ECLI:NL:RBZWB:2021:395
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. Peters
- Rechtspraak.nl
Tegemoetkoming in planschade en de beoordeling van het college
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 januari 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een tegemoetkoming in planschade. De eiseres, een onderneming, had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Loon op Zand, dat op 29 augustus 2019 een aanvraag van een derde-belanghebbende voor tegemoetkoming in planschade had toegewezen. De derde-belanghebbende had schade geleden als gevolg van de inwerkingtreding van een nieuw bestemmingsplan, dat op 23 november 2017 was vastgesteld en op 18 januari 2018 in werking was getreden. De rechtbank heeft de feiten en het procesverloop uiteengezet, waarbij het college het advies van de Stichting Adviesbureau Onroerende Zaken (SAOZ) had gevolgd, dat de planschade had vastgesteld op € 4.100,- vermeerderd met wettelijke rente.
Eiseres was van mening dat het college een onjuiste beoordeling had gemaakt en dat de SAOZ te veel was uitgegaan van de oude situatie in plaats van de maximaal mogelijke oude situatie. De rechtbank heeft overwogen dat het college in beginsel het onafhankelijke advies van de SAOZ moet volgen, tenzij er concrete aanknopingspunten zijn voor twijfel aan de juistheid of volledigheid van dat advies. De rechtbank heeft vastgesteld dat de SAOZ op objectieve wijze de relevante feiten en omstandigheden had beoordeeld en dat de conclusies niet onbegrijpelijk waren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat er geen reden was om te twijfelen aan het advies van de SAOZ en het college het verzoek om tegemoetkoming in planschade terecht had toegewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.