ECLI:NL:RBZWB:2021:3860

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
27 juli 2021
Publicatiedatum
29 juli 2021
Zaaknummer
AWB- 21_3107 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • T. Peters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijzigingsverzoek voorlopige voorziening stadsstrand Beachy te Tilburg

Op 27 juli 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan op een verzoek om wijziging van een voorlopige voorziening in de zaak tussen Stadsstrand Exploitatie B.V. en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Verzoekers, vertegenwoordigd door mr. M.D. Diepenhorst, vroegen om wijziging van de voorwaarde die het afspelen van versterkte muziek op het stadsstrand verbiedt. De voorzieningenrechter oordeelde dat het wijzigingsverzoek gedeeltelijk kon worden toegewezen, waarbij de voorwaarde werd aangepast zodat versterkte muziek tot maximaal 60 dB(A) is toegestaan tot 14 augustus 2021, of zolang de Tijdelijke regeling van kracht is. Het verzoek voor de periode na 14 augustus 2021 werd afgewezen, omdat het gebruik van het perceel als stadsstrand in strijd is met de geldende bestemming. De voorzieningenrechter benadrukte dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor de bodemzaken. Tevens werden de verweerders veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van de verzoekers.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 21/3107 WABOA VV
uitspraak van 27 juli 2021 van de voorzieningenrechter op het verzoek om toepassing van artikel 8:87, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht tot wijziging van een voorlopige voorziening in de zaak tussen

