ECLI:NL:RBZWB:2021:3852
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Kort geding
- Toekoen
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van de vrouw in haar vordering wegens niet voldoen aan procedurele vereisten in kort geding
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 juli 2021, heeft de voorzieningenrechter een kort geding behandeld waarin de vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. A. Sangar, een verzoek indiende voor vervangende toestemming om met haar minderjarige kind te reizen. De vrouw had een conceptdagvaarding ingediend, maar er was geen dagvaarding ontvangen door de voorzieningenrechter en beide partijen zijn niet verschenen tijdens de mondelinge behandeling. Dit leidde tot de conclusie dat de procedurele vereisten niet waren nageleefd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen afschrift van de dagvaarding was ingediend en dat er geen schriftelijk bericht van intrekking was ontvangen. Hierdoor werd de vrouw niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering. De uitspraak benadrukt het belang van het naleven van procedurele regels in kort gedingen, vooral wanneer het gaat om zaken die de rechten van minderjarigen betreffen.