10.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 4.4 is omschreven;
- spreekt verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde het volgende strafbare feit oplevert:
Mensenhandel, terwijl de persoon ten aanzien van wie het in artikel 273f, eerste lid onder 2º, 5º en 8º omschreven feit wordt gepleegd, de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, gepleegd door twee of meer verenigde personen;
- verklaart verdachte strafbaar;
- veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 89 voorwaardelijk, met een proeftijd van één jaar;
- bepaalt dat het voorwaardelijke deel van de straf niet ten uitvoer wordt gelegd, tenzij de rechter tenuitvoerlegging gelast, omdat verdachte voor het einde van de proeftijd de hierna vermelde voorwaarden niet heeft nageleefd;
- stelt als
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als
bijzondere voorwaarden:
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd moet gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen die worden gegeven door of namens Reclassering Nederland;
* dat verdachte zich uiterlijk drie dagen na heden zal melden bij Reclassering Nederland (regio Zuid) aan de Vrijlandstraat 33 te Middelburg en zich daarna gedurende een door de reclassering te bepalen periode (die loopt tot maximaal het einde van de proeftijd) zal blijven melden, zo lang en zo frequent als de reclassering noodzakelijk acht;
* dat verdachte zich gedurende de proeftijd onder ambulante behandeling zal stellen van Forensische Zorg Zeeland op de tijden en plaatsen als door of namens die instelling aan te geven of soortgelijke ambulante forensische zorg, zulks ter beoordeling van de reclassering, waarbij de verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven.
* dat verdachte ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit, medewerking verleent aan het nemen van vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage biedt;
* dat verdachte medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht, daaronder begrepen;
- geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarden en verdachte ten behoeve daarvan te begeleiden;
- bepaalt dat de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van dit vonnis in voorarrest heeft doorgebracht in mindering wordt gebracht bij de tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf;
- veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 150 uren;
- beveelt dat indien verdachte de taakstraf niet naar behoren verricht,
vervangende hechteniszal worden toegepast van
75 dagen;
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [Slachtoffer] van € 200,00 ter zake van materiële schade, te vermeerderen met wettelijke rente te berekenen vanaf 23 oktober 2019 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het toegewezen bedrag ter hoogte van € 200,00;
- wijst af het overig gevorderde ter zake van materiële schade;
- verklaart de benadeelde partij niet-ontvankelijk ten aanzien van de gevorderde vergoeding voor immateriële schade en bepaalt dat de vordering voor dit gedeelte bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot nu toe begroot op nihil;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [Slachtoffer] € 200,00 te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente te berekenen vanaf 23 oktober 2019 tot de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat bij niet betaling 4 dagen gijzeling kan worden toegepast, met dien verstande dat toepassing van de gijzeling de betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat verdachte met de mededader hoofdelijk aansprakelijk is voor het bedrag ter hoogte van € 200,00;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij vervalt en omgekeerd;
- verklaart verbeurd de volgende onder verdachte in beslag genomen voorwerpen: personenauto (2109753), sleutel (563103), verpakkingsmateriaal (563093), papier (563096), schrift (563094) en administratie (563095);
- gelast de teruggave aan verdachte van de volgende onder hem in beslag genomen voorwerpen: geldbedrag (562633), computer (563099), elektronica (563092), telefoonkaart (563101), computer (563097), computer (56098), computer (563063), factuur (563053), kauwgom (563047) en 97 pillen (geen kenmerk);
- heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. Skalonjic, voorzitter, mr. M. van de Wetering en
mr. D.S.G. Froger, rechters, in tegenwoordigheid van mr. H.J.E.M. Hoezen, griffier, en is uitgesproken ter openbare zitting op 7 juli 2021.
Mr. H. Skalonjic en mr. D.S.G. Froger zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.