ECLI:NL:RBZWB:2021:3529

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 juli 2021
Publicatiedatum
12 juli 2021
Zaaknummer
AWB- 20_7467 en 20_7468 en 20_7469
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Herstel van proceskosten in bestuursrechtelijke uitspraak

Op 8 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaken met de nummers AWB-20_7467, AWB-20_7468 en AWB-20_7469, waarbij de verzoekster, een particulier, het opnam tegen de Belastingdienst/Toeslagen. De rechtbank heeft in deze uitspraak een eerdere beslissing van 1 juli 2021 hersteld, waarin een onjuist bedrag aan proceskosten was vermeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) moeten worden vastgesteld op € 374,- in plaats van het eerder genoemde bedrag van € 267,-. Dit is berekend op basis van 1 punt voor het indienen van het beroepschrift, met een waarde per punt van € 748,- en een wegingsfactor van 0,5. De rechtbank heeft de eerdere uitspraak hersteld, maar verder ongewijzigd gelaten. Deze uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl en is gedaan door rechter mr. R.A. Karsten-Badal in aanwezigheid van griffier mr. N.M. Zandbergen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummers: BRE 20/7467 HUUR, BRE 20/7468 HUUR, BRE 20/7469 HUUR

uitspraak van 8 juli 2021 van de enkelvoudige kamer in de zaken tussen

[verzoekster], te [plaatsnaam], verzoekster

gemachtigde: [gemachtigde],
en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Procesverloop

Op 1 juli 2021 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.

Overwegingen

Gebleken is dat in de uitspraak een onjuist bedrag aan proceskosten staat vermeld. Het betreft
“Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank op grond van het Bpb de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 267,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 534,‑ en wegingsfactor 0,5)”.Daarom zal de rechtbank de uitspraak als volgt herstellen.

Beslissing

De rechtbank:
- herstelt de tussen partijen onder bovengenoemd zaaknummer gedane uitspraak van 1 juli 2021 aldus, dat de zinsnede
“Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank op grond van het Bpb de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 267,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 534,‑ en wegingsfactor 0,5)”wordt vervangen door:
“Gelet op het vorenstaande stelt de rechtbank op grond van het Bpb de kosten voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 374,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift met een waarde per punt van € 748,‑ en wegingsfactor 0,5)”;
- laat voornoemde uitspraak voor het overige ongewijzigd.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.A. Karsten-Badal, rechter, in aanwezigheid van mr. N.M. Zandbergen, griffier, op 8 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om
deze uitspraak mede te ondertekenen
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op: