ECLI:NL:RBZWB:2021:3875
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Wraking
- M. van Kralingen
- A. de Graaf
- J. van Noort
- Rechtspraak.nl
Wrakingsverzoek tegen rechter in strafzaak
Op 27 juli 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een beslissing genomen over een wrakingsverzoek van een verzoeker, woonachtig te Dongen, vertegenwoordigd door gemachtigde F.R. Eggink. Het wrakingsverzoek was gericht tegen mr. [voorletters] van Aardenne, die als kantonrechter optrad in een hoofdzaak met zaaknummer 9263149 MB VERZ 21-141. Het verzoek tot wraking werd ingediend na een mondelinge behandeling op 23 juli 2021, waarin de rechter een einduitspraak had gedaan. De wrakingskamer beoordeelde of het verzoek tijdig was ingediend, zoals vereist door artikel 512 van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De wrakingskamer concludeerde dat het verzoek te laat was ingediend, aangezien de rechter de behandeling van de zaak had beëindigd door het geven van een eindbeslissing. De wet staat geen wraking toe nadat de rechter zijn beslissing heeft genomen. Hierdoor werd de verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk verklaard in zijn verzoek tot wraking. De beslissing werd op dezelfde dag openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. Verhulst.