ECLI:NL:RBZWB:2021:4151

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
23 juli 2021
Publicatiedatum
13 augustus 2021
Zaaknummer
C/02/385982 KG ZA 21-224
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • M. Combee
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot nakoming zorgregeling en straat- en contactverbod in kort geding

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 23 juli 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een man en een vrouw, die samen een minderjarig kind hebben. De man vorderde nakoming van een contactregeling die eerder door een rechter in Malta was vastgesteld, terwijl de vrouw in reconventie een straat- en contactverbod tegen de man vroeg. De man had de minderjarige erkend en er waren eerdere beschikkingen van rechters in Malta en het Verenigd Koninkrijk die de contactregeling hadden beïnvloed. Tijdens de mondelinge behandeling op 19 juli 2021 werd duidelijk dat de minderjarige zelf geen contact met zijn vader wilde. De voorzieningenrechter oordeelde dat de man niet zonder meer nakoming van de eerdere beslissing kon eisen, gezien de gewijzigde omstandigheden en het feit dat de minderjarige inmiddels 17 jaar oud was. De vorderingen van de man werden afgewezen. De vrouw voerde aan dat de man zich in mei 2021 in de buurt van haar en de minderjarige had opgehouden, wat leidde tot haar verzoek om een straat- en contactverbod. De voorzieningenrechter oordeelde echter dat de aanwezigheid van de man in mei 2021 onvoldoende was om het gevraagde verbod op te leggen, vooral omdat de man had toegezegd zich niet meer in de buurt van de vrouw en de minderjarige te bevinden. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van de vrouw af en veroordeelde de man in de proceskosten, die op € 2.341,-- werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Team Familie- en Jeugdrecht
[plaatsnaam]
voorzieningenrechter
Zaaknummer: C/02/385982 KG ZA 21-224
Datum uitspraak: 23 juli 2021
VONNIS IN KORT GEDING
in de zaak van
[eiser],
wonende te [woonplaats] ,
e i s e r bij dagvaarding van 27 mei 2021,
v e r w e e r d e r in reconventie,
hierna te noemen de man,
advocaat mr. R.G.J. van Kerkhof te Tilburg,
t e g e n :
[gedaagde],
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
g e d a a g d e ,
e i s e r e s in reconventie,
hierna te noemen de vrouw,
advocaat mr. J.L. Küppers-van Duivenboden te [plaatsnaam] ,
voorheen bijgestaan door mr. B.E.S. Chin-A-Fat.
1. Het verloop van het geding
Dit blijkt uit de navolgende door partijen voor het wijzen van vonnis overgelegde stukken:
- de dagvaarding;
- de op 28 mei 2021 en 8 juli 2021 ontvangen e-mailberichten van mr. Chin-A-Fat;
- het op 12 juli 2021 ontvangen e-mailbericht van mr. Küppers-van Duivenboden met bijlagen;
- de op 14 juli 2021 ontvangen conclusie van antwoord, tevens houdend eis in reconventie;
- de pleitnota van mr. Küppers-van Duivenboden.
Partijen hebben tijdens de mondelinge behandeling van 19 juli 2021 hun stellingen mondeling nader toegelicht. De man, de vrouw en haar tolk hebben de mondelinge behandeling bijgewoond door middel van een videoverbinding.
Op grond van het bepaalde in artikel 810 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is in de procedure gekend de Raad voor de Kinderbescherming, regio Zuidwest Nederland, locatie [plaatsnaam] , hierna te noemen de Raad, om de rechtbank over het verzoek te adviseren.
De voorzieningenrechter heeft de zaak met gesloten deuren behandeld, omdat het belang van minderjarige en de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van partijen dit eiste.

