ECLI:NL:RBZWB:2021:3811
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake omgevingsvergunning voor tijdelijke huisvesting arbeidsmigranten
Op 27 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eiser, vertegenwoordigd door een gemachtigde, had beroep ingesteld tegen een besluit van 8 februari 2021, waarin een omgevingsvergunning onder voorwaarden werd verleend voor het bouwen van tijdelijke huisvesting voor arbeidsmigranten. De gemachtigde van de eiser heeft bij brief van 19 maart 2021 beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, maar dit beroep werd doorgestuurd naar de rechtbank omdat deze bevoegd was om het beroep te behandelen.
De rechtbank constateerde dat de gemachtigde van de eiser in het beroepschrift geen gronden van beroep had vermeld en niet had voldaan aan de verplichting om een schriftelijke machtiging in te dienen. De griffier heeft de gemachtigde herhaaldelijk gewezen op deze tekortkomingen en de gelegenheid geboden om het verzuim te herstellen. Echter, de gestelde termijn is verstreken zonder dat de gronden van beroep en een schriftelijke machtiging zijn overgelegd. Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
De rechtbank heeft de zaak zonder behandeling ter zitting afgedaan en verklaart het beroep niet-ontvankelijk, met inachtneming van de relevante artikelen uit de Algemene wet bestuursrecht. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om verzet te doen tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.