1.Stadsstrand Exploitatie B.V., te Tilburg,

2.
Werktuig B.V., te Tilburg,
verzoekers,
gemachtigde: mr. M.D. Diepenhorst,
en

1.het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg,

2.
de burgemeester van de gemeente Tilburg,
verweerders.
Procesverloop
Verzoekers hebben beroep ingesteld tegen de besluiten van verweerders van 22 juni 2021 inzake het herroepen van een eerder verleende omgevingsvergunning en exploitatievergunning voor het realiseren en exploiteren van stadsstrand ‘Beachy’ op het perceel Goirkekanaaldijk 44 te Tilburg . Deze beroepen zijn bij de rechtbank bekend onder de zaaknummers BRE 21/2692 WABOA en BRE 21/2693 WABOA.
Verzoekers hebben daarbij ook verzocht om een voorlopige voorziening, bij de rechtbank bekend onder de zaaknummers BRE 21/2691 WABOA VV en BRE 21/2694 WABOA VV. Deze verzoeken zijn door een voorzieningenrechter van deze rechtbank bij uitspraak van 1 juli 2021 [1] toegewezen.
Op 20 juli 2021 hebben verzoekers een wijzigingsverzoek als bedoeld in artikel 8:87 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ingediend.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Awb is een zitting achterwege gebleven.
Overwegingen
1. Op grond van de stukken gaat de voorzieningenrechter uit van de volgende feiten en omstandigheden.
De voorzieningenrechter heeft bij uitspraak van 1 juli 2021 de besluiten van verweerders van 22 juni 2021 tot het herroepen van een eerder verleende omgevingsvergunning en exploitatievergunning geschorst totdat de rechtbank uitspraak heeft gedaan op de beroepen. Dat betekent dat de primaire besluiten tot het verlenen van de vergunningen weer zijn gaan herleven. De voorzieningenrechter heeft aan de schorsing van de besluiten wel aanvullende voorwaarden verbonden.
 De voorlopige voorziening gaat in op 1 juli 2021.
 Stadsstrand Beachy is op maandag tot en met woensdag uitsluitend beschikbaar op afspraak als vergaderbijeenkomstlocatie.
 Stadsstrand Beachy is van donderdag tot en met zondag geopend van 10:00 (of later) tot uiterlijk 22:00 uur.
 Maximaal 650 bezoekers.
 Er wordt buiten op het strand geen versterkte muziek gedraaid of ten gehore gebracht.
 Binnen in de strandtent mag versterkte muziek worden gedraaid of ten gehore gebracht. Daarbij moeten in ieder geval de maximale geluidsniveaus, zoals opgenomen in het akoestisch rapport van Deerns van 7 december 2020 op pagina 16, in acht worden genomen.
 Verzoekers zien er op toe dat het verkeersgeluid, muziekgeluid en stemgeluid van de (vertrekkende) bezoekers binnen de normen van het Activiteitenbesluit milieubeheer blijven.
 Er moet een definitief akkoord zijn van het Omgevingsdienst over de milieumelding.
Verzoeksgronden
2. Verzoekers hebben verzocht om wijziging van één van die voorwaarden, namelijk de vijfde voorwaarde: het verbod op het afspelen van versterkte muziek op het stadsstrand.
Verzoekers hebben in hun verzoekschrift toegelicht dat aanleiding voor het verzoek de inwerkintreding is van nieuwe maatregelen ter bestrijding van het coronavirus per 10 juli 2021 (de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19) en de onderzoeksresultaten van nieuw geluidsonderzoek.
Verzoekers verzoeken concreet om de gestelde voorwaarde als volgt te wijzigen.
 Tot 14 augustus 2021 of zoveel langer als artikel 4.4 lid 1 sub B van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 van kracht is, mag versterkt muziekgeluid worden afgespeeld op stadsstrand Beachy tot maximaal 60 dB(A).
 Na 14 augustus 2021, voor zover dit toelaatbaar is op grond van de alsdan geldende Tijdelijke regeling maatregelen covid-19, is versterkt muziekgeluid op het stadsstrand Beachy toegestaan met inachtneming van de gevelnorm uit het Activiteitenbseluit milieubeheer (met de correctie voor muziekgeluid) van maximaal 40 dB(A) voor de dagperiode en 35 dB(A) voor de avondperiode op de gevel van de meest dichtbijgelegen woning, waarvoor verzoekers een melding indienen, die door het bevoegd gezag geaccepteerd zal worden.
Beoordelingskader
3. Ingevolge het bepaalde in artikel 8:87, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter een voorlopige voorziening opheffen en wijzigen.
4. De voorzieningenrechter stelt voorop dat hij zich in deze uitspraak zal beperken tot een voorlopig oordeel over de voorwaarde die verzoekers gewijzigd willen zien. Daarbij zal de voorzieningenrechter zich echter beperken tot de periode tot 14 augustus 2021, of zoveel langer als de Tijdelijke regeling van kracht is. Immers zijn de maatregelen voortvloeiend uit de Tijdelijke regeling aanleiding geweest voor het wijzigingsverzoek.
5. Het tweede verzoek van verzoekers, dat ziet op de periode na 14 augustus 2021, wordt reeds daarom afgewezen.
6. Vast staat dat het gebruik van het perceel als stadsstrand met horecavoorzieningen in strijd is met de ter plaatse geldende bestemming ‘Gemengd – Grootschalig’. Zoals de voorzieningenrechter ook in de uitspraak van 1 juli 2021 heeft overwogen, gaat het om een tijdelijke afwijking van het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter dient te beoordelen of het ten gehore brengen van versterkte muziek op het stadsstrand tot maximaal 60 dB(A) in strijd zou zijn met een goede ruimtelijke ordening.
De voorzieningenrechter benadrukt dat dit oordeel een voorlopig karakter heeft en de rechtbank niet bindt in de bodemzaken.
Tijdelijke regeling maatregelen covid-19
7. In artikel 4.4, eerste lid, aanhef en onder b, van de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19 (hierna: de Tijdelijke regeling) is bepaald dat een eet- en drinkgelegenheid tot en met 13 augustus 2021 slechts wordt opengesteld voor publiek, indien de beheerder er zorg voor draagt dat er binnen of op of rond het terras geen muziek met een hogere geluidsbelasting dan 60 decibel, optreden, beeldscherm of ander mogelijk tot toeloop van publiek aanleiding gevend amusement is.
8. Verzoekers hebben in hun verzoekschrift toegelicht dat dit artikel een belemmering is gebleken voor de opening van het stadsstrand. In dat verband hebben zij aangevoerd dat zij aan de door voorzieningenrechter gestelde voorwaarden konden voldoen door muziekgeluid te produceren via koptelefoons (silent disco). Door verweerders en de Veiligheidsregio’s is het produceren van muziekgeluid via koptelefoons echter aangemerkt als ‘ander mogelijk tot toeloop van publiek aanleiding gevend amusement’.
