ECLI:NL:RBZWB:2021:3981
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Rekestprocedure
- Mr. Phillips
- Rechtspraak.nl
Vervanging gecertificeerde instelling in het belang van het kind
In deze zaak heeft de kinderrechter op 10 februari 2021 uitspraak gedaan in een rekestprocedure betreffende de vervanging van de gecertificeerde instelling (GI) die de ondertoezichtstelling van een minderjarige uitvoert. De ouders van de minderjarige, bijgestaan door hun advocaat mr. D.P.J. van der Putten, hebben verzocht om de GI te vervangen door een andere gecertificeerde instelling, Briedis Jeugdbeschermers. Dit verzoek is gedaan omdat er een onherstelbare vertrouwensbreuk is ontstaan tussen de ouders en de huidige GI, Stichting Jeugdbescherming Brabant. De ouders hebben aangegeven dat zij openstaan voor hulpverlening, maar dat de samenwerking met de GI niet meer mogelijk is door verouderde en onjuiste informatie die door de GI is verstrekt.
Tijdens de mondelinge behandeling op 9 februari 2021 heeft de vertegenwoordigster van de Raad voor de Kinderbescherming aangegeven dat het in het belang van de minderjarige is dat de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt overgedragen aan Briedis. De GI heeft zich ook kunnen vinden in het verzoek van de ouders. De kinderrechter heeft, op basis van artikel 1:259 BW, geoordeeld dat de verstoorde verhoudingen tussen de ouders en de GI zodanig zijn dat het belang van de minderjarige vereist dat een andere GI met de uitvoering van de ondertoezichtstelling wordt belast.
De kinderrechter heeft het verzoek van de ouders toegewezen en de GI vervangen door Briedis Jeugdbeschermers. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hoger beroep kan worden ingesteld bij het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch. De beslissing is openbaar uitgesproken door mr. Phillips, kinderrechter, in aanwezigheid van mr. van Noort als griffier.