2.De feiten

2.1
Partijen hebben samen een kind gekregen, de thans nog minderjarige [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] .
2.2
De man heeft de minderjarige erkend.
2.3
Bij beschikking van de rechter te Malta d.d. 28 december 2011 zijn partijen (voorlopig) gezamenlijk belast met het gezag over voornoemde minderjarige. Verder is bepaald dat de man contact zal hebben met [roepnaam] iedere laatste vijf dagen van de maand.
2.4
Uit de stukken blijkt dat er nadien door de rechter in het Verenigd Koningrijk beschikkingen zijn gewezen, waarbij voornoemde beslissing van de rechtbank in Malta is gewijzigd en er een beperktere contactregeling tussen de man en [roepnaam] is vastgesteld.
Bij beslissing van de rechter in het Verenigd Koninkrijk van 26 september 2014 is het verzoek van de man om de door de rechter in het Verenigd Koninkrijk bij beschikking van 27 februari 2014 vastgestelde contactregeling te wijzigen afgewezen. De man heeft vervolgens opnieuw een verzoek tot het vaststelling van een contactregeling ingediend, maar dit verzoek ingetrokken, hetgeen is vastgelegd in de beschikking van 7 mei 2015.
2.5
De man heeft de [nationaliteit] nationaliteit, de vrouw de [nationaliteit2] nationaliteit.

3.Het geschil

In conventie
De man vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de vrouw te bevelen c.q. te veroordelen binnen drie dagen na betekening van dit vonnis onverminderd uitvoering te geven aan de door de rechtbank te Malta vastgestelde contactregeling, zulks op straffe van een dwangsom van € 1.000,-- voor ieder dagdeel dat de vrouw nalatig is om aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen met een maximum van €100.000,--, dan wel een bedrag door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
II. de man te machtigen om, indien de vrouw na betekening van het ten deze te wijzen vonnis de vigerende contactregeling wederom overtreedt, dit vonnis ten uitvoer te leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie;
III althans dusdanige beslissingen te nemen als de voorzieningenrechter gerade acht.
In reconventie
De vrouw vordert om bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
I. de man te verbieden om zich te bevinden in West-Brabant, althans binnen een cirkel met een straal van 10 km binnen [plaatsnaam] en [plaatsnaam2] , althans binnen een cirkel met een straal van 10 km binnen het [adres] en (de Internationale School [plaatsnaam] aan de) [adres2] te [plaatsnaam] , althans een dusdanig omlijnd gebied hetwelk de voorzieningenrechter passend acht, zulks op straffe van een door de man aan de vrouw te betalen dwangsom van
€ 1.000,00 voor ieder dagdeel dat hij nalatig is om aan het in deze te wijze vonnis te voldoen tot een maximum van € 100.000,00 dan wel een bedrag door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
II. de man te verbieden om elk direct of indirect contact met de vrouw, met [roepnaam] en de
school van [roepnaam] op te nemen op straffe van een door de man aan de vrouw te
betalen dwangsom van € 1.000,00 voor ieder dagdeel dat hij nalatig is om aan het in
deze te wijze vonnis te voldoen tot een maximum van € 100.000,00 dan wel een
bedrag door uw voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen;
III. de man te veroordelen in de kosten van deze procedure begroot op een bedrag van
€ 8.500,--.
In conventie en reconventie
Partijen hebben elkaars vorderingen weersproken.

