ECLI:NL:RBZWB:2021:4361
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Intrekking bijstandsuitkering en afwijzing individuele inkomenstoeslag in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 27 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure tussen eiseres en het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers. Eiseres had beroep ingesteld tegen de afwijzing van haar aanvraag voor individuele inkomenstoeslag en de intrekking van haar bijstandsuitkering over de periode van 1 mei 2010 tot en met 31 mei 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat Baanbrekers in een eerder besluit van 24 november 2020 de intrekking van de bijstandsuitkering heeft herzien, maar de afwijzing van de aanvraag voor individuele inkomenstoeslag gehandhaafd. De rechtbank oordeelde dat Baanbrekers terecht heeft gesteld dat het recht op bijstand over de maand juli 2019 niet kon worden vastgesteld, omdat eiseres niet had aangetoond met welke middelen zij in die maand vliegtickets ter waarde van bijna € 2.000,- had aangeschaft. Hierdoor kon ook niet worden vastgesteld of eiseres in aanmerking kwam voor de individuele inkomenstoeslag, aangezien deze afhankelijk is van het recht op bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd.