ECLI:NL:RBZWB:2021:3334

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2021
Publicatiedatum
1 juli 2021
Zaaknummer
AWB- 20_9466
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Weigering tegemoetkoming loonkosten op grond van NOW-2 door minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 1 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een onbekende partij, en de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Eiseres had verzocht om een tegemoetkoming in de loonkosten op basis van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW-2). De minister weigerde dit verzoek in een besluit van 7 september 2020, omdat eiseres naar zijn mening de aanvraag te laat had ingediend. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar dit werd ongegrond verklaard in een besluit van 15 oktober 2020. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.

Tijdens de zitting op 16 juni 2021 was de minister vertegenwoordigd door mr. N. Regragui van het UWV, terwijl eiseres niet aanwezig was. Eiseres had zich vergist in de data en vroeg om alsnog gehoord te worden, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank heeft de feiten en argumenten van beide partijen overwogen. Eiseres stelde dat zij op 7 juli 2020 tijdig een aanvraag had ingediend, maar de minister betwistte dit en stelde dat er geen bewijs was van een tijdige aanvraag. De rechtbank concludeerde dat eiseres de aanvraag niet voor 1 september 2020 had ingediend en dat de minister de aanvraag op goede gronden had afgewezen. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, omdat de NOW-regeling geen hardheidsclausule kent en er geen reden was om af te wijken van de regels.

De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/9466 NOW

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 1 juli 2021 in de zaak tussen

[naam eiseres] , te [naam woonplaats] , eiseres

gemachtigde: T. Kirmemis,
en

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, verweerder.

Procesverloop

In het besluit van 7 september 2020 (primaire besluit) heeft de minister geweigerd aan eiseres een tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (Now-2) toe te kennen.
In het besluit van 15 oktober 2020 (bestreden besluit) heeft de minister het bezwaar van eiseres tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
De minister heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank op 16 juni 2021. Namens de minister was aanwezig mr. N. Regragui, werkzaam bij het UWV. Eiseres is niet verschenen.
Op 17 juni 2021 heeft eiseres nog gebeld met de mededeling dat zij twee datums door elkaar heeft gehaald en daarom niet verschenen is op de zitting. Eiseres heeft gevraagd om alsnog op zitting gehoord te worden. Dit verzoek is afgewezen.

Overwegingen

Feiten

1. Eiseres heeft verzocht om in aanmerking te komen voor een tegemoetkoming in de loonkosten op grond van de Now-2.
Met het primaire besluit heeft de minister geweigerd een tegemoetkoming toe te kennen omdat eiseres te laat was met haar verzoek. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit.
Met het bestreden besluit is het bezwaar ongegrond verklaard.
Wettelijk kader
2. In artikel 5, aanhef en onder d, van de Now-2 is bepaald, voor zover hier van belang, dat de subsidieverlening wordt geweigerd indien de aanvraag niet voldoet aan de in deze regeling gestelde eisen.
In artikel 10, tweede lid, van de Now-2 is bepaald dat een aanvraag voor subsidie ingediend kan worden vanaf 6 juli 2020 tot en met 31 augustus 2020.
Geschil
3. In geschil is of eiseres tijdig een aanvraag voor de Now-2 heeft ingediend.
Standpunt eiser
4. Eiseres voert aan dat zij tijdig het verzoek om tegemoetkoming op 7 juli 2020 digitaal heeft ingediend. Waarschijnlijk is er een storing geweest waardoor het verzoek niet is ingediend of niet is verschenen in de systemen. Direct na constatering van de ‘fout’ is een nieuw verzoek ingediend op 3 september 2020. Eiseres is van mening dat het onredelijk en onrechtvaardig is als zij door deze technische fout benadeeld wordt. Eiseres heeft verwezen naar het doel van de Now-regeling. Gelet op het doel zou enige coulance verwacht mogen worden.
Standpunt verweerder
5. De minister heeft zich op het standpunt gesteld dat eiseres het verzoek te laat heeft ingediend. Uit nader onderzoek in de systemen is niet gebleken van activiteit van eiser op 7 juli 2020 over de Now-2. De Now-2 kent geen hardheidsclausule. Er is daarom geen mogelijkheid om af te wijken van de bepalingen in de Now-2. Dat eiseres eerder wel een tegemoetkoming op grond van de Now-1 heeft ontvangen maakt dit niet anders.
Met de brief van 9 juni 2021 heeft de minister nog een nadere toelichting gegeven op de digitale aanvraagprocedure.
Oordeel rechtbank
6. Uit de door de minister gegeven toelichting op de digitale aanvraagprocedure blijkt dat de Now-subsidie niet via het werkgeversportaal (met e-herkenning) kan worden aangevraagd. Er is een aparte aanvraagprocedure voor de Now-subsidie via een link op de UWV-website. Aan de door eiseres in bezwaar overgelegde uitdraai van de e-herkenningsinlogpagina komt daarom geen betekenis toe. Uit de gegeven toelichting en de door de minister overgelegde schermprint blijkt dat eiseres tijdens de aanvraagperiode van de Now-2 geen aanvraag heeft gedaan via het aparte aanvraagportaal voor de Now-2. Blijkens een overgelegde uitdraai uit een dossier van een andere onderneming heeft de minister duidelijk gemaakt dat ook een nog niet afgeronde aanvraag zichtbaar is in het systeem zodra een werkgever het loonheffingsnummer heeft ingevuld op het aanvraagportaal. Van een dergelijke niet afgeronde aanvraag door eiseres is in het systeem ook niet gebleken. Bij de verdere beoordeling zal de rechtbank er dan ook van uitgaan dat eiseres de aanvraag niet voor 1 september 2020 heeft ingediend. Pas op 3 september 2020 heeft de minister een brief van eiseres ontvangen waaruit blijkt dat zij in aanmerking wil komen voor een Now-2 subsidie. Deze brief kan dan aangemerkt worden als eerste aanvraag. Niet in geschil is dat deze aanvraag te laat is.
7. Nu eiseres niet tijdig de aanvraag heeft ingediend heeft het UWV de aanvraag van eiseres op goede gronden afgewezen. De Now-regeling kent geen hardheidsclausule zodat het verzoek van eiseres om coulance ook niet kan worden gehonoreerd.
8. Gelet op wat hiervoor is overwogen zal het beroep ongegrond worden verklaard.
Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.J.M. van Hees, griffier, op 1 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.