4.De beoordeling

4.1
Nu de minderjarige zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland is de Nederlandse rechter bevoegd en is Nederlands recht toepasselijk.
In conventie en in reconventie
4.2
Vanwege de nauwe samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, worden deze vorderingen gezamenlijk behandeld.
4.3
Op grond van de gedingstukken en de toelichting door partijen staat het spoedeisend belang van de man bij zijn vorderingen vast.
4.4
Partijen hebben ieder hun standpunten tijdens de mondelinge behandeling nader toegelicht en de vertegenwoordiger van de Raad heeft een advies uitgebracht. Op de standpunten van partijen en het advies van de Raad wordt, voor zover voor de beoordeling van de vorderingen van belang, op onderstaande wijze ingegaan.
4.5
De voorzieningenrechter overweegt als volgt. De man vordert nakoming van een beslissing van de rechter in Malta, gewezen op 28 december 2011, op basis waarvan hij gerechtigd is tot contact met [roepnaam] iedere laatste vijf dagen van de maand.
De voorzieningenrechter stelt vast dat The High Court in het Verenigd Koninkrijk op 27 februari 2014 een gewijzigde contactregeling tussen de man en [roepnaam] heeft vastgesteld.
Dit wordt door de man ook niet weersproken. Daarmee kan de man niet zonder meer nakoming van de eerdere beslissing van de rechter van Malta vragen.
De onderhavige procedure, die is gericht op het treffen van voorlopige ordemaatregelen, leent zich naar zijn aard niet voor nader feitenonderzoek of bewijslevering, zoals de man lijkt te wensen. Daar komt bij dat [roepnaam] , die inmiddels 17 jaar oud is, zelf uitdrukkelijk ten overstaan van de voorzieningenrechter heeft aangegeven dat hij geen contact wil met zijn vader.
Gelet op het vorenstaande dienen de vorderingen van de man te worden geweigerd.
4.6
De vrouw heeft gevorderd dat aan de man een straat- en contactverbod zal worden opgelegd. Zij voert in dat kader aan dat de man opnieuw is begonnen met het stalken van [roepnaam] en de vrouw en in mei 2021 in haar straat is verschenen, evenals bij de school van [roepnaam] . Verder heeft de man bij de school van [roepnaam] inzage gevraagd in de schoolresultaten van [roepnaam] en contact gelegd met verschillende instanties, onder overlegging van de [nationaliteit2] beslissing. Zij wijst er daarbij op dat de man eerder door de rechter in het Verenigd Koninkrijk strafrechtelijk is veroordeeld waarbij een twee jaar durend contactverbod aan de man is opgelegd. Dit contactverbod is inmiddels verlopen. [roepnaam] is ernstig getraumatiseerd door de gedragingen van de man. Het zou de vrouw en [roepnaam] heel veel rust geven als het voor de man duidelijk is dat hij afstand moet houden.
De voorzieningenrechter stelt vast dat onweersproken is gesteld dat de man in mei 2021 in Nederland is verschenen en zich heeft opgehouden rondom de school van [roepnaam] en eenmalig bij de woning van de vrouw. De man is op vordering van de politie vertrokken en heeft zich daarna niet meer in Nederland vertoond.
Hoewel de voorzieningenrechter het begrijpelijk acht, gezien het verleden, dat de vrouw zich zorgen maakt, nu de man zich opnieuw heeft opgehouden in de buurt van de vrouw en [roepnaam] , is deze aanwezigheid van de man in de omgeving van de vrouw en [roepnaam] in mei 2021 onvoldoende om te komen tot het gevraagde straat- en contactverbod. Daar komt bij dat tijdens de mondelinge behandeling de advocaat van de man namens de man heeft toegezegd dat de man zich niet meer zal ophouden bij de woning van de vrouw en [roepnaam] en bij de school van [roepnaam] .
De voorzieningenrechter zal deze vorderingen van de vrouw dan ook afwijzen.
4.7
De vrouw heeft verzocht de man te veroordelen in de kosten van deze procedure.
De voorzieningenrechter stelt vast dat de man, voorafgaand aan deze procedure, op de hoogte was van de latere beslissingen van The High Court waarin de door de [nationaliteit2] rechter in 2011 bepaalde contactregeling is gewijzigd. De man moet er bekend mee zijn geweest dat deze latere beslissingen in de weg staan aan toewijzing van zijn inleidende vorderingen, wat ook lijkt te volgen uit het feit dat hij in de dagvaarding geen melding heeft gemaakt van het bestaan van die uitspraken van latere datum. Het feit dat de man zich niet kan vinden in de beslissingen van de rechter in het Verenigd Koninkrijk maakt dit niet anders.
Gelet hierop ziet de voorzieningenrechter aanleiding om de man te veroordelen in de proceskosten.
De vrouw heeft gevorderd de man te veroordelen in de daadwerkelijke kosten die de vrouw gemaakt heeft.
De voorzieningenrechter zal overgaan tot begroting van de proceskosten, nu de daadwerkelijke kosten van de vrouw hoger uitvallen door een wisseling van advocaat en het indienen van een reconventionele vordering, welke niet ten laste van de man gebracht dienen te worden.
De kosten aan de zijde van de vrouw worden begroot op:
  • griffierecht € 309,--
  • salaris advocaat
- Totaal € 2.341,--

4.De beslissing in kort geding

De voorzieningenrechter
In conventie en reconventie
weigert de gevorderde voorzieningen;
veroordeelt de man in de kosten van dit geding, tot dusverre aan de zijde van de vrouw begroot op € 2.341,--.
Dit vonnis is gewezen door mr. Combee, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van Rozendaal, griffier, in het openbaar uitgesproken op 23 juli 2021.
verzonden op:

Voetnoten

1.In verband met deze procedure/ten behoeve van een juiste procesvoering worden uw persoonsgegevens, voor zover nodig, verwerkt in een systeem van het gerecht.