ECLI:NL:RBZWB:2021:3981

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
10 februari 2021
Publicatiedatum
4 augustus 2021
Zaaknummer
C/02/381965 JE RK 21-207
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Rekestprocedure
Rechters
  • Mr. Phillips
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervanging gecertificeerde instelling in het belang van het kind

In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervanging van de gecertificeerde instelling (GI) die de ondertoezichtstelling van een minderjarige uitvoert. De ouders van de minderjarige, bijgestaan door hun advocaat mr. D.P.J. van der Putten, hebben verzocht om de GI te vervangen door een andere gecertificeerde instelling, Briedis Jeugdbeschermers. Dit verzoek is gedaan omdat er een onherstelbare vertrouwensbreuk is ontstaan tussen de ouders en de huidige GI, Stichting Jeugdbescherming Brabant. De ouders hebben aangegeven dat zij openstaan voor hulpverlening, maar dat de samenwerking met de GI niet meer mogelijk is door verouderde en onjuiste informatie die door de GI is verstrekt.

Tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari 2021 heeft de vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming aangegeven dat het in het belang van de minderjarige is dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt overgedragen aan Briedis. De GI heeft zich ook kunnen vinden in het verzoek van de ouders. De kinderrechter heeft, op basis van artikel 1:259 BW, geoordeeld dat de verstoorde verhoudingen tussen de ouders en de GI zodanig zijn dat het belang van de minderjarige vereist dat een andere GI met de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt belast.

De kinderrechter heeft het verzoek van de ouders toegewezen en de GI vervangen door Briedis Jeugdbeschermers. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Phillips, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. van Noort als griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Familie- en Jeugdrecht
Zaaknummer: C/02/381965 / JE RK 21-207
Datum uitspraak: 10 februari 2021
Beschikking van de kinderrechter over de vervanging van de gecertificeerde instelling
in de zaak van

[ouders] ,

hierna te noemen: de ouders,
wonende te [geboorteplaats] ,
bijgestaan door mr. D.P.J. van der Putten, advocaat te [geboorteplaats] ,
betreffende

[minderjarige] , geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,

hierna te noemen: [roepnaam minderjarige] .
De kinderrechter merkt als belanghebbende aan:

STICHTING JEUGDBESCHERMING BRABANT,

hierna te noemen: de Gecertificeerde Instelling (GI),
gevestigd te [vestigingsplaats] .
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend: de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie Breda (hierna: te noemen de Raad) om de rechtbank over het verzoek te adviseren.

Het procesverloop

Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de beschikkingen van de kinderrechter van deze rechtbank van 19 oktober 2020 en
19 januari 2021 in de zaak met kenmerk C/02/377355 / JE RK 20-1935, en alle daarin genoemde stukken;
- het verzoek van 2 februari 2021 ingediend door mr. Van der Putten namens de ouders;
- het e-mailbericht van Briedis Jeugdbeschermers van 10 februari 2021.
Op 9 februari 2021 heeft de kinderrechter de zaak tijdens de mondelinge behandeling met gesloten deuren behandeld.
Verschenen zijn:
- de ouders, bijgestaan door mr. Van der Putten;
- een vertegenwoordigster van de GI (telefonisch);
- een vertegenwoordigster van de Raad.

De feiten

Het ouderlijk gezag over [roepnaam minderjarige] wordt uitgeoefend door de moeder.
[roepnaam minderjarige] verblijft bij de ouders.
Bij beschikking van 9 juli 2020 is [roepnaam minderjarige] onder toezicht gesteld van de GI tot 9 juli 2021.

Het verzoek

De ouders verzoeken de kinderrechter om de GI, die de ondertoezichtstelling uitvoert, te vervangen door de gecertificeerde instelling William Schrikker Stichting Jeugdbescherming & Jeugdreclassering, met uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Tijdens de mondelinge behandeling wijzigt mr. Van der Putten het verzoek in die zin dat de GI wordt vervangen door de gecertificeerde instelling Briedis Jeugdbeschermers (hierna: Briedis).

De standpunten

Mr. Van der Putten heeft naar voren gebracht dat de gebeurtenissen van de afgelopen maanden hebben geleid tot een onherstelbare vertrouwensbreuk tussen de ouders en de GI. Ondanks dat de ouders er alles aan doen om hun leven weer op de rails te krijgen en duidelijk hebben laten zien dat ze open staan voor alle noodzakelijk geachte hulpverlening en begeleiding, blijft de GI vasthouden aan verouderde informatie. Bovendien berust deze informatie grotendeels op onjuistheden en is twijfelachtig hoe deze tot stand is gekomen. De ouders verwachten niet dat het nog lukt om met de GI samen te werken terwijl dat wel nodig is voor [roepnaam minderjarige] .
De vertegenwoordigster van de Raad heeft aangegeven dat zij het in het belang van [roepnaam minderjarige] vindt dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt overgedragen aan Briedis.
De vertegenwoordigster van de GI kan zich vinden in het verzoek van de ouders.
Briedis heeft verklaard dat zij bereid is om de uitvoering van de ondertoezichtstelling van [roepnaam minderjarige] over te nemen.

De beoordeling

Op grond van artikel 1:259 BW kan de rechter op verzoek van een met het gezag belaste ouder de uitvoering van de ondertoezichtstelling overdragen aan een andere Gecertificeerde Instelling. Dat kan wanneer de verhoudingen tussen de GI en de betrokkenen dermate verstoord zijn dat het belang van het kind vereist dat een andere GI met het toezicht zal worden belast.
Met de Raad is de kinderrechter van oordeel dat het niet langer in het belang van [roepnaam minderjarige] is om de GI de ondertoezichtstelling uit te laten voeren. Er is sprake van een dusdanig verstoorde verstandhouding tussen de ouders en de GI, dat er geen samenwerking meer mogelijk is. Hierdoor komt de voor [roepnaam minderjarige] noodzakelijk geachte hulpverlening in gevaar.
De kinderrechter zal het verzoek van de ouders dan ook toewijzen.
Dit leidt tot de volgende beslissing.

De beslissing

De kinderrechter:
vervangt Stichting Jeugdbescherming Brabant door Briedis Jeugdbeschermers;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beslissing is gegeven door mr. Phillips, kinderrechter, in tegenwoordigheid van
mr. van Noort, als griffier en in het openbaar uitgesproken op 10 februari 2021.
Hoger beroep tegen deze beschikking kan worden ingesteld:
- door de verzoekers en de belanghebbende(n) aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.
Het hoger beroep moet, door tussenkomst van een advocaat, worden ingediend bij de griffie van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch.