ECLI:NL:RBZWB:2021:4656
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Opleggen last onder bestuursdwang tot sluiten woning met opstallen voor 6 maanden op grond van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 september 2021 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. W.R. Aerts, heeft bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester van de gemeente Sluis, dat op 12 juli 2021 is genomen. Dit besluit houdt in dat de woning en opstallen aan [adres verzoeker] te [plaats woning] voor de duur van zes maanden gesloten dienen te worden op basis van artikel 13b van de Opiumwet. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij stelt dat hij een spoedeisend belang heeft bij het treffen van deze voorziening, aangezien hij de woning wil renoveren.
Tijdens de zitting op 15 september 2021 in Middelburg is verzoeker verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde. De burgemeester heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T. Breeschoten en K. Post. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat aan de formele vereisten voor het treffen van een voorlopige voorziening is voldaan, maar dat verzoeker onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake is van een spoedeisend belang. Verzoeker woont niet zelf in de woning en huurt sinds mei 2021 een andere woning. Hij heeft verklaard dat hij in 2019 is begonnen met de renovatie van de woning en dat hij nog een half jaar tot een jaar nodig heeft om in de woning te kunnen intrekken.
De voorzieningenrechter heeft ook overwogen dat de gevraagde voorziening kan worden getroffen als het besluit van verweerder evident onrechtmatig is. Echter, de voorzieningenrechter oordeelt dat het besluit van de burgemeester niet evident onrechtmatig is, gezien de bestuurlijke rapportage. Daarom heeft de voorzieningenrechter het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.