ECLI:NL:RBZWB:2021:3334
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering tegemoetkoming loonkosten op grond van NOW-2 door minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onbekende partij, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had verzocht om een tegemoetkoming in de loonkosten op basis van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-2). De minister weigerde dit verzoek in een besluit van 7 september 2020, omdat eiseres naar zijn mening de aanvraag te laat had ingediend. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 15 oktober 2020. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
Tijdens de zitting op 16 juni 2021 was de minister vertegenwoordigd door mr. N. Regragui van het UWV, terwijl eiseres niet aanwezig was. Eiseres had zich vergist in de data en vroeg om alsnog gehoord te worden, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van beide partijen overwogen. Eiseres stelde dat zij op 7 juli 2020 tijdig een aanvraag had ingediend, maar de minister betwistte dit en stelde dat er geen bewijs was van een tijdige aanvraag. De rechtbank concludeerde dat eiseres de aanvraag niet voor 1 september 2020 had ingediend en dat de minister de aanvraag op goede gronden had afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de NOW-regeling geen hardheidsclausule kent en er geen reden was om af te wijken van de regels.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.