ECLI:NL:RBZWB:2021:4728
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Vereenvoudigde behandeling
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake heffingsambtenaar gemeente Vlissingen
Op 24 september 2021 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarbij belanghebbende, wonende te [woonplaats], in beroep ging tegen de heffingsambtenaar van de gemeente Vlissingen. Het beroep betrof de bij beschikking krachtens de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde van een pand gelegen aan [adres] te [woonplaats] voor het jaar 2021. Belanghebbende was griffierecht verschuldigd van € 49,00, waarvoor hij schriftelijk was geïnformeerd door de griffier.
De griffier heeft belanghebbende op 23 mei 2021 nogmaals gewezen op de verschuldigdheid van het griffierecht en aangegeven dat niet-ontvankelijkverklaring kon volgen indien het griffierecht niet binnen vier weken na dagtekening van de brief was overgemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat het griffierecht niet is ontvangen, wat leidde tot de conclusie dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk was op grond van artikel 8:41, zesde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep van belanghebbende niet-ontvankelijk verklaard. Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.J. Bastiaansen, rechter, in aanwezigheid van P. van der Hoeven, griffier, en is openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken verzet worden gedaan bij de rechtbank, waarbij de indiener kan verzoeken om in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.