ECLI:NL:RBZWB:2021:3011
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- mr. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Beschikking inzake ouderlijk gezag, zorgregeling en kinderalimentatie met verzoek tot verzoening
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juni 2021, zijn de verzoeken van partijen met betrekking tot ouderlijk gezag, zorgregeling en kinderalimentatie aan de orde. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. P. Doorakkers, en de man, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Akça-Altun, hebben een affectieve relatie gehad en hebben samen twee minderjarige kinderen. De rechtbank heeft eerder een beschikking gegeven op 13 juli 2020, waarin partijen zijn verwezen naar hulpverlening en een contactregeling is vastgesteld. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2020 is de zaak aangehouden voor onderzoek naar het ouderlijk gezag en de contactregeling. Op 21 mei 2021 vond een verdere behandeling plaats, waarbij partijen aangaven zich te hebben verzoend, maar desondanks verzochten om een beslissing van de rechtbank voor de toekomst.
De rechtbank heeft de verzoeken van beide partijen beoordeeld. De vrouw trok haar verzoek tot beëindiging van het gezamenlijk ouderlijk gezag in, terwijl de man verzocht om mede met het ouderlijk gezag belast te worden. De rechtbank concludeert dat het verzoek van de man om met het ouderlijk gezag belast te worden, niet kan worden toegewezen, omdat het belang van de kinderen niet kan worden gewaarborgd in de onzekere toekomst. Evenzo zijn de verzoeken voor een contactregeling en kinderalimentatie afgewezen, omdat de rechtbank niet kan beoordelen wat in het belang van de kinderen is in de toekomst. De rechtbank compenseert de proceskosten, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.