Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
1.Het procesverloop
- het wrakingsverzoek ontvangen op 12 januari 2021;
- de pleitnotities van de zijde van verzoekster, ontvangen op 19 januari 2021;
- de mondelinge behandeling van het verzoek door de wrakingskamer op
2.Het verzoek
3.De feiten
“De rechtbank wijst erop dat zij uit een niet verschijnen van een partij ter mondelinge behandeling de gevolgtrekkingen – ook in het nadeel van die partij – kan maken die zij geraden zal achten.”
“(…) Het is van belang dat gedaagde zelf bij de zitting aanwezig is. De advocaat is, gelet op de artikel 21 en 22 Rv, gehouden te voldoen aan het verzoek van de rechtbank om de bankafschriften mee naar zitting te nemen. Of de bankafschriften moeten worden overgelegd, zal ter zitting worden besproken.”
4.De gronden van het wrakingsverzoek
5.Het standpunt van de rechter
6.De beoordeling
7.De beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de behandeling van de zaak waar het wrakingsverzoek betrekking op heeft zal worden voortgezet in de stand waarin deze zich bevond ten tijde van de schorsing wegens indiening van het verzoek.