Verzoekers hebben aangevoerd dat de Tijdelijke regeling en de uitleg die verweerders en de Veiligheidsregio daaraan geven het voor verzoekers onmogelijk maken om muziekgeluid (achtergrondmuziek) via koptelefoons aan te bieden aan hun gasten, en dat zij vanwege de door de voorzieningenrechter opgelegde voorwaarde ook geen gebruik kunnen maken van de mogelijkheid die de Tijdelijke regeling biedt om op het terras versterkte muziek te spelen tot maximaal 60 decibel. Verzoekers stellen daarbij dat het, zonder enige vorm van muziek, voor hen onmogelijk is om een rendabele exploitatie te draaien.
Activiteitenbesluit milieubeheer
9. Ingevolge artikel 2.17, eerste lid, sub a, van het Activiteitenbesluit milieubeheer (het Activiteitenbesluit) gelden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) op de gevel van gevoelige gebouwen de volgende geluidsnormen:
 50 50 dB(A) tussen 07:00 uur en 19:00 uur (dagperiode);
 50 45 dB(A) tussen 19:00 uur en 23:00 uur (avondperiode);
 50 40 dB(A) tussen 23:00 uur en 07:00 uur (nachtperiode).
10. Verzoekers hebben bij hun verzoekschrift resultaten van nieuw akoestisch onderzoek overgelegd. Uit een e-mail van [naam medewerker] van Deerns Nederland B.V. van 20 juli 2021 blijkt dat – zonder schermen – een geluidniveau van 69 dB(A) op het buitenterrein op de gevel van een woning ten noorden van het plan een geluidniveau oplevert van 31 dB(A) en op de gevel van een woning ten zuiden van het plan 35 dB(A). Het volledige akoestisch rapport is op 22 juli 2021 uitgebracht.
[naam medewerker] heeft geconcludeerd dat het voortbrengen van geluid op het buitenterrein – conform de Tijdelijke regeling – tot maximaal 60 dB(A) zou leiden tot het maximale geluidniveau op de gevel van een woning van 26 dB(A), wat ruim lager is dan het maximaal toelaatbare geluidniveau op grond van het Activiteitenbesluit.
11. Verweerders en de gemachtigde van een van de derde partijen in de beroepsprocedure, mr. Van Hoorne, hebben schriftelijk op het wijzigingsverzoek van verzoekers gereageerd.
Van Hoorne heeft zich op het standpunt gesteld dat het wijzigingsverzoek moet worden afgewezen. Hij wijst – onder meer – op het klachtenoverzicht en hoopt dat met de gerechtvaardigde belangen van zijn cliënten rekening wordt gehouden. De onderzoeksresultaten van Deerns van 20 juli 2021 worden evenwel niet betwist en/of weerlegd.
Verweerders hebben gewezen op procedurele complicaties bij toewijzing van het wijzigingsverzoek. Zij hebben voorts de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (OMWB) verzocht om met spoed een advies uit te brengen. Dat spoedadvies is op 26 juli 2021 uitgebracht. De onderzoeksresultaten van Deerns van 20 juli 2021 worden daarin niet betwist en/of weerlegd. Wel heeft de OMWB daarbij de kanttekening geplaatst dat muziekgeluidniveaus van 60 dB(A) makkelijk door menselijk stemgeluid overstemd kunnen worden, waardoor de muziek niet meer goed hoorbaar is. De voorzieningenrechter begrijpt die opmerking aldus dat de combinatie van de versterkte muziek tot maximaal 60 dB(A) met menselijk stemgeluid wellicht een hoger geluidniveau op de gevels van gevoelige gebouwen oplevert.
Conclusie
12. Op basis van het voorgaande gaat de voorzieningenrechter ervan uit dat het ten gehore brengen van versterkte muziek op het strand tot maximaal 60 dB(A) leidt tot het maximale geluidniveau op de gevel van gevoelige gebouwen van 26 dB(A), en dat verzoekers daarmee ruim onder de geluidsnormen van artikel 2.17 van het Activiteitenbesluit blijven. De voorzieningenrechter gaat ervan uit dat ook de combinatie van de versterkte muziek met menselijk stemgeluid (normaal stemgeluid) de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit niet overschrijdt. Dat betekent dat dit geen strijd met een goede ruimtelijke ordening zou opleveren.
De voorzieningenrechter merkt daarbij wel op dat hij ervan uitgaat, evenals in de uitspraak van 1 juli 2021, dat door verzoekers in het belang van omwonenden toezicht wordt gehouden op de regel dat extreem stemgebruik (bijvoorbeeld meezingen of schreeuwen) niet is toegestaan.
13. Het voorgaande leidt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat het wijzigingsverzoek van verzoekers gedeeltelijk kan worden toegewezen.
De door de voorzieningenrechter in de uitspraak van 1 juli 2021 aan de getroffen voorlopige voorziening verbonden vijfde voorwaarde:
“Er wordt buiten op het strand geen versterkte muziek gedraaid of ten gehore gebracht.”
wordt als volgt gewijzigd:
“Tot 14 augustus 2021 of zoveel langer als artikel 4.4 lid 1 sub b van de Tijdelijke regeling van kracht is, mag versterkt muziekgeluid worden afgespeeld op het strand tot maximaal 60 dB(A). Daarna wordt buiten op het strand geen versterkte muziek gedraaid of ten gehore gebracht.”
Het wijzigingsverzoek voor zover dat ziet op de periode na 14 augustus 2021 wijst de voorzieningenrechter af.
14. Omdat de voorzieningenrechter het wijzigingsverzoek toewijst, dienen verweerders aan verzoekers het door hen betaalde griffierecht voor het wijzigingsverzoek te vergoeden.
De voorzieningenrechter veroordeelt verweerders in de door verzoekers in het kader van het wijzigingsverzoek gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 748,= (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift, met een waarde per punt van € 748,= en wegingsfactor 1).
Beslissing
De voorzieningenrechter:
  • wijst het wijzigingsverzoek toe, in zoverre, dat de in de uitspraak van 1 juli 2021 aan de getroffen voorlopige voorziening verbonden vijfde voorwaarde (“Er wordt buiten op het strand geen versterkte muziek gedraaid of ten gehore gebracht.”) wordt gewijzigd in: “Tot 14 augustus 2021 of zoveel langer als artikel 4.4 lid 1 sub b van de Tijdelijke regeling van kracht is, mag versterkt muziekgeluid worden afgespeeld op het strand tot maximaal 60 dB(A). Daarna wordt buiten op het strand geen versterkte muziek gedraaid of ten gehore gebracht.”;
  • wijst het wijzigingsverzoek voor het overige af;
  • draagt verweerders op het betaalde griffierecht van € 360,= aan verzoekers te vergoeden;
  • veroordeelt verweerders in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 748,=.
Deze uitspraak is gedaan door mr. T. Peters, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van N.A. D’Hoore, griffier, op 27 juli 2021 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:
Rechtsmiddel
Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.