzoek tijdig is gedaan. Het verzoek moet worden gedaan zodra de daaraan ten grondslag gelegde feiten en omstandigheden bekend zijn geworden. Bovendien moet het wrakingsverzoek zijn ingediend vóórdat de behandeling van de zaak door het wijzen van een einduitspraak is geëindigd.
3.4.
In dit geval heeft de kinderrechter op 21 mei 2021 en op 1 juni 2021 in voornoemde zaaknummers uitspraak gedaan en een beschikking gegeven. Verzoeker heeft zijn verzoek op 2 juni 2021 gedaan. Dat is nadat door de rechter uitspraak is gedaan en een beschikking is gegeven en dus is het verzoek te laat gedaan.
Deze omstandigheid moet ertoe leiden dat verzoeker niet in het wrakingsverzoek kan worden ontvangen. Wraking van een rechter is op grond van de wet immers alleen mogelijk zolang een zaak wordt behandeld door die rechter. De wetgever heeft niet voorzien in de mogelijkheid een rechter te wraken, wanneer deze de behandeling van de zaak heeft beëindigd door het geven van een eindbeslissing. Met die beslissing heeft immers iedere verdere bemoeienis van die rechter met de zaak opgehouden.
Omdat sprake is van niet-ontvankelijkheid laat de wrakingskamer een mondelinge behandeling van het verzoek achterwege, overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 lid 2 sub d van het wrakingsprotocol van deze rechtbank (gepubliceerd op www.rechtspraak.nl, ga naar: rechtbank Zeeland-West-Brabant, regels en procedures, wrakingsprotocol).

4.Beslissing

De rechtbank:
verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Deze beslissing is gegeven op 7 juni 2021 door mr. Peters, mr. Van de Sande en mr.Haerkens-Wouters, in tegenwoordigheid van mr. Rockx, griffier. De beslissing wordt openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier, De voorzitter,
Afschrift aangetekend verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.